Print Page Options

123 Een bedevaartslied.

Ik kijk omhoog naar mijn God,
die in de hemel woont.
Zoals knechten wachten op het bevel van hun meester
en een dienstmeisje wacht op het teken van haar meesteres,
richten wij onze ogen op de Here, onze God,
en verwachten van Hem genade.
Geeft U ons genade, Here, en helpt U ons.
Want wij hebben al te veel minachting ontmoet.
Wij werden overladen met spot van ongelovigen
en trotse mensen hebben ons met minachting behandeld.
Meer kunnen wij niet verdragen.

Psalm 123

Een pelgrimslied.[a]

Ik kijk omhoog naar U, Heer,
naar U in de hemel.
Net zoals knechten hun ogen aldoor gericht houden op hun meester,
en dienaressen hun ogen gericht houden op hun meesteres, om onmiddellijk te kunnen doen wat hun wordt bevolen,
zo zijn onze ogen gericht op U, onze Heer God,
tot U medelijden met ons heeft.
Heb medelijden met ons, Heer,
heb alstublieft medelijden!
Want we hebben er zó genoeg van
dat de mensen ons uitlachen
en niets met ons te maken willen hebben.
We hebben er zó genoeg van
dat mensen die U niet gehoorzamen,
ons uitlachen en belachelijk maken.

Footnotes

  1. Psalmen 123:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.

祈求上帝憐憫

上聖殿朝聖之詩。

123 在天上做王的耶和華啊!
我仰望你。
我們要仰望我們的上帝耶和華,
如同僕人仰望主人、婢女仰望主母,
一直到蒙祂憐憫。
耶和華啊,
求你憐憫我們,求你憐憫我們,
因為我們飽受鄙視。
我們飽受富足人的嘲弄、驕傲人的鄙視。

Oración pidiendo ayuda del Señor

Cántico de ascenso gradual[a].

123 A ti levanto mis ojos(A),
¡oh tú que reinas[b] en los cielos(B)!
He aquí, como los ojos de los siervos miran a la mano de su señor(C),
como los ojos de la sierva a la mano de su señora,
así nuestros ojos miran al Señor nuestro Dios(D)
hasta que se apiade de nosotros.

Ten piedad de nosotros, oh Señor, ten piedad de nosotros(E),
porque muy hartos estamos de desprecio(F).
Harta en extremo está nuestra alma
del escarnio(G) de los que están en holgura(H),
y del desprecio de los soberbios(I).

Footnotes

  1. Salmos 123:1 Véase la nota al subtítulo del Salmo 120
  2. Salmos 123:1 Lit., que estás sentado o habitas

Plegaria pidiendo misericordia

Cántico gradual.

123 A ti alcé mis ojos,

A ti que habitas en los cielos.

He aquí, como los ojos de los siervos miran a la mano de sus señores,

Y como los ojos de la sierva a la mano de su señora,

Así nuestros ojos miran a Jehová nuestro Dios,

Hasta que tenga misericordia de nosotros.

Ten misericordia de nosotros, oh Jehová, ten misericordia de nosotros,

Porque estamos muy hastiados de menosprecio.

Hastiada está nuestra alma

Del escarnio de los que están en holgura,

Y del menosprecio de los soberbios.