Print Page Options

De brief aan de gemeente in Efeze

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel[a] van de gemeente in Efeze:

Dit zegt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en die wandelt tussen de zeven gouden kandelaren: Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet hoe hard jullie werken en hoe goed jullie volhouden. En Ik weet ook dat jullie slechte mensen niet kunnen verdragen. Ik weet dat jullie hebben onderzocht of de mensen die zeggen dat ze boodschappers van God zijn, dat ook werkelijk waren. En jullie hebben ontdekt dat het leugenaars zijn. Ik weet dat jullie het heel erg moeilijk hebben omdat jullie in Mij geloven. Maar jullie hebben volgehouden en hebben niet opgegeven.

Maar er is ook iets aan jullie wat Ik níet goed vind: jullie houden niet meer zo veel van Mij als eerst. Kijk eens hoe diep jullie daardoor zijn gevallen. Jullie moeten veranderen en weer dezelfde dingen gaan doen als in het begin. Maar als jullie niet veranderen, zal Ik komen en jullie kandelaar van zijn plaats weghalen. Maar Ik vind het wél heel goed van jullie, dat jullie haten wat de Nikolaïten doen.[b] Want de dingen die zij doen, haat Ik ook.

Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zal Ik je te eten geven van de levensboom die in het paradijs van God staat."

De brief aan de gemeente in Smyrna

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna:

Dit zegt Hij die de Eerste en de Laatste is, en die dood is geweest en weer levend is geworden: Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet dat jullie vervolgd worden en daardoor arm zijn. Maar toch zijn jullie rijk. En Ik weet dat de Joden slechte dingen over jullie zeggen die niet waar zijn. Die mensen noemen zich wel Joden, maar in werkelijkheid zijn ze dienaren van de duivel.[c] 10 Wees niet bang voor wat jullie zullen moeten lijden. De duivel zal sommigen van jullie in de gevangenis gooien, in de hoop dat jullie je geloof zullen opgeven. Tien dagen lang zullen jullie worden verdrukt. Blijf trouw aan Mij, zelfs als je dat je leven zal kosten. Dan zal Ik jullie de levenskroon geven.

11 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zul je niet meer met de tweede dood[d] te maken krijgen."

De brief aan de gemeente in Pergamum

12 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamum:

Dit zegt Hij die het vlijmscherpe zwaard heeft: 13 Ik weet wat jullie allemaal doen. En Ik weet dat jullie in de plaats wonen waar de duivel zijn troon heeft staan.[e] Maar toch zijn jullie op Mij blijven vertrouwen. Jullie zijn niet gaan doen alsof jullie niet in Mij geloven. Ook niet toen mijn trouwe dienaar Antipas werd vermoord in de plaats waar de duivel zijn troon heeft staan.

14 Maar Ik vind het níet goed van jullie, dat er bij jullie in de gemeente mensen zijn die leven volgens de ideeën van Bileam. Bileam leerde koning Balak hoe hij ervoor kon zorgen dat het volk Israël van God zou afdwalen.[f] Hij zorgde ervoor dat het hele volk Israël ging meedoen met het aanbidden van afgoden en de mannen met allerlei vrouwen naar bed gingen. 15 Op dezelfde manier zijn er in jullie gemeente mensen die leven volgens de ideeën van de Nikolaïten.[g] Maar Ik haat wat de Nikolaïeten doen. 16 Jullie moeten daarmee ophouden en weer gaan leven zoals Ik het wil. Als jullie dat niet doen, zal Ik komen en tegen hen strijden met het zwaard van mijn mond.

17 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zal Ik je te eten geven van het geheime manna, het geheime brood uit de hemel. En Ik zal je een witte steen[h] geven met daarop een nieuwe naam. Niemand anders dan jij zal die naam weten."

De brief aan de gemeente in Tyatira

18 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Tyatira:

Dit zegt de Zoon van God die ogen heeft die vlammen als vuur, en voeten die lijken op gloeiend koper: 19 Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet hoeveel jullie van Mij houden. Ook weet Ik hoe groot jullie geloof is en hoe jullie volhouden om Mij te dienen. En Ik weet dat wat jullie nu doen, beter is dan wat jullie vroeger deden.

20 Maar Ik vind het níet goed van jullie, dat jullie de vrouw Izebel[i] haar gang laten gaan. Ze zegt dat ze namens Mij spreekt, maar ze leert mijn dienaren heel verkeerde dingen. Ze probeert de mensen ontrouw te maken aan Mij. Ze haalt mijn dienaren over om offers te gaan brengen aan de afgoden.[j] 21 Ik heb haar de tijd gegeven om hiermee te stoppen en te gaan leven zoals Ik het wil. Maar ze wil niet. 22 Daarom zal Ik haar ziek maken. En alle mensen die met haar meedoen, zullen in grote moeilijkheden komen als ze niet stoppen met wat ze doen. 23 Ik zal hen zelfs doden. Zo zullen alle gemeenten weten dat Ik de mensen door en door ken. En Ik zal iedereen geven wat hij heeft verdiend met wat hij gedaan heeft.

24 Maar er zijn ook mensen in Tyatira die niet naar haar hebben geluisterd. Zij hebben niet meegedaan met de duivelse dingen die de anderen deden. Hun geef Ik geen nieuwe opdracht. Tegen hen zeg Ik alleen dit: 25 Houd vast aan het geloof dat jullie hebben, totdat Ik terugkom.

26 Als je overwint en Mij tot het einde toe gehoorzaamt, zal Ik je macht geven over de ongelovigen. 27 Je zal streng over hen heersen, als met een ijzeren staf. Je zal hen vernietigen, als een kruik die je stukbreekt. Je zal dezelfde macht hebben die de Vader aan Mij heeft gegeven. 28 En Ik zal je de morgenster geven.

29 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."

Footnotes

  1. Openbaring 2:1 Het Griekse woord 'angelos' betekent niet alleen 'engel'. Het kan ook vertaald worden als 'boodschapper'. In dit vers wordt met de 'boodschapper' waarschijnlijk de voorganger van de gemeente bedoeld. Hij leidt immers namens God de gemeente.
  2. Openbaring 2:6 De Nikolaïten noemden zich christenen. Maar ze leerden de mensen dingen die niet overeenkomen met wat Jezus of de twaalf apostelen aan de mensen leerden over het christelijk geloof. Men denkt dat ze vooral op het gebied van seks er onchristelijke ideeën op na hielden. Ze leefden er seksueel op los. Daarom haat Jezus wat ze doen.
  3. Openbaring 2:9 Lees ook Johannes 8:39-47 en Romeinen 2:25-29.
  4. Openbaring 2:11 Lees ook Openbaring 20:11-15.
  5. Openbaring 2:13 In Pergamum had de Romeinse keizer een tempel laten neerzetten waar hij als god aanbeden wilde worden. Wie daar niet aan mee wilde doen, kon grote problemen verwachten! Het kan zijn dat de Antipas uit vers 13 daarom gedood is.
  6. Openbaring 2:14 Dat was toen het volk van Israël onderweg was van Egypte naar het beloofde land. Lees Numeri 31:1.
  7. Openbaring 2:15 De Nikolaïten noemden zich christenen. Maar ze leerden de mensen dingen die niet overeenkomen met wat Jezus of de twaalf apostelen aan de mensen leerden over het christelijk geloof. Men denkt dat ze vooral op het gebied van seks er onchristelijk ideeën op na hielden. Ze leefden er seksueel op los. Daarom haat Jezus wat ze doen.
  8. Openbaring 2:17 In de Griekse rechtspraak was het ontvangen van een witte steen het teken dat je werd vrijgesproken van schuld.
  9. Openbaring 2:20 Met Izebel wordt hier iemand bedoeld die dezelfde soort slechte dingen doet als Izebel deed, de vrouw van koning Achab uit het Oude Testament. Lees 1 Koningen 21:1-10 en 1 Koningen 18:4a. Een 'Izebel' stookt andere mensen op tot het doen van slechte dingen en tot het dienen van afgoden.
  10. Openbaring 2:20 Lees ook Openbaring 2:6. Misschien hoorde zij bij de stroming van de Nikolaïten.

給以弗所教會的信

「你要寫信告訴以弗所教會的天使,那位右手拿著七顆星、往來於七個金燈臺中间的主說,

『我知道你的行為、勞碌和堅忍,也知道你嫉惡如仇,曾查驗出那些假冒的使徒,揭穿他們的虛假。 你曾堅定不移地為我的名受苦,沒有氣餒。 但有一件事我要責備你,就是你把起初的愛心丟棄了。 因此,要回想你在哪裡跌倒了,並且悔改,照起初所行的去行。否則,我就要到你那裡,將你的燈臺從原處拿走。 然而你還有一點可取之處,就是你跟我一樣痛恨尼哥拉黨人的行徑。

『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。我必將上帝樂園中生命樹上的果子賜給得勝者吃。』

給士每拿教會的信

「你要寫信告訴士每拿教會的天使,那位首先的、末後的、死而復活的主說,

『我知道你遭受的苦難和貧窮,其實你是富足的。我也知道那些人對你的毀謗,他們自稱為猶太人,其實不是,而是撒旦的同夥[a] 10 你不要害怕將要遭受的苦難。魔鬼要將你們當中的一些人下在監裡,試煉你們,你們必遭受十天的迫害。但你要至死忠心,我必賜給你生命的冠冕。

11 『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。得勝者必不被第二次死亡所害。』

給別迦摩教會的信

12 「你要寫信告訴別迦摩教會的天使,那位有兩刃利劍的主說,

13 『我知道你住在撒旦稱王的地方。當我忠心的見證人安提帕在你們這撒旦盤踞之處殉道的時候,你仍然堅守我的名,仍然信靠我。 14 不過有幾件事我要責備你,你那裡有人隨從巴蘭的教導。這巴蘭從前教巴勒在以色列人面前佈下網羅,使他們吃祭過偶像的食物、犯淫亂的罪。 15 同樣,你們當中也有人附從尼哥拉黨的教導。 16 所以你要悔改,否則我必迅速到你那裡,用我口中的劍攻擊他們。

17 『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。我必將隱藏的嗎哪賜給得勝者。我也要賜給他一塊白石,石上刻著一個新名字,除了那領受的人以外,沒有人認識。』

給推雅推喇教會的信

18 「你要寫信告訴推雅推喇教會的天使,那位雙目如火焰、雙腳像閃亮精銅的上帝的兒子說,

19 『我知道你的行為、愛心、信心、事奉、堅忍,也知道你末後所做的善事比起初更多。 20 可是有一件事我要責備你,就是你容許那自稱是先知的婦人耶洗別教導我的眾奴僕,引誘他們淫亂、吃祭過偶像的食物。 21 我曾給她悔改的機會,她卻不肯悔改、離棄自己的淫亂行為, 22 所以我必叫她臥病在床。那些與她有染的人若不悔改,也必遭受極大的苦難。 23 我要擊殺她的爪牙[b],使眾教會都知道我洞察人的心思意念,我要照你們各人的行為對待你們。

24 『至於你們其餘在推雅推喇的人,就是不聽那邪說、沒有學習所謂的撒旦玄學的人,我告訴你們,我不會將別的重擔放在你們身上。 25 但你們要好好持守自己已經得到的,一直到我來。 26 至於那得勝又遵守我命令到底的人,我必賜給他統治列國的權柄, 27 正如我從我父得到的權柄。他必用鐵杖管轄列國,將他們如同陶器一般打得粉碎。 28 我也要把晨星賜給他。

29 『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。』

Footnotes

  1. 2·9 撒旦的同夥」希臘文是「撒旦的會眾」,用以表達與「耶和華的會眾」對立。
  2. 2·23 爪牙」希臘文是「兒女」。

Brieven aan de gemeenten

Efeze

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Efeze:

Dit zijn de woorden van Hem die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en tussen de zeven gouden kandelaars loopt: Ik weet dat u veel goed doet, hard werkt en standvastig bent. Ik weet dat u geen slechte mensen kunt verdragen, u hebt die zogenaamde apostelen als leugenaars aan de kaak gesteld. Ik weet dat u Mij dwars door alles heen trouw bent gebleven, u hebt het niet opgegeven. Toch heb Ik één ding op u tegen. U hebt de liefde van vroeger opgegeven. Denk er aan hoe diep u bent gevallen. Keer daarvan terug en doe weer dezelfde dingen als vroeger. Anders zal Ik uw kandelaar wegnemen. Het is wel goed dat u de verderfelijke praktijken van de Nikolaïeten haat, want Ik haat ze ook.

Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal Ik te eten geven van de boom die leven geeft en die in Gods paradijs staat.

Smyrna

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Smyrna:

Dit zijn de woorden van de eerste en de laatste, van Hem die dood geweest is en weer levend is geworden: Ik weet hoe u omwille van Mij vervolgd wordt en in wat voor armoede u leeft, hoewel u rijk bent. Ik weet ook welke lelijke dingen er over u gezegd worden door mensen die zich Joden noemen, maar in feite dienaren van Satan zijn. 10 Wees niet bang voor wat u nog moet doormaken. De duivel zal sommigen van u in de gevangenis gooien om u op de proef te stellen, u zult tien dagen zwaar te lijden hebben. Blijf Mij trouw tot in de dood, dan zal Ik u de erekrans van het eeuwige leven geven.

11 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal niet door de tweede dood getroffen worden.

12 Pergamum

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Pergamum:

Dit zijn de woorden van Hem die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft: 13 Ik weet dat u in de stad woont waar Satan regeert. Toch bent u Mij trouw gebleven. U hebt het geloof in Mij niet herroepen, ook niet toen mijn trouwe getuige Antipas vermoord werd in uw stad, waar Satan woont. 14 Maar er zijn enkele dingen die Ik tegen u heb. U laat de volgelingen van Bileam onder u hun gang gaan. Bileam vertelde koning Balak immers hoe hij de Israëlieten ten val kon brengen: door hen vlees te laten eten dat aan afgoden geofferd was en door hen ontucht te laten plegen. 15 Zo zijn er ook onder u mensen die de verderfelijke leer van de Nikolaïeten volgen. 16 Keer daarvan terug. Anders kom Ik binnenkort naar u toe om hen met het zwaard uit mijn mond te bevechten.

17 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal Ik te eten geven van het verborgen manna, van het voedsel uit de hemel. En Ik zal hem een witte steen geven met daarop zijn nieuwe naam, die niemand kent, behalve hijzelf als hij hem ontvangt.

18 Thyatira

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Thyatira:

Dit zijn de woorden van de Zoon van God, die ogen heeft als vlammend vuur en voeten die gloeien als brons: 19 Ik ken uw doen en laten, uw liefde, uw geloof en hulpvaardigheid en ik weet hoe moedig u volhoudt. Ik weet ook dat u nu nog meer doet dan eerst. 20 Toch heb Ik iets tegen u. U laat die vrouw Izebel maar haar gang gaan. Zij beweert namens Mij te spreken, maar leert de vreselijkste dingen. Zij verleidt mijn dienaren tot ontucht en het eten van vlees dat aan afgoden geofferd is. 21 Ik heb haar de tijd gegeven om zich te bekeren van haar ontucht, maar zij wil niet. 22 Daarom zal Ik haar op bed doen liggen en hen die ontucht met haar bedrijven laten lijden, tenzij zij met haar breken. 23 Ik zal haar kinderen doden. Alle gemeenten zullen weten dat Ik de diepste gedachten en wensen van de mens ken en dat Ik ieder zal geven wat hij verdient. 24 Maar gelukkig zijn er in Thyatira nog mensen die deze verderfelijke leer niet volgen, die niet de zogenaamde diepten van Satan hebben leren kennen. Van u vraag Ik niets meer 25 dan dat u vasthoudt wat u hebt, totdat Ik kom.

26 Wie overwint en tot het einde doet wat Ik van hem vraag, zal Ik macht geven over vreemde volken. 27 Hij zal met een ijzeren staf over hen regeren, zij worden verbrijzeld als bros aardewerk. 28 Dat is de macht die Ik ook van mijn Vader gekregen heb. Wie overwint, zal Ik de morgenster geven.

29 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

给以弗所教会的信

“你要写信告诉以弗所教会的天使,那位右手拿着七颗星、往来于七个金灯台中间的主说,

‘我知道你的行为、劳碌和坚忍,也知道你疾恶如仇,曾查验出那些假冒的使徒,揭穿他们的虚假。 你曾坚定不移地为我的名受苦,没有气馁。 但有一件事我要责备你,就是你把起初的爱心丢弃了。 因此,要回想你在哪里跌倒了,并且悔改,照起初所行的去行。否则,我就要到你那里,将你的灯台从原处拿走。 然而你还有一点可取之处,就是你跟我一样痛恨尼哥拉党人的行径。

‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。我必将上帝乐园中生命树上的果子赐给得胜者吃。’

给士每拿教会的信

“你要写信告诉士每拿教会的天使,那位首先的、末后的、死而复活的主说,

‘我知道你遭受的苦难和贫穷,其实你是富足的。我也知道那些人对你的毁谤,他们自称为犹太人,其实不是,而是撒旦的同伙[a] 10 你不要害怕将要遭受的苦难。魔鬼要将你们当中的一些人下在监里,试炼你们,你们必遭受十天的迫害。但你要至死忠心,我必赐给你生命的冠冕。

11 ‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。得胜者必不被第二次死亡所害。’

给别迦摩教会的信

12 “你要写信告诉别迦摩教会的天使,那位有两刃利剑的主说,

13 ‘我知道你住在撒旦称王的地方。当我忠心的见证人安提帕在你们这撒旦盘踞之处殉道的时候,你仍然坚守我的名,仍然信靠我。 14 不过有几件事我要责备你,你那里有人随从巴兰的教导。这巴兰从前教巴勒在以色列人面前布下网罗,使他们吃祭过偶像的食物、犯淫乱的罪。 15 同样,你们当中也有人附从尼哥拉党的教导。 16 所以你要悔改,否则我必迅速到你那里,用我口中的剑攻击他们。

17 ‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。我必将隐藏的吗哪赐给得胜者。我也要赐给他一块白石,石上刻着一个新名字,除了那领受的人以外,没有人认识。’

给推雅推喇教会的信

18 “你要写信告诉推雅推喇教会的天使,那位双目如火焰、双脚像闪亮精铜的上帝的儿子说,

19 ‘我知道你的行为、爱心、信心、事奉、坚忍,也知道你末后所做的善事比起初更多。 20 可是有一件事我要责备你,就是你容许那自称是先知的妇人耶洗别教导我的众奴仆,引诱他们淫乱、吃祭过偶像的食物。 21 我曾给她悔改的机会,她却不肯悔改、离弃自己的淫乱行为, 22 所以我必叫她卧病在床。那些与她有染的人若不悔改,也必遭受极大的苦难。 23 我要击杀她的爪牙[b],使众教会都知道我洞察人的心思意念,我要照你们各人的行为对待你们。

24 ‘至于你们其余在推雅推喇的人,就是不听那邪说,没有学习所谓的撒旦玄学的人,我告诉你们,我不会将别的重担放在你们身上。 25 但你们要好好持守自己已经得到的,一直到我来。 26 至于那得胜又遵守我命令到底的人,我必赐给他统治列国的权柄, 27 正如我从我父得到的权柄。他必用铁杖管辖列国,将他们如同陶器一般打得粉碎。 28 我也要把晨星赐给他。

29 ‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。’

Footnotes

  1. 2:9 撒旦的同伙”希腊文是“撒旦的会众”,用以表达与“耶和华的会众”对立。
  2. 2:23 爪牙”希腊文是“儿女”。

耶稣致以弗所教会的信

“给以弗所教会天使的信,要这样写:

“右手拿着七颗星,走在七个金灯台之间的他说: 我知道你的事迹、辛勤和恒心。我还知道你不能容忍邪恶之人。你考验那些自称是使徒,但实际却不是的人,认出他们只不过是骗子而已。 为了我,你吃苦耐劳,不知疲倦。

“但是,有一件事,我要责备你:你已抛弃了当初的爱心。 想一想,你是在哪儿跌倒的。忏悔吧!当初怎么做,现在还那样做吧!如果你不忏悔,我就要到你这里来,把你的灯台拿走。 不过,你还有一些可取之处,你和我一样憎恨尼哥拉人 [a]的行为。

“有耳能听的人,都应该听听圣灵对教会说的话。对于胜利者,我要给他们权力,吃上帝乐园的生命树的果实。”

耶稣致士每拿教会的信

“给士每拿教会天使的信,要这样写:

“那位即是开始、又是结束、从死里复活的他说: ‘我知道你受苦受穷,但实际上你很富有。我也知道你遭到了自称是犹太人的诽谤(其实他们并不是),他们实际上是撒旦的党羽。 10 不要害怕你将要遭受到的苦难。听着,魔鬼会把你们中的一些人投入监狱,去考验你们。你们要受十天的苦难,但是,你要忠贞不渝,视死如归,我会赐给你永生的桂冠。

11 “有耳能听的人,都应该听圣灵对教会讲的话。获胜的人绝不会受到第二次死亡的伤害。’”

耶稣致别迦摩教会的信

12 “给别迦摩教会天使的信,要这样写:

“有双刃利剑的他说: 13 ‘我知道你住在哪里,你住在撒旦宝座所在之地。我还知道你一直坚持对我的名字的信仰,即使是在我忠实的见证人、安提帕斯在你们的城市里,即撒旦所在之地,被杀害的日子里,你也没有放弃对我的信仰。

14 “然而有些事情我要责备你:你们中间有些人,追随巴兰木的教导。 [b]巴兰木曾教唆巴勒克去引诱以色列人,让他们犯罪,吃祭偶像的食品,并犯有不道德的性行为。 [c] 15 同样,你们中间还有一些人追随尼哥拉的教导。 16 忏悔吧!不然我很快就会到你们这儿来,用我口中的利剑与你们作战。

17 “有耳能听的人,都应该听圣灵对教会说的话。

“我要赐给获胜的人隐藏的吗哪 [d],并赐给他一块白石,上面写着一个新名字,只有得到它的人才能知道那名字是什么。’”

耶稣致推雅推喇教会的信

18 “给推雅推喇教会天使的信,要这样写:

“上帝之子双眼像燃烧的火焰,双脚像闪亮的青铜,他说: 19 我知道你的行为、爱心、信仰、勤劳和耐力。我知道你现在做的事比刚开始时做的要好。 20 然而,有一件事我要责备你:你容忍了那个自称是女先知的耶洗别。她的教唆使我的仆人误入歧途,导致他们淫行堕落,吃祭过偶像的食物。 21 我给了她时间去忏悔,但是,她并没有为自己的淫乱而忏悔。 22 所以我要把她扔在痛苦的床上。那些和她通奸的人,也要遭受到大灾大难,除非他们为自己和她在一起的淫乱行为而忏悔。 23 我要杀死跟随她的人,让所有的教会都知道,我洞悉人们的想法与意识,我要按照你们的行为,报应你们每个人。

24 “你们在推雅推喇其余的人,没有追随邪说,也没有学撒旦所谓的深邃的秘密。我要告诉你们,我不会给你们任何其它的负担, 25 但是,你们一定要坚持你们已有的,直到我的来临。

26 “对于那些获胜的人和一直坚持遵守我的命令到底的人,我要赐给他统治万国的权柄:

27 ‘他将用铁棒来统治他们,
把他们像瓦罐一样打得粉碎。’ (A)

28 就像我从我父亲手中得到这个权力一样,我还要赐给这个人一颗晨星。 29 有耳能听的人,都应该听圣灵对教会所说的话。”

Footnotes

  1. 啟 示 錄 2:6 尼哥拉: 宗教团体,追随错误的思想。
  2. 啟 示 錄 2:14 《民数记》22:20-25:5。
  3. 啟 示 錄 2:14 以色列人对偶像的崇拜,在精神的角度常被认为是卖淫。耶利米书3:6-10;5:7,《以西结书》16:1-43。
  4. 啟 示 錄 2:17 吗哪: 曾是上帝赐给旷野里的以色列人的食物.《出埃及记》16:4-36《希伯来书》9:4。