Add parallel Print Page Options

Psalm 22

Een lied van David, op de wijs van: 'Het hert van de zonsopgang'. Voor de leider van het koor.

Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten?
Waarom redt U mij niet als ik schreeuw om hulp?
Mijn God, dag en nacht roep ik tot U.
Ik geef niet op, maar U antwoordt mij niet.
Toch bent U de Heilige God.
Heel Israël eert U met zijn liederen als Koning!
Onze voorouders hebben op U vertrouwd.
Ze hebben op U vertrouwd en U heeft hen gered.
Ze hebben U om hulp geroepen,
en U heeft hen bevrijd.
Ze hebben op U vertrouwd,
en U heeft hen niet teleurgesteld.

Maar ik lijk wel een worm in plaats van een man.
Zó word ik vertrapt!
De mensen lachen me uit en geven niets om me.
Iedereen die mij ziet, scheldt me uit.
Ze schudden hun hoofd en zeggen spottend:
"Je hebt toch de Heer om hulp gevraagd?
Laat Hij je dan maar redden!
Laat Hij je maar bevrijden!
Je zegt toch dat Hij van je houdt?"

10 U heeft mij gemaakt.
Toen ik geboren was, legde U mij rustig in mijn moeders armen.
11 Vanaf mijn geboorte was ik van U.
Ja, al vóór mijn geboorte was U mijn God.
12 Laat me dan nu niet in de steek!
Want ik ben in nood en niemand komt mij helpen.
13 Mijn vijanden zijn overal om mij heen.
Ze lijken wel een kudde wilde buffels.
14 Ze loeren op me en bedreigen me,
als verscheurende, brullende leeuwen.
15 Mijn leven stroomt als water uit mij weg.
Ik ben helemaal uitgeput.
Ik heb alle moed verloren.
16 Mijn kracht brokkelt steeds verder af.
Mijn tong kleeft vast in mijn mond.
U legt mij al op de rand van de dood.

17 Want mijn vijanden hebben mij omsingeld.
Ze bedreigen me als grommende honden.
Schurken sluiten me in.
Ze doorboren mijn handen en voeten.
18 Al mijn botten zijn te tellen.
Mijn vijanden kijken toe en genieten van mijn pijn.
19 Ze verdelen mijn kleren onder elkaar.
Ze loten wie mijn onderkleed mag hebben.

20 Heer, laat me niet in de steek!
Kom me snel helpen. U bent mijn kracht.
21 Red mijn leven van de dood.
Ik sta helemaal alleen tegenover die honden.
22 Red me uit de bek van de leeuwen.
Red me van de horens van de wilde buffels.
Heer, hoor mijn gebed!

23 Ik zal mijn broers vertellen wat U heeft gedaan.
Als we bij elkaar komen,
zal ik U met mijn liederen loven en prijzen.
24 Iedereen die diep ontzag voor U heeft, zal U prijzen.
Prijs Hem, volk van Israël!
25 Want Hij heeft naar mij geluisterd toen ik in nood was.
Hij bleef niet op een afstand staan,
maar kwam mij redden toen ik Hem om hulp riep.
26 Als we bij elkaar komen, zal ik U prijzen voor wat U heeft gedaan.
Ik zal U de offers brengen die ik U heb beloofd.
27 De mensen die U dienen, zullen kunnen eten zoveel als ze willen.
De mensen die U om hulp vragen, zullen U prijzen.
Voor eeuwig zullen ze blij zijn!

28 Over de hele wereld zullen de mensen dit horen.
Ze zullen de Heer gaan dienen.
Alle volken zullen Hem aanbidden.
29 Want de Heer is Koning.
Hij heerst over alle volken.
30 De machtige mensen zullen voor Hem knielen.
Ze zullen op zijn feestmaaltijd komen en Hem aanbidden.
Rijke en arme mensen mogen komen.
31 Hun kinderen zullen Hem dienen.
Ze zullen aan alle mensen vertellen wat de Heer heeft gedaan.
32 Aan iedereen die geboren wordt,
zullen ze vertellen dat de Heer rechtvaardig is,
omdat Hij alles heeft gedaan wat nodig is.

苦难中的呼求和感恩

大卫的诗,交给乐长,调用“朝鹿”。

22 我的上帝,我的上帝,
你为何离弃我?
为何迟迟不来救我,
不听我的哀号呢?
我的上帝啊,
我日夜不停地呼求,
你却没有回应。
然而,你是圣洁的,
你的宝座设立在以色列人的颂赞之上。
我们的祖先信靠你,
他们信靠你,
你就拯救他们。
他们向你呼求,
就得到拯救;
他们信靠你,
就不会失望。

但我好像不是人,只是一条虫,
受尽人的羞辱和藐视。
看见我的人都讥笑我,
他们撇着嘴、摇着头说:
“他信靠耶和华,
让耶和华救他吧!
既然耶和华喜悦他,
让耶和华拯救他吧!”
耶和华啊,
是你使我从母腹中安然出生,
让我在母亲怀里便倚靠你。
10 我一出生就被交托在你手中,
你从我出母胎就是我的上帝。
11 求你不要远离我,
因为危难当头,无人帮我。
12 我被许多仇敌围困,
他们像巴珊的公牛那样强壮。
13 他们张口要吞噬我,
如同吼叫着撕食猎物的狮子。

14 我的力量如水消逝,
我的骨头都脱了节,
我的心如蜡熔化。
15 我的力量枯竭如焦土,
我的舌头发干紧贴上颚。
你把我放在死亡的尘土中。
16 恶人包围我,犹如一群恶犬,
他们刺伤我的手脚。
17 我身上的骨头历历可见,
人们都幸灾乐祸地看着我。
18 他们分我的外衣,
又为我的内衣抽签。
19 耶和华啊,求你不要远离我。
你是我的力量,
求你快来帮助我。
20 求你救我逃脱刀剑之灾,
从这些恶犬的利爪下拯救我的生命。
21 求你救我脱离狮子的口,
使我脱离野牛的角。

22 我要向众弟兄传扬你的名,
在会众当中赞美你。
23 敬畏耶和华的人啊,
你们都要赞美祂,
雅各的后裔都要尊崇祂的名,
以色列的后裔都要敬畏祂。
24 因为祂没有藐视、厌恶苦难中的人,
也没有掩面不顾他们,
而是垂听他们的呼求。

25 我要在大会中赞美你,
在敬畏你的人面前履行我的誓言。
26 穷苦人必得饱足,
寻求耶和华的人必赞美祂,
他们的心要永远欢欣跳跃。
27 普世都要心系耶和华,归向祂,
各国人民都要敬拜祂。
28 因为耶和华是主宰,
祂统治列国。
29 世上的富贵人要敬拜祂,
必归尘土的世人都要敬拜祂。
30 世世代代的人都要事奉祂,
传扬主所行的奇事。
31 他们也要向未来的世代传讲祂的公义作为。

22 Een psalm van David voor de koordirigent.

Te zingen op de wijs van ‘De hinde in de morgenstond.’
O God, mijn God,
waarom hebt U mij verlaten?
Ik schreeuw om uitkomst,
maar die is ver van mij.
Ik huil om hulp.
O mijn God,
ik roep overdag naar U,
maar krijg geen antwoord.
Ook ʼs nachts roep ik,
maar ik krijg geen rust.
U bent de heilige God,
Israël eert U en brengt U hulde:
op U vertrouwden onze voorouders
en U redde hen.
Zij riepen naar U
en U hielp hen.
U hebt hun vertrouwen niet beschaamd.
Maar ik lijk meer op een worm
dan op een man,
mensen bespotten mij
en het volk kijkt verachtelijk op mij neer.
Ieder die mij ziet,
lacht mij uit.
Zij grijnzen verachtelijk
en zeggen hoofdschuddend:
‘Breng het toch bij de Here,
laat Hij u verlossen.
Hij zal u vast wel redden,
Hij houdt immers van u?’
10 U, Here, liet mij ter wereld komen.
U legde mij veilig aan de borst van mijn moeder.
11 Bij mijn geboorte werd ik aan U opgedragen,
al sinds die tijd bent U mijn God.
12 Laat er dan niet zoʼn afstand zijn tussen U en mij,
want ik zit diep in de problemen
en geen mens helpt mij.
13 Ik sta midden tussen een hele groep stieren
en ben omsingeld door buffels van Basan.
14 Zij brullen tegen mij, met wijd geopende bekken.
Het lijken verscheurende, brullende leeuwen.
15 Ik voel mij als water dat wegloopt,
al mijn beenderen zijn ontwricht.
Mijn hart lijkt op gesmolten was,
ik voel het bijna niet meer kloppen.
16 Mijn keel is uitgedroogd
en lijkt op een droge scherf.
Mijn tong kleeft aan mijn verhemelte,
ik heb het gevoel of U mij in het stof van de dood legt.
17 Er staan honden om mij heen,
misdadigers omringen mij.
Zij doorsteken mijn handen en voeten.
18 Ik kan mijn beenderen tellen.
Zij vermaken zich door naar mij te komen kijken.
19 Zij verdelen mijn kleren onder elkaar
en loten wie mijn mantel mag hebben.
20 Here, blijf toch niet zo ver van mij af staan.
Kom snel bij mij en help mij!
U bent immers mijn kracht?
21 Red mijn leven
en voorkom dat ik door het zwaard word gedood.
Ik ben eenzaam zonder U.
Wend het geweld van deze honden van mij af.
22 Bevrijd mij uit de muil van de leeuw
en bescherm mij tegen de horens van de buffels.
U hebt mij antwoord gegeven!
23 Ik zal mijn broeders uw naam bekendmaken,
te midden van de gelovigen zal ik een lied zingen tot uw eer!
24 U die ontzag voor de Here hebt, prijs zijn naam.
Verhoog Hem, volk van Israël,
heb diep ontzag voor de Here, volk van Israël!
25 Want Hij veracht de zwakke niet.
Hij is niet te goed om te helpen.
Hij hoort het
wanneer Hij te hulp wordt geroepen.
26 Te midden van vele gelovigen zal ik U lofprijzen.
Mijn geloften zal ik nakomen
tegenover ieder die leeft in ontzag voor God.
27 De armen zullen te eten hebben
en geen honger meer kennen.
Zij die de Here zoeken,
zullen Hem loven en prijzen.
Moge het u altijd goed gaan.
28 Over de hele wereld
zal men de Here leren kennen
en zich tot Hem bekeren.
Alle volken zullen voor U buigen.
29 Het Koninkrijk is van de Here,
Hij heerst over alle volken.
30 Over de hele wereld zullen rijke mensen Hem aanbidden.
Maar ook arme mensen,
die zichzelf amper in het leven kunnen houden,
knielen voor Hem neer.
31 Het nageslacht zal Hem dienen
en ieder vertelt zijn kinderen over Hem.
32 Zij zullen zijn recht en goedheid doorgeven
aan allen die nog geboren moeten worden,
omdat Hij alles heeft volbracht.

苦難中的呼求和感恩

大衛的詩,交給樂長,調用「朝鹿」。

22 我的上帝,我的上帝,
你為何離棄我?
為何遲遲不來救我,
不聽我的哀號呢?
我的上帝啊,
我日夜不停地呼求,
你卻沒有回應。
然而,你是聖潔的,
你的寶座設立在以色列人的頌讚之上。
我們的祖先信靠你,
他們信靠你,
你就拯救他們。
他們向你呼求,
就得到拯救;
他們信靠你,
就不會失望。

但我好像不是人,只是一條蟲,
受盡人的羞辱和藐視。
看見我的人都譏笑我,
他們撇著嘴、搖著頭說:
「他信靠耶和華,
讓耶和華救他吧!
既然耶和華喜悅他,
讓耶和華拯救他吧!」
耶和華啊,
是你使我從母腹中安然出生,
讓我在母親懷裡便倚靠你。
10 我一出生就被交托在你手中,
你從我出母胎就是我的上帝。
11 求你不要遠離我,
因為危難當頭,無人幫我。
12 我被許多仇敵圍困,
他們像巴珊的公牛那樣強壯。
13 他們張口要吞噬我,
如同吼叫著撕食獵物的獅子。

14 我的力量如水消逝,
我的骨頭都脫了節,
我的心如蠟熔化。
15 我的力量枯竭如焦土,
我的舌頭髮乾緊貼上顎。
你把我放在死亡的塵土中。
16 惡人包圍我,猶如一群惡犬,
他們刺傷我的手腳。
17 我身上的骨頭歷歷可見,
人們都幸災樂禍地看著我。
18 他們分我的外衣,
又為我的內衣抽籤。
19 耶和華啊,求你不要遠離我。
你是我的力量,
求你快來幫助我。
20 求你救我逃脫刀劍之災,
從這些惡犬的利爪下拯救我的生命。
21 求你救我脫離獅子的口,
使我脫離野牛的角。

22 我要向眾弟兄傳揚你的名,
在會眾當中讚美你。
23 敬畏耶和華的人啊,
你們都要讚美祂,
雅各的後裔都要尊崇祂的名,
以色列的後裔都要敬畏祂。
24 因為祂沒有藐視、厭惡苦難中的人,
也沒有掩面不顧他們,
而是垂聽他們的呼求。

25 我要在大會中讚美你,
在敬畏你的人面前履行我的誓言。
26 窮苦人必得飽足,
尋求耶和華的人必讚美祂,
他們的心要永遠歡欣跳躍。
27 普世都要心繫耶和華,歸向祂,
各國人民都要敬拜祂。
28 因為耶和華是主宰,
祂統治列國。
29 世上的富貴人要敬拜祂,
必歸塵土的世人都要敬拜祂。
30 世世代代的人都要事奉祂,
傳揚主所行的奇事。
31 他們也要向未來的世代傳講祂的公義作為。