箴言 知恵の泉 4-6
Japanese Living Bible
犠牲を払ってでも知恵を得なさい
4 1-2 さあ、父親の話を聞くように、
私の言うことを聞きなさい。
知恵のある人になるために、
私が教える真理を勉強しなさい。
顔をそむけてはいけません。
3 私も若いころは、
母にはひとり息子としてかわいがられ、
父とはよく、いろいろなことを話し合ったものです。
4 そんな時、父は口ぐせのように、
こう言い聞かせてくれました。
「よく聞きなさい。
私のことばと教えを大切にすれば、
一生幸せに暮らせる。
5 何よりも、知恵と悟りのある人間になりなさい。
このことを決して忘れてはならない。」
6 知恵があなたを守ってくれます。
しっかり心に留め、大切にしなさい。
7 知恵のある人になるには、
まず賢くなろうと決心することです。
それが、物事を正しく判断する力と
知恵を養うのです。
8-9 知恵を高めれば、
あなたも高められます。
知恵を抱きしめると、
それはあなたに大きな誉れを与えます。
10 わが子よ。私の言うようにしなさい。
そうすれば長生きし、生涯幸せに過ごせます。
11 正しい生活をするのが、いちばん賢い生き方です。
この大切な真理を学びなさい。
12 そのように生きれば、もたつかないで歩み、
走ってもつまずきません。
13 私の訓戒を実行し、
忘れないようにしなさい。
それはあなたにいのちとなるからです。
14 悪者のまねをしてはいけません。
15 彼らの集まる場所に近寄らず、
そこを避けて通りなさい。
16 彼らは一日分の悪事を働かないと、
その夜はおちおち眠ることもできず、
人をつまずかせないうちは
ゆっくり休むこともできません。
17 悪いことをし、暴力をふるわないと
生きていられないのです。
18 神は正しい人の道を優しく見守り、
真昼のように明るく照らしてくださいます。
19 一方悪者は、暗がりでうろうろ手探りし、
あちこちでつまずくのです。
20 わが子よ。私のことばをよく聞きなさい。
21 それを肝に銘じ、忘れないようにしなさい。
22 そうすることがあなたのいのちとなり、
健やかにするのです。
23 何よりも、あなたの心を守りなさい。
心は生活全体に影響を与えるからです。
24 悪い女の慎みのない口づけをはねのけなさい。
悪い女に近づいてはいけません。
25 ただまっすぐ前を見つめ、
うしろを振り返らないことです。
26 足もとに気をつけ、
確実に進みなさい。
27 横道にそれてはいけません。
危険だとわかったら、一目散に引き返しなさい。
悪い女に気をつけなさい
5 わが子よ。私の言うことばを聞きなさい。
私に与えられている知恵を教えよう。
2 大切なことを
うっかり聞きもらさないようにしなさい。
3 悪い女は甘いことばと調子のいいお世辞が得意です。
4 それにのせられると、
あとで苦しまなければなりません。
鋭い剣で突き刺されたように、
良心がずきずき痛むのです。
5 苦しみもがけばもがくほど、
ずるずると地獄の底へ引きずり込まれます。
6 彼女は自分でも正しく生きる道を知りません。
不確かな道を、行き先も知らずに
よろよろ歩いているだけです。
7 子どもたちよ。私の言うことを聞きなさい。
しっかり心に刻み込むのです。
8 悪い女を遠ざけなさい。
彼女の家に近寄ってもいけません。
9 女の誘惑に負けて自分を台なしにし、
あなたの人生を
残忍で薄情な者に
与えることにならないためです。
10 せっかく築いた財産を、
見ず知らずの者に横取りされないためです。
11 体をむしばむ病に冒され、恥をかかないためです。
12 あとで悔やんでも、どうにもなりません。
「ああ、言われたとおりにしていたらよかった。
一時の欲望に負けなければ、
こんなことにならなかっただろうに。
13 ああ、どうして忠告も聞かず、
あんな愚かな行為をしたのだろう。
14 もう、だれにも会わせる顔がない。」
15 だから、自分自身の井戸から水を飲みなさい。
妻を裏切ってはいけません。
16 通りすがりの女に
子どもを
産ませてもいいのですか。
17 妻でもない女との間に、
子どもがあってもいいのですか。
18 あなたの源を祝福されたものとし、
若い時からの妻と喜び楽しみなさい。
19 優しく抱きしめてくれる妻に満足し、
愛されている幸せをかみしめなさい。
20 どうして悪い女にうつつを抜かし、
妻以外の女を抱くのですか。
21 神は何もかもご存じです。
あなたのなすことすべてに
目と心を配っているのですから。
22 悪者は、自分自身の罪で
自分の足をすくっているのです。
罪はその人を捕らえ、
逃れることができないようにする縄です。
23 その人が死ぬのは真理に背いたからです。
自分から愚かなことをした罰なのです。
愚かな者にならないように
6 わが子よ。見ず知らずの人の保証人になり、
借金の肩代わりをすることになったら、
それは深刻な問題です。
2 あなたは自分が承諾したことによって、
罠に陥ったのです。
3 もしそうなったら、すぐに手を打ちなさい。
プライドを捨て、恥をかくことを覚悟して
相手のところへ飛んで行き、
証書から名前を消してもらいなさい。
4 先に延ばさず、今すぐしなさい。
眠るのはそのあとにしなさい。
5 鹿が猟をする者の手を逃れ、
鳥が網から逃れるように、うまく逃れるのです。
6 怠け者よ、蟻を見ならいなさい。
蟻のやり方を見て学びなさい。
7 蟻には、働けと命じる支配者がいません。
8 それでも夏の間懸命に働き、冬の食糧を集めます。
9 ところが、あなたがたは眠ってばかりいます。
いったいいつ目を覚ますのですか。
10 「まだしばらく寝かせてほしい」と言っていますが、
その「ほんの少し」が問題なのです。
11 のんびり眠っている間に
泥棒のように貧しさが近づいてきて、
気がついたときには手遅れです。
12-13 悪者は、どうしようもない人間です。
彼らは平気でうそをつき、
仲間には目くばせや合図で企みを伝えます。
14 反抗心が人一倍強く、悪いことばかり考え、
いさかいを巻き起こすのです。
15 しかし、あっという間に身を滅ぼし、
倒れたら二度と立ち直れません。
16-19 神のきらいなものが六つ、いいえ七つあります。
高慢な態度、うそをつくこと、人殺し、
悪だくみ、悪事に熱中すること、
偽証、仲たがいの種をまくことです。
20 若者よ。親の言いつけを守りなさい。
21 一瞬たりとも忘れないように、
親の教えをしっかり心に刻み込みなさい。
22 昼も夜も彼らの助言に従えば、いつも安全です。
朝、目を覚ましたら、教えどおりに一日を始めなさい。
23 危険だとわかっていればこそ、
前もって忠告してくれるのです。
だから忠告を聞き、良き人生を送りなさい。
24 そうすれば、悪い女の甘いお世辞に
惑わされることもありません。
25 彼女の美しさに心を奪われてはなりません。
誘惑するような目つきにだまされてはいけません。
26 彼女におぼれると金を巻き上げられ、
人妻にうつつを抜かすと身を滅ぼすからです。
27 火をかかえ込めばやけどをし、
28 熱く燃える炭火の上を歩けば、やけどを負います。
29 同じように、人妻と汚らわしい関係を結ぶ者も
罰を免れません。
30 空腹のあまり盗みをしてしまったとしたら、
言い訳の余地があるかもしれません。
31 しかし、盗みは盗みです。
償いにたくさんの罰金を払わなければなりません。
持ち物を全部売り払ってでも、
支払わなければならないのです。
32 人妻と関係する者は愚かな者で、
自分で自分を滅ぼします。
33 身も心も傷つき、取り返しのつかない恥をかくのです。
34 嫉妬に狂った彼女の夫はあなたに復讐し
35 どんな償いをしても赦しません。
Spreuken 4-6
BasisBijbel
Niets is méér waard dan wijsheid (vervolg)
4 Zonen, luister goed naar je vader. Ik voed jullie op.
Let op wat ik zeg, zodat jullie verstandig worden.
2 Want ik leer jullie goede dingen.
Houd je aan wat ik jullie zeg.
3 Toen ik zelf nog als kleine jongen bij mijn ouders woonde,
4 leerde mijn vader mij:
"Zorg dat je mijn woorden in je hart bewaart.
Doe wat ik je zeg. Dan zal het goed met je gaan.
5 Zorg dat je wijs en verstandig wordt.
Vergeet mijn woorden niet, maar doe wat ik je heb geleerd.
6 Loop niet bij de wijsheid vandaan.
Houd van de wijsheid, want die is jouw bescherming.
7 Naar wijsheid verlangen is het begin van alle wijsheid.
Van alles wat je hebt, is wijsheid het belangrijkste.
8 Heb respect voor wijsheid, dan zal jij ook respect krijgen.
Omarm wijsheid, en je zal geëerd worden.
9 Je wijsheid zal een sieraad voor je zijn,
zoals een mooie kroon.
10 Luister, mijn zoon, en geloof wat ik zeg.
Dan zul je lang leven.
11 Ik leer je hoe je wijs kan worden.
Dan zul je op het rechte pad blijven.
12 Niets zal je in de weg staan.
Je zal geen domme dingen doen.
13 Houd je aan hoe ik je heb opgevoed. Laat dat niet los.
Houd je daaraan, want het gaat om je leven.
14 Doe niet mee met oneerlijke mensen.
Ga niet het slechte pad op.
15 Blijf bij hen vandaan,
ga niet met hen mee.
16 Zij kunnen niet slapen als ze geen slechte dingen konden doen.
Ze liggen wakker als ze niemand kwaad hebben gedaan.
17 Want ze leven van het kwaad.
Ze genieten ervan als van lekkere wijn.
18 Maar het leven van goede mensen
lijkt op het glanzen van het eerste ochtendlicht
dat steeds helderder gaat stralen, totdat het helemaal dag is.
19 Maar het leven van slechte mensen is donker.
Ze struikelen doordat ze niet zien waar ze gaan.
20 Mijn zoon, luister naar mijn woorden.
Houd je oren open voor wat ik zeg.
21 Vergeet mijn woorden nooit meer,
maar bewaar ze diep in je hart.
22 Want mijn woorden brengen je leven.
Ze zijn genezing voor je hele lichaam.
23 Bewaak je hart beter dan alle andere dingen.
Want in je hart is de bron van het leven.
24 Zorg dat je mond geen verkeerde dingen zegt
en dat er geen leugen over je lippen komt.
25 Laat je gedachten niet afdwalen naar slechte dingen.
Kijk vastberaden recht voor je uit, naar het rechte pad.
26 Zorg dat je altijd op de goede weg blijft
en dat je altijd te vertrouwen bent.
27 Wijk niet van het rechte pad af.
Blijf ver bij het kwaad vandaan.
Waarschuwing om trouw te zijn aan je eigen vrouw
5 Mijn zoon, luister naar mijn wijsheid.
Houd je oren open voor mijn wijze woorden.
2 Dan kun je verstandig worden
en kun je ervoor zorgen dat je verstandige dingen zegt.
3 Luister: de lippen van een vrouw die de jouwe niet is,
zijn zo zoet als honing.
Haar woorden zijn gladder dan olie.
4 Maar uiteindelijk wordt die vrouw zo bitter als gal voor je,
zo scherp als een zwaard.
5 Ze sleept je de dood in.
Door haar kom je in het graf terecht.
6 Ze wil niet dat jij het goede kiest, zodat je zal leven.
Ze laat je verdwalen, zonder dat je het merkt.
7 Mijn zonen, luister daarom naar mij.
Doe iets met wat ik jullie zeg.
8 Blijf ver bij haar vandaan.
Kom niet in de buurt van de deur van haar huis.
9 Want bij haar zul je je eer verliezen.
Je komt in haar macht en ze zal je niet meer laten gaan.
10 Dan zullen andere mensen genieten
van alles waar jij zo hard voor hebt gewerkt.
Want alles wat je bezit, zal in haar huis terecht komen.
11 En als er tenslotte niets meer van je over is,
zul je kreunen:
12 'Waarom heb ik niet gedaan wat mijn vader mij heeft geleerd?
Had ik maar naar hem geluisterd!
13 Had ik maar geluisterd naar wat wijze mensen mij zeiden!
Waarom heb ik mijn oren gesloten voor wat ze mij leerden?
14 Ik heb allemaal verkeerde dingen gedaan!
En iedereen heeft het gezien!'
15 Drink liever water uit je eigen regenton.
Drink bronwater uit je eigen bron.
16 Moet jouw bron soms op straat overstromen?
Moet jouw beek over het plein stromen?
17 Je bron moet voor jou alleen zijn.
Niet ook voor anderen.
18 Laat je bron gezegend zijn.
Wees blij met de vrouw waar je vroeger mee bent getrouwd.
19 Zij is zo mooi en zo sierlijk als een hertje.
Geniet elke keer weer met volle teugen van haar liefde.
20 Waarom, mijn zoon, zou je dan afdwalen naar een andere vrouw?
Waarom zou je een andere vrouw omarmen?
21 Niets is verborgen voor de ogen van de Heer.
Hij beoordeelt alles wat je doet.
22 Slechte mensen komen ten val.
Hun eigen slechtheid maakt dat het verkeerd met hen afloopt.
23 Als ze niet willen luisteren naar wat anderen hun leren,
verdwalen ze in hun eigen dwaasheid.
Hun dwaasheid wordt hun dood.
Waarschuwing om niet borg te staan voor iemand anders
6 Mijn zoon, stel dat je borg bent gaan staan voor iemand anders,
en dat je hem je erewoord hebt gegeven.
2 Als je zo door je eigen woorden in de val bent gelopen,
als je gevangen bent geraakt door de beloften die je hebt gedaan,
3 dan ben je in de macht gekomen van die ander!
Mijn zoon, doe dan het volgende om je daaruit te redden.
Ga naar die man toe en smeek hem
om je niet aan je beloften te hoeven houden.
4 Gun jezelf geen rust,
ga niet naar bed,
5 maar zorg dat je aan hem ontsnapt,
zoals een hert ontsnapt aan de jager,
zoals een vogel ontsnapt aan het vangnet.
Waarschuwing tegen luiheid
6 Kijk naar de mieren, luiwammes,
kijk hoe ze leven, en leer daar iets van.
7 Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning,
8 toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten voor de winter.
In de oogsttijd verzamelen ze voedsel.
9 Maar jij, luiwammes, hoelang blijf je nog liggen?
Wanneer sta je eindelijk eens op?
10 'Nog even slapen, nog even soezen,
nog even lekker liggen met de handen achter mijn hoofd' –
11 Maar daar komt de armoede al op je af, zo snel als een hardloper.
Gebrek overvalt je als een rover.
Waarschuwing tegen leugenaars
12 Mensen die alleen maar liegen en bedriegen,
zijn nietsnutten en brengen alleen maar ongeluk.
13 Ze knipogen veelbetekenend,
geven elkaar seintjes met hun voeten,
wijzen met hun vinger.
14 Ze zitten vol oneerlijke en misdadige plannen.
Ze lokken ruzies uit.
15 Daarom loopt het plotseling slecht met hen af.
In één ogenblik is er niets van hen over.
Zeven dingen die de Heer erg vindt
16 De volgende zes dingen haat de Heer,
nee, zelfs zeven vindt Hij walgelijk:
17 ogen die trots kijken, een tong die liegt,
handen die onschuldige mensen doden,
18 een hart vol kwaad,
voeten die zich naar een misdaad haasten,
19 mensen die liegen in een rechtszaak
en mensen die ruzies uitlokken tussen vrienden.
Waarschuwing tegen de vrouw van een ander
20 Mijn zoon, luister naar de goede raad van je ouders.
Doe iets met hun wijze lessen.
21 Berg ze voor altijd op in je hart.
Zorg ervoor dat je ze altijd bewaart.
22 Laat je erdoor leiden in het leven.
Laten ze je beschermen als je ligt te slapen.
Laten ze je raad geven als je wakker wordt.
23 Want ze wijzen je de weg door het leven.
Ze zijn als een lamp, als een licht.
24 Ze beschermen je tegen slechte vrouwen.
Ze beschermen je tegen hun gladde praatjes.
25 Zorg dat die vrouwen je niet verleiden door hun schoonheid,
door hun verleidende blikken.
26 Als je met de vrouw van een ander naar bed gaat,
heb je straks alleen nog maar droog brood te eten.
De vrouw van een ander kost je zelfs je leven!
27 Kun je vuur in je zak stoppen,
zonder dat je kleren in brand raken?
28 Kun je op gloeiende kolen lopen,
zonder dat je je voeten brandt?
29 Zo kun je ook niet zonder gevolgen
naar bed gaan met de vrouw van een ander.
Want je zal schuldig zijn.
30 Je mag een dief niet minachten als hij steelt omdat hij honger heeft.
31 Maar als hij betrapt wordt, moet hij zevenvoudig terugbetalen.
Het zal hem alles kosten wat hij heeft.
32 Maar als je naar bed gaat met de vrouw van een ander,
ben je een dwaas.
Want het zal slecht met je aflopen.
33 Schade en schande zullen het gevolg zijn.
Je zal voor altijd bespot worden.
34 De jaloersheid van haar man is als een vernietigend vuur.
Op de dag dat hij wraak op je komt nemen, kent hij geen genade.
35 Je kan het op geen enkele manier meer goed met hem maken.
Hij zal het je niet vergeven,
al bied je hem nog zulke grote geschenken aan. (lees verder)
ローマ人への手紙 8
Japanese Living Bible
8 こういうわけで、今は、キリスト・イエスに属する人が罪の宣告を受けることはありません。 2 なぜなら、いのちを与える御霊の力が、罪と死の悪循環から解放してくれたからです。 3 律法を知っているだけでは、罪の支配からは救い出されません。私たちはそれを守ることもできないし、実際守ってもいないからです。ところが、神は私たちを救うために、別の計画を実行に移されました。すなわち、神のひとり子を、私たちと同じ体を持つ者として〔ただ、私たちのような罪の性質を持たない点では異なりますが〕世にお遣わしになったのです。そして彼を、私たちの罪のためのいけにえとして、私たちをがんじがらめにする罪の支配を打ち破られたのです。 4 ですから今、私たちは聖霊に従って歩むなら、律法に従うことができるのです。そしてもはや、古い罪の性質の言いなりになることはありません。 5 罪の性質に従っている人は自分を喜ばせようとしますが、聖霊に従って歩む人は、神に喜んでいただこうとします。 6 聖霊に従って歩むならいのちと平安があり、古い罪の性質に従って歩むなら死が待っています。 7 古い性質は神に敵対するからです。古い性質が律法に従ったことは一度もなかったし、これからも決してありません。 8 ですから、なおも古い自我に支配されて欲望に従い続ける者は、決して神をお喜ばせすることができないのです。
新しい性質を持って生きる
9 しかし、あなたがたはそうではありません。もし神の御霊があなたがたのうちに住んでおられるなら、新しい性質に支配されているのです。もしその人のうちにキリストの御霊が住んでおられないなら、その人はクリスチャンではありません。 10 もしキリストがうちに住んでおられるなら、古い自分は罪のために死んでも、キリストにあって新しい自分が生きるのです。 11 そして、もしイエスを復活させた神の御霊が、あなたがたのうちに住んでおられるなら、神はこの同じ御霊によって、あなたがたの滅ぶべき体をも生かしてくださるのです。
12 ですから、愛する皆さん。あなたがたの古い罪の性質がどんなことを要求しても、それに応じる必要は全くありません。 13 もし古い性質に従い続けるなら、道に迷い、やがて滅びるしかありません。しかし、もし御霊の力によってそれを打ち砕くなら、あなたがたは生きるのです。
14 神の御霊によって導かれる者はだれでも、神の子どもだからです。 15 ですから私たちは、奴隷のようにいつもびくびくする必要はありません。神の家族の中に子どもとしてあたたかく迎え入れられたのですから、実の子どもらしくふるまい、神を「お父さん」と呼べるのです。 16 というのは、御霊が私たちに、あなたがたはほんとうに神の子どもであると語ってくださるからです。 17 私たちは神の子どもですから、神の相続財産を受けるのです。神がひとり子イエスにお与えになったものは、今では私たちのものでもあるのです。私たちが神の子の栄光を共に受けるのなら、当然、その苦難をも共に受けなければなりません。
18 けれども、私たちがいま味わっている苦しみは、後に私たちが受ける栄光に比べたら、取るに足りないものです。 19 そして、神がお造りになったすべてのものが、神の子どもたちの復活を忍耐と希望をもって待ち望んでいます。 20-21 その日には、罪、死、腐敗など〔この世界は今、神の命令により、不本意ながらこれらのものに支配されていますが〕は跡形もなく消え去り、この世界は、神の子どもたちが喜びをもって味わうことができる、罪からの輝かしい解放にあずかるからです。 22 私たちは、自然界もこのすばらしい日を待ち望みながら、苦しみうめいていることを知っています。 23 そればかりか、私たちクリスチャンでさえ、御霊を自分のうちにいただいて、将来の栄光を先取りしているにもかかわらず、罪からの完全な解放を待ち望んでうめいています。その日には、神が約束してくださった新しい体、すなわち、もはや苦しみも死もない体をいただくのです。 24 私たちは、このように信じて待ち望むことで救われています。信じて待ち望むとは、今は持っていなくても、やがて与えられると確信して待つことです。すでに持っていると思う人は、神が与えてくださると期待したり、信じて待ち望んだりはしません。 25 しかし、まだ起こっていないことを待たなければならないのなら、忍耐をもって、確信して待ち望むのです。
26 御霊も同じようにして、弱い私たちを助けてくださいます。私たちは、何をどのように祈ったらよいかさえわからないのですが、御霊は、ことばに表せないほどの深い同情と理解をもって、とりなしてくださるのです。 27 すべての人の心を知っておられる父なる神は、御霊が私たちのために、神ご自身のお心にかなう願いをささげてくださる時、その願いの意図をもちろん知っておられます。
28 私たちは、神を愛し神のご計画のうちを歩んでいる人のためには、その身に起こることはすべて、神が益としてくださることを知っているのです。 29 というのは、神はあらかじめ、ご自分のもとに来る人を知っていて、そのような人々がご自分の御子と同じになるように、最初から定めておられたからです。それは、御子イエスを多くの主を信じる者たちの長子とするためでした。 30 神はあらかじめ選んだ人々を招き、そして彼らの罪を赦し、義(正しい者)と認められた人々には、さらに栄光を与えると約束してくださいました。
神が私たちの味方
31 こんなにすばらしい恵みに対して、いったい何と言ったらよいでしょう。神が味方なら、だれが私たちに敵対できるでしょうか。 32 神は私たちすべてのために、たった一人の御子さえ惜しまずに、死に渡されたほどのお方ですから、ほかのすべてのものをも下さらないわけがあるでしょうか。 33 神がご自分のものとして選ばれた私たちを訴えるのはだれですか。神ですか。とんでもない。神は私たちを赦し、義としてくださった方ではありませんか。 34 では、私たちを罪に定めるのはだれですか。キリストですか。とんでもない。キリストは私たちのために死に、復活し、今は神の右の座で、私たちのために祈っていてくださるお方ではありませんか。 35 では、いったいだれが、私たちをキリストの愛から引き離すことができるのでしょうか。災難や苦しみ、迫害ですか。飢えや貧乏、あるいは危険や剣ですか。 36 聖書にこう書いてあるとおりです。
「神のためには、いつでも
死ねる心がまえでいなければならない。
私たちは殺されるのを待つ羊のようだ。」(詩篇44・22)
37 しかし、こうした中にあっても私たちは、いのちを投げ出してまで私たちを愛してくださったキリストによって、圧倒的な罪からの勝利を得るのです。 38 神の愛から私たちを引き離すことができるものは何一つない、と確信しています。死もいのちも、そんなことはできません。天使にもできません。地獄の全勢力が結集しても、神の愛から私たちを遠ざけることはできません。恐れも、不安も同様です。 39 あるいは、私たちが空高くのぼっても、海の底深くもぐっても、どこにいようと、神の愛から私たちを引き離すことはできません。
Romeinen 8
BasisBijbel
Het nieuwe leven
8 Maar als je bij Jezus Christus hoort, word je niet meer veroordeeld. Want dan leef je op de manier die de Geest wil, en niet meer op de manier die je 'ik' wil. 2 Want doordat jullie bij Hem horen, heeft 'de wet van de Geest' die levend maakt, jullie vrijgemaakt van 'de wet van het kwaad' die doodt. 3 De wet van Mozes kon de vriendschap tussen God en de mensen niet herstellen. Dat was onmogelijk doordat de mensen de wet niet kúnnen gehoorzamen. Ze kunnen niet gehoorzamen, doordat het kwaad ín hen zit. Maar God kon de vriendschap wél herstellen. Daarvoor stuurde Hij zijn eigen Zoon. Zijn Zoon werd precies zo'n mens als wij zijn. Namelijk een mens van vlees en bloed die door het kwaad verleid kan worden. Zo is door een mens het kwaad overwonnen doordat Jezus altijd gehoorzaam was aan God. 4 Nu kunnen we helemaal doen wat de wet van ons vraagt. Want wij leven niet meer op de manier die ons oude 'ik' wil, maar op de manier die de Geest wil.
5 De mensen die zich door hun 'ik' laten leiden, doen wat ze zelf willen. Maar de mensen die zich door de Geest laten leiden, leven op de manier die de Geest wil. 6 De mensen die zich door hun 'ik' laten leiden, komen uiteindelijk uit bij de dood. Maar de mensen die zich door de Geest laten leiden, krijgen leven en vrede. 7 Mensen die zich door hun 'ik' laten leiden, doen precies het tegenovergestelde van wat God wil. Ze gedragen zich als vijanden van God. Want ze gehoorzamen niet aan de wet van God. Dat kunnen ze ook niet. 8 Daarom geniet God niet van zulke mensen. 9 Maar jullie laten je niet langer leiden door jullie 'ik,' maar door de Geest. Tenminste, als de Geest van God in jullie woont. Als de Geest van Christus niet in je woont, ben je niet van God.
10 Als Christus in je woont, zal je lichaam nog wel sterven doordat het in de macht van het kwaad is. Maar je geest ontvangt leven, doordat God je heeft vrijgesproken van alle schuld. 11 Gods Geest heeft Jezus Christus uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Als diezelfde Geest in jullie woont, zal Hij ook júllie sterfelijke lichaam weer levend maken.
12 Daarom, broeders en zusters, hoeven we niet langer te doen wat ons oude 'ik' wil. 13 Als jullie alleen maar doen wat je oude 'ik' wil, zullen jullie sterven. Maar door de Geest kunnen jullie de verlangens van je oude 'ik' overwinnen. Als jullie je door Hem laten leiden, zullen jullie leven.
14 Iedereen die door Gods Geest wordt geleid, is een kind van God. 15 Want jullie hebben geen geest gekregen die bange slaven van jullie maakt. Maar jullie hebben Gods Geest gekregen. Hij maakt jullie tot kinderen van God. Door Gods Geest noemen we Hem vol vertrouwen: "Lieve Vader!" 16 Gods Geest die in ons is, laat onze eigen geest weten dat we kinderen van God zijn. 17 En omdat we Gods kinderen zijn, erven we ook. We erven hetzelfde van God als Jezus Christus. Net als Jezus moeten we veel lijden. Daarom geeft God ons ook dezelfde heerlijke hemelse dingen als Hij Jezus gegeven heeft. 18 En ik weet zeker dat de heerlijke dingen die God ons geeft, alles goedmaken wat we nu moeten lijden.
Het leven als kinderen van God
19 De hele aarde wacht vol spanning op het moment dat duidelijk zal worden wie de kinderen van God zijn. 20 Want de aarde is veroordeeld tot een zinloos bestaan. Een bestaan dat wordt beheerst door dood en bederf. Dat wilde de aarde niet zelf, maar dat heeft God zo bepaald.[a] 21 Maar het is zeker dat de aarde zal worden bevrijd van dat zinloze bestaan waarin alles in dood eindigt. De aarde zal dezelfde hemelse vrijheid krijgen als de kinderen van God. 22 We weten dat de hele aarde op dit moment zucht en kreunt van pijn, totdat het zover is. 23 En niet alleen de aarde, maar ook wijzelf. Het is wel zo dat we Gods Geest alvast gekregen hebben, als voorproef van de hemelse dingen die we nog gaan krijgen. Maar toch zuchten en kreunen we nu van pijn, terwijl we wachten op het moment dat God ons totaal zal bevrijden. Dan zal Hij ons voorgoed tot zijn kinderen maken. Dat zal zijn op het moment dat we bevrijd zullen worden van ons sterfelijke lichaam. 24 En daar kijken we vol verwachting naar uit. Dat doen we al vanaf de dag dat we werden gered! Als iets er al is, hoef je er niet meer naar uit te kijken. Het is er immers al. 25 Maar wij kijken uit naar iets wat er nog níet is. En we zijn er zeker van dat het komt. Daarom wachten we er vol vertrouwen geduldig op.
26 En omdat we maar zwakke mensen zijn, helpt Gods Geest ons. Want we weten zelf niet goed wat en hoe we moeten bidden. Maar de Geest bidt Zelf voor ons met zuchten die niet in woorden zijn uit te spreken. 27 En God, die weet wat er in het diepst van ons hart is, weet wat de Geest wil. Want wat de Geest voor de gelovigen bidt, is volgens de wil van God. 28 We weten dat God alles ten goede zal gebruiken voor de mensen die van Hem houden en die Hij volgens zijn plan geroepen heeft om bij Hem te horen. 29 Want God wist van tevoren al welke mensen van Hem zouden gaan houden. En van tevoren had God al de bedoeling dat die mensen op zijn Zoon zouden gaan lijken. Zo zou Jezus de eerste Zoon zijn die uit God werd geboren. Daarna zou hij nog heel veel broeders en zusters krijgen. 30 En de mensen van wie Hij de bedoeling had dat ze op zijn Zoon zouden gaan lijken, heeft Hij ook geroepen. En de mensen die Hij heeft geroepen, heeft Hij ook vrijgesproken van schuld. En de mensen die Hij heeft vrijgesproken van schuld, heeft Hij ook zijn hemelse macht en majesteit gegeven.
Niets kan de kinderen van God scheiden van Gods liefde
31 Wat moeten we dan nog zeggen? Als God vóór ons is, wie kan ons dan nog kwaad doen?[b] 32 God heeft zelfs zijn eigen Zoon aan ons gegeven. Dan zal Hij ons toch zeker ook al het andere geven dat we nodig hebben? 33 Wie zal de mensen die door God zijn uitgekozen, nog ergens van kunnen beschuldigen? God Zelf heeft hen vrijgesproken van schuld! 34 Wie zal hen dan nog kunnen veroordelen? Want Christus is voor ons gestorven en heeft zo onze straf op Zich genomen. En wat nog veel beter is: Hij is uit de dood opgestaan! Nu zit Hij naast God en Hij komt voor ons op. 35 Wie of wat zal ons dan nog kunnen losmaken van de liefde van Christus? Moeilijkheden, problemen, vervolging, gebrek aan eten, gebrek aan kleren, gevaar, de dood? 36 Het is zoals in de Boeken staat opgeschreven: "Omdat we in U geloven zijn we de hele dag in levensgevaar. De mensen behandelen ons als schapen die geslacht gaan worden." 37 Maar in alle moeilijkheden zijn we meer dan overwinnaars, dankzij Hem die van ons houdt. 38 Want ik weet zeker dat geen dood of leven, geen engelen of duivelse geesten, geen enkele macht, geen dingen nu of in de toekomst, 39 geen macht uit de hoogte of uit de diepte, nee, niets op deze aarde ons zal kunnen losmaken van de liefde van God. Die liefde heeft God ons gegeven door Jezus Christus, onze Heer.
Footnotes
- Romeinen 8:20 Lees Genesis 3:17-19.
- Romeinen 8:31 Dit stukje gaat verder op de mededeling in vers 18 dat al het lijden dat we nu doormaken, ruim goedgemaakt wordt door de heerlijke dingen die God ons geeft.
Copyright© 1978, 2011, 2016 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016