Add parallel Print Page Options

Koning in de kracht van de Here

Bethlehem in Efrata, u bent een van de kleinste steden in Juda, maar toch zult u de geboorteplaats zijn van onze koning van wie de oorsprong in lang vervlogen tijden ligt. God zal zijn volk prijsgeven aan hun vijanden, maar alleen totdat zij die zwanger is een kind ter wereld heeft gebracht. Dan zullen de overgebleven ballingen van Juda met hun broeders uit Israël terugkeren naar hun eigen land. Hij zal zijn kudde weiden in de kracht van de Here, in de majesteit van de Here, zijn God. Zijn volk zal daar rustig wonen, want Hij zal heersen over de hele wereld. En Hij zal onze vrede zijn. Wanneer de Assyriërs ons land binnenvallen en onze paleizen betreden, zal Hij zeven herders en acht vorsten tegen hen aanstellen. Zij zullen over Assyrië heersen met getrokken zwaarden en door de poorten van het land van Nimrod gaan. Als de Assyriërs ons land binnenvallen, zal Hij ons van hen verlossen.

Dan zal de rest van het volk Israël voor de hele wereld zijn als een verfrissende dauw van de Here of een welkome regenbui voor het droge land dat niets van mensen verwacht. Israël zal dan zo sterk zijn als een leeuw. Onder de volken van deze wereld zal het zijn als een jonge leeuw onder een kudde schapen: hij dringt de kudde binnen, slaat een schaap neer en verscheurt het zonder dat iemand het kan redden. Israël zal zich verheffen boven zijn tegenstanders. Al zijn vijanden zullen worden uitgeroeid. ‘In die tijd,’ zegt de Here, ‘zal Ik al uw wapentuig vernietigen. 10 Ik zal uw steden verwoesten en uw vestingen afbreken. 11 Ik zal ook alle toverij uit uw land verwijderen en er zal geen enkele waarzegger meer overblijven. 12 Al uw zelfgemaakte afgodsbeelden en gewijde stenen zullen verdwijnen, zodat u nooit meer kunt aanbidden wat u zelf hebt gemaakt. 13 Ik zal uw gewijde palen uit de grond rukken en de steden met de grond gelijk maken. 14 En in mijn toorn zal Ik wraak nemen op de volken die niet naar Mij hebben geluisterd.’

A Promised Ruler From Bethlehem

[a]Marshal your troops now, city of troops,
    for a siege is laid against us.
They will strike Israel’s ruler
    on the cheek(A) with a rod.

“But you, Bethlehem(B) Ephrathah,(C)
    though you are small among the clans[b] of Judah,
out of you will come for me
    one who will be ruler(D) over Israel,
whose origins are from of old,(E)
    from ancient times.”(F)

Therefore Israel will be abandoned(G)
    until the time when she who is in labor bears a son,
and the rest of his brothers return
    to join the Israelites.

He will stand and shepherd his flock(H)
    in the strength of the Lord,
    in the majesty of the name of the Lord his God.
And they will live securely, for then his greatness(I)
    will reach to the ends of the earth.

And he will be our peace(J)
    when the Assyrians invade(K) our land
    and march through our fortresses.
We will raise against them seven shepherds,
    even eight commanders,(L)
who will rule[c] the land of Assyria with the sword,
    the land of Nimrod(M) with drawn sword.[d](N)
He will deliver us from the Assyrians
    when they invade our land
    and march across our borders.(O)

The remnant(P) of Jacob will be
    in the midst of many peoples
like dew(Q) from the Lord,
    like showers on the grass,(R)
which do not wait for anyone
    or depend on man.
The remnant of Jacob will be among the nations,
    in the midst of many peoples,
like a lion among the beasts of the forest,(S)
    like a young lion among flocks of sheep,
which mauls and mangles(T) as it goes,
    and no one can rescue.(U)
Your hand will be lifted up(V) in triumph over your enemies,
    and all your foes will be destroyed.

10 “In that day,” declares the Lord,

“I will destroy your horses from among you
    and demolish your chariots.(W)
11 I will destroy the cities(X) of your land
    and tear down all your strongholds.(Y)
12 I will destroy your witchcraft
    and you will no longer cast spells.(Z)
13 I will destroy your idols(AA)
    and your sacred stones from among you;(AB)
you will no longer bow down
    to the work of your hands.(AC)
14 I will uproot from among you your Asherah poles[e](AD)
    when I demolish your cities.
15 I will take vengeance(AE) in anger and wrath
    on the nations that have not obeyed me.”

Footnotes

  1. Micah 5:1 In Hebrew texts 5:1 is numbered 4:14, and 5:2-15 is numbered 5:1-14.
  2. Micah 5:2 Or rulers
  3. Micah 5:6 Or crush
  4. Micah 5:6 Or Nimrod in its gates
  5. Micah 5:14 That is, wooden symbols of the goddess Asherah