Openbaring 3:6-8
BasisBijbel
6 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."
De brief aan de gemeente in Filadelfia
7 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia:
Dit zegt de Heer die heilig is, en die de Waarheid is. Dit zegt Hij die de 'sleutel van David' heeft.[a] Als Ik open, zal niemand sluiten. En als Ik sluit, zal niemand openen.
8 Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik heb als het ware een deur voor jullie open gedaan, zodat jullie veel konden doen. Niemand zal die deur kunnen sluiten. Want ook al zijn jullie met maar weinig mensen, tóch hebben jullie gedaan wat Ik heb gezegd. En jullie hebben niet gedaan alsof jullie Mij niet kennen.
Read full chapterFootnotes
- Openbaring 3:7 Ergens de 'sleutels' van hebben betekent dat je daar de macht / het gezag over hebt.
Openbaring 3:6-8
Het Boek
6 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
7 Filadelfia
Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Filadelfia:
Dit zijn de woorden van Hem die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van het nieuwe Jeruzalem heeft, die binnenlaat wie Hij wil en buitensluit wie Hij wil: 8 Ik ken uw doen en laten. Ik weet dat u niet sterk bent, maar u hebt gedaan wat Ik zei en bent Mij niet ontrouw geworden. Daarom heb Ik een deur voor u geopend die niemand sluiten kan.
Read full chapter
Revelation 3:6-8
New International Version
6 Whoever has ears, let them hear(A) what the Spirit says to the churches.
To the Church in Philadelphia
7 “To the angel of the church in Philadelphia(B) write:
These are the words of him who is holy(C) and true,(D) who holds the key of David.(E) What he opens no one can shut, and what he shuts no one can open. 8 I know your deeds.(F) See, I have placed before you an open door(G) that no one can shut. I know that you have little strength, yet you have kept my word and have not denied my name.(H)
Revelation 3:6-8
King James Version
6 He that hath an ear, let him hear what the Spirit saith unto the churches.
7 And to the angel of the church in Philadelphia write; These things saith he that is holy, he that is true, he that hath the key of David, he that openeth, and no man shutteth; and shutteth, and no man openeth;
8 I know thy works: behold, I have set before thee an open door, and no man can shut it: for thou hast a little strength, and hast kept my word, and hast not denied my name.
Read full chapter
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.
