Add parallel Print Page Options

28 En Gaäl zei: "Waarom zou onze stad die Abimelech dienen? Wie is die Abimelech nu eigenlijk? Hij is toch een zoon van de Israëliet Gideon? En Zebul is toch door hém aangesteld als bestuurder van de stad? Het zou veel beter zijn als onze stad iemand uit de familie van Hemor als koning had. Tenslotte heeft Hemor deze stad gesticht. Maar waarom zou Abimelech onze koning zijn?

Read full chapter

28 ‘Wat stelt Abimelech eigenlijk voor?’ betoogde Gaäl. ‘Waarom zou hij onze koning zijn? Waarom zouden we hém dienen? Hij en zijn commandant Zebul zouden óns moeten dienen. Weg met Abimelech!

Read full chapter

29 Als ik het hier voor het zeggen had, zou ik Abimelech wegjagen! Abimelech, kom maar op met je leger! Het maakt niet uit hoe groot het is!"

Read full chapter

29 Maak mij uw koning en u zult eens zien wat er met Abimelech gebeurt! Ik zou tegen Abimelech zeggen: “Versterk uw leger en val maar aan!” ’

Read full chapter