Add parallel Print Page Options

De brief aan de gemeente in Efeze

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel[a] van de gemeente in Efeze:

Dit zegt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en die wandelt tussen de zeven gouden kandelaren: Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet hoe hard jullie werken en hoe goed jullie volhouden. En Ik weet ook dat jullie slechte mensen niet kunnen verdragen. Ik weet dat jullie hebben onderzocht of de mensen die zeggen dat ze boodschappers van God zijn, dat ook werkelijk waren. En jullie hebben ontdekt dat het leugenaars zijn. Ik weet dat jullie het heel erg moeilijk hebben omdat jullie in Mij geloven. Maar jullie hebben volgehouden en hebben niet opgegeven.

Maar er is ook iets aan jullie wat Ik níet goed vind: jullie houden niet meer zo veel van Mij als eerst. Kijk eens hoe diep jullie daardoor zijn gevallen. Jullie moeten veranderen en weer dezelfde dingen gaan doen als in het begin. Maar als jullie niet veranderen, zal Ik komen en jullie kandelaar van zijn plaats weghalen. Maar Ik vind het wél heel goed van jullie, dat jullie haten wat de Nikolaïten doen.[b] Want de dingen die zij doen, haat Ik ook.

Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zal Ik je te eten geven van de levensboom die in het paradijs van God staat."

De brief aan de gemeente in Smyrna

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna:

Dit zegt Hij die de Eerste en de Laatste is, en die dood is geweest en weer levend is geworden: Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet dat jullie vervolgd worden en daardoor arm zijn. Maar toch zijn jullie rijk. En Ik weet dat de Joden slechte dingen over jullie zeggen die niet waar zijn. Die mensen noemen zich wel Joden, maar in werkelijkheid zijn ze dienaren van de duivel.[c] 10 Wees niet bang voor wat jullie zullen moeten lijden. De duivel zal sommigen van jullie in de gevangenis gooien, in de hoop dat jullie je geloof zullen opgeven. Tien dagen lang zullen jullie worden verdrukt. Blijf trouw aan Mij, zelfs als je dat je leven zal kosten. Dan zal Ik jullie de levenskroon geven.

11 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zul je niet meer met de tweede dood[d] te maken krijgen."

De brief aan de gemeente in Pergamum

12 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamum:

Dit zegt Hij die het vlijmscherpe zwaard heeft: 13 Ik weet wat jullie allemaal doen. En Ik weet dat jullie in de plaats wonen waar de duivel zijn troon heeft staan.[e] Maar toch zijn jullie op Mij blijven vertrouwen. Jullie zijn niet gaan doen alsof jullie niet in Mij geloven. Ook niet toen mijn trouwe dienaar Antipas werd vermoord in de plaats waar de duivel zijn troon heeft staan.

14 Maar Ik vind het níet goed van jullie, dat er bij jullie in de gemeente mensen zijn die leven volgens de ideeën van Bileam. Bileam leerde koning Balak hoe hij ervoor kon zorgen dat het volk Israël van God zou afdwalen.[f] Hij zorgde ervoor dat het hele volk Israël ging meedoen met het aanbidden van afgoden en de mannen met allerlei vrouwen naar bed gingen. 15 Op dezelfde manier zijn er in jullie gemeente mensen die leven volgens de ideeën van de Nikolaïten.[g] Maar Ik haat wat de Nikolaïeten doen. 16 Jullie moeten daarmee ophouden en weer gaan leven zoals Ik het wil. Als jullie dat niet doen, zal Ik komen en tegen hen strijden met het zwaard van mijn mond.

17 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zal Ik je te eten geven van het geheime manna, het geheime brood uit de hemel. En Ik zal je een witte steen[h] geven met daarop een nieuwe naam. Niemand anders dan jij zal die naam weten."

De brief aan de gemeente in Tyatira

18 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Tyatira:

Dit zegt de Zoon van God die ogen heeft die vlammen als vuur, en voeten die lijken op gloeiend koper: 19 Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet hoeveel jullie van Mij houden. Ook weet Ik hoe groot jullie geloof is en hoe jullie volhouden om Mij te dienen. En Ik weet dat wat jullie nu doen, beter is dan wat jullie vroeger deden.

20 Maar Ik vind het níet goed van jullie, dat jullie de vrouw Izebel[i] haar gang laten gaan. Ze zegt dat ze namens Mij spreekt, maar ze leert mijn dienaren heel verkeerde dingen. Ze probeert de mensen ontrouw te maken aan Mij. Ze haalt mijn dienaren over om offers te gaan brengen aan de afgoden.[j] 21 Ik heb haar de tijd gegeven om hiermee te stoppen en te gaan leven zoals Ik het wil. Maar ze wil niet. 22 Daarom zal Ik haar ziek maken. En alle mensen die met haar meedoen, zullen in grote moeilijkheden komen als ze niet stoppen met wat ze doen. 23 Ik zal hen zelfs doden. Zo zullen alle gemeenten weten dat Ik de mensen door en door ken. En Ik zal iedereen geven wat hij heeft verdiend met wat hij gedaan heeft.

24 Maar er zijn ook mensen in Tyatira die niet naar haar hebben geluisterd. Zij hebben niet meegedaan met de duivelse dingen die de anderen deden. Hun geef Ik geen nieuwe opdracht. Tegen hen zeg Ik alleen dit: 25 Houd vast aan het geloof dat jullie hebben, totdat Ik terugkom.

26 Als je overwint en Mij tot het einde toe gehoorzaamt, zal Ik je macht geven over de ongelovigen. 27 Je zal streng over hen heersen, als met een ijzeren staf. Je zal hen vernietigen, als een kruik die je stukbreekt. Je zal dezelfde macht hebben die de Vader aan Mij heeft gegeven. 28 En Ik zal je de morgenster geven.

29 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."

Footnotes

  1. Openbaring 2:1 Het Griekse woord 'angelos' betekent niet alleen 'engel'. Het kan ook vertaald worden als 'boodschapper'. In dit vers wordt met de 'boodschapper' waarschijnlijk de voorganger van de gemeente bedoeld. Hij leidt immers namens God de gemeente.
  2. Openbaring 2:6 De Nikolaïten noemden zich christenen. Maar ze leerden de mensen dingen die niet overeenkomen met wat Jezus of de twaalf apostelen aan de mensen leerden over het christelijk geloof. Men denkt dat ze vooral op het gebied van seks er onchristelijke ideeën op na hielden. Ze leefden er seksueel op los. Daarom haat Jezus wat ze doen.
  3. Openbaring 2:9 Lees ook Johannes 8:39-47 en Romeinen 2:25-29.
  4. Openbaring 2:11 Lees ook Openbaring 20:11-15.
  5. Openbaring 2:13 In Pergamum had de Romeinse keizer een tempel laten neerzetten waar hij als god aanbeden wilde worden. Wie daar niet aan mee wilde doen, kon grote problemen verwachten! Het kan zijn dat de Antipas uit vers 13 daarom gedood is.
  6. Openbaring 2:14 Dat was toen het volk van Israël onderweg was van Egypte naar het beloofde land. Lees Numeri 31:1.
  7. Openbaring 2:15 De Nikolaïten noemden zich christenen. Maar ze leerden de mensen dingen die niet overeenkomen met wat Jezus of de twaalf apostelen aan de mensen leerden over het christelijk geloof. Men denkt dat ze vooral op het gebied van seks er onchristelijk ideeën op na hielden. Ze leefden er seksueel op los. Daarom haat Jezus wat ze doen.
  8. Openbaring 2:17 In de Griekse rechtspraak was het ontvangen van een witte steen het teken dat je werd vrijgesproken van schuld.
  9. Openbaring 2:20 Met Izebel wordt hier iemand bedoeld die dezelfde soort slechte dingen doet als Izebel deed, de vrouw van koning Achab uit het Oude Testament. Lees 1 Koningen 21:1-10 en 1 Koningen 18:4a. Een 'Izebel' stookt andere mensen op tot het doen van slechte dingen en tot het dienen van afgoden.
  10. Openbaring 2:20 Lees ook Openbaring 2:6. Misschien hoorde zij bij de stroming van de Nikolaïten.

給以弗所教會的信

「你要寫信告訴以弗所教會的天使,那位右手拿著七顆星、往來於七個金燈臺中间的主說,

『我知道你的行為、勞碌和堅忍,也知道你嫉惡如仇,曾查驗出那些假冒的使徒,揭穿他們的虛假。 你曾堅定不移地為我的名受苦,沒有氣餒。 但有一件事我要責備你,就是你把起初的愛心丟棄了。 因此,要回想你在哪裡跌倒了,並且悔改,照起初所行的去行。否則,我就要到你那裡,將你的燈臺從原處拿走。 然而你還有一點可取之處,就是你跟我一樣痛恨尼哥拉黨人的行徑。

『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。我必將上帝樂園中生命樹上的果子賜給得勝者吃。』

給士每拿教會的信

「你要寫信告訴士每拿教會的天使,那位首先的、末後的、死而復活的主說,

『我知道你遭受的苦難和貧窮,其實你是富足的。我也知道那些人對你的毀謗,他們自稱為猶太人,其實不是,而是撒旦的同夥[a] 10 你不要害怕將要遭受的苦難。魔鬼要將你們當中的一些人下在監裡,試煉你們,你們必遭受十天的迫害。但你要至死忠心,我必賜給你生命的冠冕。

11 『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。得勝者必不被第二次死亡所害。』

給別迦摩教會的信

12 「你要寫信告訴別迦摩教會的天使,那位有兩刃利劍的主說,

13 『我知道你住在撒旦稱王的地方。當我忠心的見證人安提帕在你們這撒旦盤踞之處殉道的時候,你仍然堅守我的名,仍然信靠我。 14 不過有幾件事我要責備你,你那裡有人隨從巴蘭的教導。這巴蘭從前教巴勒在以色列人面前佈下網羅,使他們吃祭過偶像的食物、犯淫亂的罪。 15 同樣,你們當中也有人附從尼哥拉黨的教導。 16 所以你要悔改,否則我必迅速到你那裡,用我口中的劍攻擊他們。

17 『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。我必將隱藏的嗎哪賜給得勝者。我也要賜給他一塊白石,石上刻著一個新名字,除了那領受的人以外,沒有人認識。』

給推雅推喇教會的信

18 「你要寫信告訴推雅推喇教會的天使,那位雙目如火焰、雙腳像閃亮精銅的上帝的兒子說,

19 『我知道你的行為、愛心、信心、事奉、堅忍,也知道你末後所做的善事比起初更多。 20 可是有一件事我要責備你,就是你容許那自稱是先知的婦人耶洗別教導我的眾奴僕,引誘他們淫亂、吃祭過偶像的食物。 21 我曾給她悔改的機會,她卻不肯悔改、離棄自己的淫亂行為, 22 所以我必叫她臥病在床。那些與她有染的人若不悔改,也必遭受極大的苦難。 23 我要擊殺她的爪牙[b],使眾教會都知道我洞察人的心思意念,我要照你們各人的行為對待你們。

24 『至於你們其餘在推雅推喇的人,就是不聽那邪說、沒有學習所謂的撒旦玄學的人,我告訴你們,我不會將別的重擔放在你們身上。 25 但你們要好好持守自己已經得到的,一直到我來。 26 至於那得勝又遵守我命令到底的人,我必賜給他統治列國的權柄, 27 正如我從我父得到的權柄。他必用鐵杖管轄列國,將他們如同陶器一般打得粉碎。 28 我也要把晨星賜給他。

29 『聖靈對各教會所說的話,凡有耳朵的都應當聽。』

Footnotes

  1. 2·9 撒旦的同夥」希臘文是「撒旦的會眾」,用以表達與「耶和華的會眾」對立。
  2. 2·23 爪牙」希臘文是「兒女」。

Brieven aan de gemeenten

Efeze

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Efeze:

Dit zijn de woorden van Hem die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en tussen de zeven gouden kandelaars loopt: Ik weet dat u veel goed doet, hard werkt en standvastig bent. Ik weet dat u geen slechte mensen kunt verdragen, u hebt die zogenaamde apostelen als leugenaars aan de kaak gesteld. Ik weet dat u Mij dwars door alles heen trouw bent gebleven, u hebt het niet opgegeven. Toch heb Ik één ding op u tegen. U hebt de liefde van vroeger opgegeven. Denk er aan hoe diep u bent gevallen. Keer daarvan terug en doe weer dezelfde dingen als vroeger. Anders zal Ik uw kandelaar wegnemen. Het is wel goed dat u de verderfelijke praktijken van de Nikolaïeten haat, want Ik haat ze ook.

Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal Ik te eten geven van de boom die leven geeft en die in Gods paradijs staat.

Smyrna

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Smyrna:

Dit zijn de woorden van de eerste en de laatste, van Hem die dood geweest is en weer levend is geworden: Ik weet hoe u omwille van Mij vervolgd wordt en in wat voor armoede u leeft, hoewel u rijk bent. Ik weet ook welke lelijke dingen er over u gezegd worden door mensen die zich Joden noemen, maar in feite dienaren van Satan zijn. 10 Wees niet bang voor wat u nog moet doormaken. De duivel zal sommigen van u in de gevangenis gooien om u op de proef te stellen, u zult tien dagen zwaar te lijden hebben. Blijf Mij trouw tot in de dood, dan zal Ik u de erekrans van het eeuwige leven geven.

11 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal niet door de tweede dood getroffen worden.

12 Pergamum

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Pergamum:

Dit zijn de woorden van Hem die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft: 13 Ik weet dat u in de stad woont waar Satan regeert. Toch bent u Mij trouw gebleven. U hebt het geloof in Mij niet herroepen, ook niet toen mijn trouwe getuige Antipas vermoord werd in uw stad, waar Satan woont. 14 Maar er zijn enkele dingen die Ik tegen u heb. U laat de volgelingen van Bileam onder u hun gang gaan. Bileam vertelde koning Balak immers hoe hij de Israëlieten ten val kon brengen: door hen vlees te laten eten dat aan afgoden geofferd was en door hen ontucht te laten plegen. 15 Zo zijn er ook onder u mensen die de verderfelijke leer van de Nikolaïeten volgen. 16 Keer daarvan terug. Anders kom Ik binnenkort naar u toe om hen met het zwaard uit mijn mond te bevechten.

17 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal Ik te eten geven van het verborgen manna, van het voedsel uit de hemel. En Ik zal hem een witte steen geven met daarop zijn nieuwe naam, die niemand kent, behalve hijzelf als hij hem ontvangt.

18 Thyatira

Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Thyatira:

Dit zijn de woorden van de Zoon van God, die ogen heeft als vlammend vuur en voeten die gloeien als brons: 19 Ik ken uw doen en laten, uw liefde, uw geloof en hulpvaardigheid en ik weet hoe moedig u volhoudt. Ik weet ook dat u nu nog meer doet dan eerst. 20 Toch heb Ik iets tegen u. U laat die vrouw Izebel maar haar gang gaan. Zij beweert namens Mij te spreken, maar leert de vreselijkste dingen. Zij verleidt mijn dienaren tot ontucht en het eten van vlees dat aan afgoden geofferd is. 21 Ik heb haar de tijd gegeven om zich te bekeren van haar ontucht, maar zij wil niet. 22 Daarom zal Ik haar op bed doen liggen en hen die ontucht met haar bedrijven laten lijden, tenzij zij met haar breken. 23 Ik zal haar kinderen doden. Alle gemeenten zullen weten dat Ik de diepste gedachten en wensen van de mens ken en dat Ik ieder zal geven wat hij verdient. 24 Maar gelukkig zijn er in Thyatira nog mensen die deze verderfelijke leer niet volgen, die niet de zogenaamde diepten van Satan hebben leren kennen. Van u vraag Ik niets meer 25 dan dat u vasthoudt wat u hebt, totdat Ik kom.

26 Wie overwint en tot het einde doet wat Ik van hem vraag, zal Ik macht geven over vreemde volken. 27 Hij zal met een ijzeren staf over hen regeren, zij worden verbrijzeld als bros aardewerk. 28 Dat is de macht die Ik ook van mijn Vader gekregen heb. Wie overwint, zal Ik de morgenster geven.

29 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

Message to Ephesus

“To the angel (divine messenger) of the church in [a]Ephesus write:

“These are the words of the One who holds [firmly] the seven stars [which are the angels or messengers of the seven churches] in His right hand, the One who walks among the seven golden lampstands (the seven churches):

‘I know [b]your deeds and your toil, and your patient endurance, and that you cannot tolerate those who are evil, and have tested and critically appraised those who call themselves apostles (special messengers, personally chosen representatives, of Christ), and [in fact] are not, and have found them to be liars and impostors; and [I know that] you [who believe] are enduring patiently and are bearing up for My name’s sake, and that you have not grown weary [of being faithful to the truth]. But I have this [charge] against you, that you have left your first love [you have lost the depth of love that you first had for Me]. So remember the heights from which you have fallen, and repent [change your inner self—your old way of thinking, your sinful behavior—seek God’s will] and do the works you did at first [when you first knew Me]; otherwise, I will visit you and remove your lampstand (the church, its impact) from its place—unless you repent. Yet you have this [to your credit], that you hate the works and corrupt teachings of the [c]Nicolaitans [that mislead and delude the people], which I also hate. He who has an ear, let him hear and heed what the Spirit says to the churches. To him who [d]overcomes [the world through believing that Jesus is the Son of God], I will grant [the privilege] to eat [the fruit] from the tree of life, which is in the Paradise of God.’(A)

Message to Smyrna

“And to the angel (divine messenger) of the church in [e]Smyrna write:

“These are the words of the First and the Last [absolute Deity, the Son of God] who died and came to life [again]:(B)

‘I know your suffering and your poverty (but you are rich), and how you are blasphemed and slandered by those who say they are Jews and are not, but are a synagogue of Satan [they are Jews only by blood, and do not believe and truly honor the God whom they claim to worship]. 10 Fear nothing that you are about to suffer. Be aware that the devil is about to throw some of you into prison, that you may be tested [in your faith], and for ten days you will have tribulation. Be faithful to the point of death [if you must die for your faith], and I will give you the crown [consisting] of life.(C) 11 He who has an ear, let him hear and heed what the Spirit says to the churches. He who overcomes [the world through believing that Jesus is the Son of God] will not be hurt by the second death ([f]the lake of fire).’(D)

Message to Pergamum

12 “And to the angel (divine messenger) of the church in [g]Pergamum write:

“These are the words of Him who has and wields the sharp two-edged sword [in judgment]:

13 ‘I know where you dwell, [a place] where Satan sits enthroned. Yet you are holding fast to My name, and you did not deny [h]My faith even in the days of [i]Antipas, My witness, My faithful one, who was killed (martyred) among you, where Satan dwells. 14 But I have a few things against you, because you have there some [among you] who are holding to the [corrupt] teaching of Balaam, who taught [j]Balak to put a stumbling block before the sons of Israel, [enticing them] to eat things that had been sacrificed to idols and to commit [acts of sexual] [k]immorality.(E) 15 You also have some who in the same way are holding to the teaching of the [l]Nicolaitans. 16 Therefore repent [change your inner self—your old way of thinking, your sinful behavior—seek God’s will]; or else I am coming to you quickly, and I will make war and fight against them with the sword of My mouth [in judgment]. 17 He who has an ear, let him hear and heed what the Spirit says to the churches. To him who overcomes [the world through believing that Jesus is the Son of God], to him I will give [the privilege of eating] some of the [m]hidden manna, and I will give him a [n]white stone with a new name engraved on the stone which no one knows except the one who receives it.’(F)

Message to Thyatira

18 “And to the angel (divine messenger) of the church in [o]Thyatira write:

“These are the words of the Son of God, who has eyes [that flash] like a flame of fire [in righteous judgment], and whose feet are like burnished [white-hot] bronze:(G)

19 ‘I know your deeds, your love and faith and service and patient endurance, and that your last deeds are more numerous and greater than the first. 20 But I have this [charge] against you, that you tolerate the woman Jezebel, who calls herself a prophetess [claiming to be inspired], and she teaches and misleads My bond-servants so that they commit [acts of sexual] immorality and eat food sacrificed to idols.(H) 21 I gave her time to repent [to change her inner self and her sinful way of thinking], but she has no desire to repent of her immorality and refuses to do so. 22 [p]Listen carefully, I will throw her on a bed of sickness, and those who commit adultery with her [I will bring] into great anguish, unless they repent of her deeds. 23 And I will kill her children (followers) with [q]pestilence [thoroughly annihilating them], and all the churches will know [without any doubt] that I am He who searches the [r]minds and hearts [the innermost thoughts, purposes]; and I will give to each one of you [a reward or punishment] according to your deeds.(I) 24 But to the rest of you in Thyatira, who do not hold this teaching, who have not explored and known the [s]depths of Satan, as they call them—I place no other burden on you, 25 except to hold tightly to what you have until I come. 26 And he who overcomes [the world through believing that Jesus is the Son of God] and he who keeps My deeds [doing things that please Me] until the [very] end, to him I will give authority and power over the nations;(J) 27 and he shall shepherd and rule them with a rod of iron, as the earthen pots are broken in pieces, as I also have received authority [and power to rule them] from My Father;(K) 28 and I will give him the [t]Morning Star. 29 He who has an ear, let him hear and heed what the Spirit says to the churches.’

Footnotes

  1. Revelation 2:1 Ephesus, the largest city in Roman-controlled Asia Minor, developed into a major trade center because of its access to the Aegean Sea. It was the primary center for the worship of the goddess Artemis (Diana). The Temple of Artemis, the largest building in ancient times, was considered one of the Seven Wonders of the World. The open-air theatre in Ephesus could accommodate 25,000 spectators and was used for both drama and gladiatorial combat.
  2. Revelation 2:2 Here through 3:18, “your” and “you” are in the singular, referring to the angel of each church. Much of what is said is rebuke and admonishment, so if the angels are heavenly beings, they may serve in some way as representatives of the sinful people in their churches. Jewish tradition maintained that every nation and individual has a guardian angel, and that when God is about to punish a nation, He first punishes its angel. There is even a story of Michael, the guardian angel of Israel, being rebuked by God for the sins committed in the time of Ezekiel. So the original readers of Revelation might have assumed that the angels here are the guardian angels of the individual churches, sharing responsibility for the actions of the members.
  3. Revelation 2:6 There is scant information about the cult of the Nicolaitans, but it appears they adopted a syncretistic worship, combining Christianity and idolatry. They may have held heretical views similar to those mentioned in vv 14 and 20.
  4. Revelation 2:7 The definition of one who overcomes is recorded in 1 John 5:5.
  5. Revelation 2:8 In ancient times Smyrna (modern Izmir, Turkey) was a beautiful, cosmopolitan city. Located on the Aegean coast, it vied with Ephesus and Pergamum in importance in Asia Minor. It was closely identified with Rome and the cult of emperor worship. Smyrna was later the home of Polycarp, the great Christian church leader who, at the age of eighty-six, was burned at the stake for his refusal to worship the Roman emperor.
  6. Revelation 2:11 The Valley of Hinnom located south of Jerusalem was the place where garbage burned continuously. Often regarded in ancient times as symbolic of hell (the lake of fire), reserved for the wicked. Paradise or Abraham’s bosom (cf Luke 16:22) was the place reserved for the good in anticipation of heaven. Mentioned in Matt 5:22, 29, 30; 10:28; 18:9; 23:15, 33; Mark 9:43, 45, 47; Luke 12:5; James 3:6.
  7. Revelation 2:12 Pergamum (modern Bergama, Turkey) was built on a promontory about sixteen miles from the Aegean Sea. It was famous as a worship center for many pagan gods including Zeus (Jupiter, king of gods), Dionysus (Bacchus, god of wine and intoxication), and Asklepios (god of healing). The enormous altar dedicated to Zeus is on display in the Pergamon Museum in Berlin. Pergamum also had an important temple dedicated to the worship of Caesar. Refusal to take part in the imperial cult was considered treason. A culturally sophisticated city as well as a center for pagan worship, Pergamum’s library, believed to contain over 200,000 volumes, was second only to the Library of Alexandria.
  8. Revelation 2:13 I.e. your faith in Me.
  9. Revelation 2:13 Antipas was a pastor or leader of the church at Pergamum.
  10. Revelation 2:14 The king of Moab in the time of the exodus, who hired Balaam to curse Israel.
  11. Revelation 2:14 Pagan worship often included the use of temple prostitutes who served as “priestesses.”
  12. Revelation 2:15 See note v 6.
  13. Revelation 2:17 This probably refers to the pot of manna placed in the Ark of the Covenant by Moses (Ex 16:33; Heb 9:4). Manna was a food supernaturally provided to Israel by God during their wanderings in the wilderness after the exodus from Egypt.
  14. Revelation 2:17 White stones were sometimes used as tickets of admission to public assemblies. Here the white stone may symbolize admission to the Messiah’s banquet.
  15. Revelation 2:18 Thyatira (modern Akhisar, Turkey) was famous for its dyeing and indigo trade. It was the home of Lydia, the seller of purple fabrics, who was converted under the ministry of Paul (Acts 16:14). Located in a valley, midway between Pergamum and Sardis, it was originally established as a military base by one of the generals in the army of Alexander the Great.
  16. Revelation 2:22 Lit Behold.
  17. Revelation 2:23 Lit death.
  18. Revelation 2:23 Lit kidneys, i.e. inner man. In Jewish thought, the kidneys were considered a source of wisdom (cf Ps 16:7).
  19. Revelation 2:24 I.e. participated in and experienced evil.
  20. Revelation 2:28 In 22:16 this expression designates Christ as the true Messiah, the root and the descendant of David. Here, the gift probably is the privilege of knowing Christ at a much higher level (see Phil 3:8).