Add parallel Print Page Options

De wijnstruik en de takken

15 Jezus zei: "IK BEN[a] de echte wijnstruik en mijn Vader is de wijnboer. Elke tak aan Mij waar geen vruchten aan groeien, haalt Hij weg. Elke tak waar wel vruchten aan groeien, snoeit Hij. Hij maakt hem schoon van alles wat daar niet mag groeien. Zo gaan er nog meer vruchten aan die tak groeien. Jullie zijn al schoon door wat Ik jullie heb gezegd. Ik blijf in jullie. Blijf nu ook in Mij. Als een tak niet aan de wijnstruik blijft vastzitten, kunnen er geen vruchten aan groeien. Zo kan er ook geen vrucht aan jullie groeien, als jullie niet in Mij blijven. IK BEN de wijnstruik en jullie zijn de takken. Als jullie in Mij blijven en Ik in jullie blijf, zal er veel vrucht aan jullie groeien. Want zonder Mij kunnen jullie niets doen. Als jullie niet in Mij blijven, verdrogen jullie. Verdroogde takken worden weggegooid en verbrand. Maar als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, zullen jullie alles krijgen wat jullie vragen. Het eert mijn Vader als er veel vrucht aan jullie groeit. Het laat zien dat jullie mijn leerlingen zijn."

Read full chapter

Footnotes

  1. Johannes 15:1 Jezus gebruikt hier de woorden IK BEN. In het Grieks staat daar 'ego eimi,' wat veel nadrukkelijker is dan de gewone manier om 'ik ben...' te zeggen. In het Oude Testament maakt God Zich met de naam IK BEN aan Mozes bekend. Lees Exodus 3:14. Door deze naam te gebruiken geeft Jezus dus aan dat Hijzelf God is. Vergelijk met Matteüs 14:27.

The Vine and the Branches

15 “I am(A) the true vine,(B) and my Father is the gardener. He cuts off every branch in me that bears no fruit,(C) while every branch that does bear fruit(D) he prunes[a] so that it will be even more fruitful. You are already clean because of the word I have spoken to you.(E) Remain in me, as I also remain in you.(F) No branch can bear fruit by itself; it must remain in the vine. Neither can you bear fruit unless you remain in me.

“I am the vine; you are the branches. If you remain in me and I in you, you will bear much fruit;(G) apart from me you can do nothing. If you do not remain in me, you are like a branch that is thrown away and withers; such branches are picked up, thrown into the fire and burned.(H) If you remain in me(I) and my words remain in you, ask whatever you wish, and it will be done for you.(J) This is to my Father’s glory,(K) that you bear much fruit, showing yourselves to be my disciples.(L)

Read full chapter

Footnotes

  1. John 15:2 The Greek for he prunes also means he cleans.