Exodus 29:1-7
BasisBijbel
Gods bevelen voor Aäron en zijn zonen, om hen tot priesters te maken
29 Doe de volgende dingen met hen. Daarna zijn ze klaar voor hun werk voor Mij: ze zullen mijn priesters zijn. Neem één gezonde jonge stier en twee gezonde mannetjes-schapen. 2 Bak van fijn tarwemeel ongegist brood en ongegiste broodkoeken die met olie zijn klaargemaakt, en ongegiste dunne koeken die met olie zijn bestreken. 3 Leg ze in een mand en breng ze met de stier en de twee schapen naar de tent van ontmoeting.
4 Laat Aäron en zijn zonen naar de ingang van de tent van ontmoeting komen. Was hen met water. 5 Trek dan Aäron de priesterkleren aan: het onderkleed, het bovenkleed, het priesterschort en de borsttas. 6 Maak de gordel van het priesterschort om zijn middel vast. Zet de tulband op zijn hoofd en maak de heilige gouden plaat aan de tulband vast. 7 Zalf Aäron dan door de zalf-olie over zijn hoofd uit te gieten.
Read full chapter
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016