Job 6
BasisBijbel
Job antwoordt Elifaz
6 Maar Job antwoordde hem:
2 Begrepen jullie maar echt hoe verdrietig ik ben!
Kon mijn verdriet maar op een weegschaal worden gewogen!
3 Dan zouden jullie zien dat het zwaarder is dan al het zand van de zee bij elkaar.
Ik kan er geen woorden voor vinden.
4 Want de Allerhoogste God heeft mij met zijn pijlen geraakt.
Het gif trekt in mijn hart.
Gods rampen staan als een leger tegenover mij.
5 Als een ezel groen gras te eten heeft, balkt hij dan?
Als een koe bij een volle voerbak staat, loeit hij dan?
6 Is iets wat nergens naar smaakt, zonder zout te eten?
Zit er smaak aan het wit van een rauw ei?
7 Wat heb ik aan jouw woorden?
Ze zijn als eten zonder zout! Ik hoef ze niet!
8 Waarom luistert God niet naar mijn gebed?
Waarom geeft Hij mij niet waar ik zo naar verlang?
9 Verpletterde God mij maar in één keer!
Liet Hij mij maar eindelijk los en maakte Hij er een eind aan!
10 Dat zou mij troosten en mij blij maken.
Het zou wel pijn doen, maar ik zou blij zijn.
Want ondanks alles ben ik nooit ontrouw aan Hem geweest.
11 Ik heb geen kracht meer over.
Ik heb niets meer te verwachten.
Waarom zou ik nog langer willen leven?
12 Ik ben toch niet van steen?
Mijn lichaam is toch niet van koper?
13 Ik ben helemaal hulpeloos.
Ik weet me geen raad meer.
14 Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood,
heeft geen ontzag voor de Almachtige God.
15 Ik kan niet vertrouwen op mijn vrienden.
Ze zijn zo onbetrouwbaar als het water in een beek.
16 Eerst bruist de beek vol van water,
als het ijs en de sneeuw op de bergen smelten.
17 Maar als het warm wordt, stroomt er steeds minder water in.
En als het zomer is, is er niets van overgebleven.
18 De beek kronkelt de berg af,
slingert de woestijn in en verdwijnt daar.
19 Karavanen uit Tema zoeken ernaar.
Reizigers uit Scheba verwachten een beek te vinden.
20 Maar ze komen bedrogen uit.
Als ze bij de beek komen, zien ze dat hij droog staat.
21 Jullie zijn net als zo'n beek: ik kan niet op jullie rekenen.
Zodra jullie zien hoe erg het met mij is, raken jullie in paniek.
Jullie geven mij niet de troost waar ik op hoopte.
22 Heb ik jullie soms gevraagd mij iets te geven?
Heb ik jullie soms om een geschenk gevraagd waarmee ik mijn vijanden kan afkopen?
23 Heb ik jullie gevraagd om mij te redden uit de macht van schurken?
Of gevraagd om losgeld voor mij te betalen aan mijn tegenstanders?
24 Vertel mij wat ik verkeerd gedaan heb.
Ik zal mijn mond houden als ik weet wat er fout was.
25 Wees eerlijk tegen mij, want daar heb ik iets aan.
Maar wat heb ik aan jullie beschuldigingen?
26 Waarom vinden jullie het verkeerd wat ik zeg?
Jullie luisteren helemaal niet naar mij.
Zien jullie dan niet dat ik wanhopig ben?
27 Jullie zouden een weeskind nog kwaad doen.
Jullie zouden je beste vriend nog in de val laten lopen.
28 Maar kijk me nu toch eens goed aan:
zie dan toch dat ik niet tegen jullie lieg!
29 Houd toch op met jullie onzin.
Luister alsjeblieft naar me.
Stop met domme dingen te zeggen, want ik heb gewoon gelijk!
30 Heb ik soms zitten overdrijven?
Ik weet toch over wat voor rampen ik praat? (lees verder)
Job 6
Het Boek
Job antwoordt Elifaz
6 Job antwoordde:
2 ‘Als mijn zorgen gemeten konden worden en mijn verdriet gewogen kon worden,
3 dan zouden zij zwaarder blijken dan het zand van duizend stranden. Daarom sprak ik zo overhaast!
4 De Here heeft mij met zijn pijlen neergeschoten, zijn giftige pijlen zijn diep in mijn hart gedrongen. Al Gods rampen zijn op mij losgelaten!
5-7 Als wilde ezels balken, is dat omdat zij geen gras meer hebben om te eten, ossen loeien niet als zij genoeg voer hebben, een man klaagt als er geen zout in zijn eten zit. Het witte van een ei is smakeloos, ik weiger het te eten, ik walg van zulk voedsel.
8,9 Gunde God mij maar datgene waarnaar ik het meest verlang, te worden verbrijzeld en te worden bevrijd uit zijn pijnlijke greep.
10 Dan zou ik toch nog troost vinden, vreugde kennen ondanks deze ondraaglijke pijn, want de woorden van de heilige God heb ik niet verwaarloosd.
11 Och, waarom houdt mijn kracht mij nog op de been? Hoe kan ik het geduld opbrengen te wachten op mijn dood?
12 Ben ik soms zo sterk als een steen? Is mijn lichaam soms van koper?
13 Ik ben echt volkomen hulpeloos en heb geen enkele hoop meer!
14 Wie geen medelijden heeft met een vriend die lijdt, toont geen ontzag voor de Almachtige.
15-17 Mijn broeders zijn net zo onbetrouwbaar als een beek die stijgt als er ijs en sneeuw liggen, maar verdroogt wanneer het heet wordt.
18-21 Karavanen wijken van hun route af, dringen steeds verder de woestijn in, waar zij uiteindelijk omkomen. Zo hebben de karavanen uit Tema en Seba hoopvol naar water gezocht, maar hun hoop werd beschaamd. En zo is ook mijn vertrouwen in u verdwenen, geschrokken keert u mij de rug toe en weigert mij te helpen.
22 Maar waarom dan? Heb ik u ooit gevraagd mij een geschenk uit uw rijkdom te geven?
23 Heb ik ooit uw hulp ingeroepen tegen vijanden en ruziemakers?
24 Alles wat ik verlang, is een redelijk antwoord, dan zal ik zwijgen. Vertel mij maar wat ik verkeerd heb gedaan!
25,26 Het is pijnlijk de waarheid te spreken, maar uw kritiek berust niet op feiten. Gaat u mij alleen veroordelen, omdat ik in een opwelling mijn wanhoop uitschreeuwde?
27 Dat zou lijken op dobbelen om een hulpeloze wees of het verkopen van een vriend.
28 Kijk naar mij! Zie ik eruit alsof ik u iets voorlieg?
29 Heb medelijden, wees niet onrechtvaardig. Denk er nog eens goed over na, want u mag mij geen onrecht aandoen.
30 Spreek ik soms kwaad? Denkt u soms dat ik met mijn mond niet kan onderscheiden wat verkeerd is?’
Job 6
Christian Standard Bible
Job’s Reply to Eliphaz
6 Then Job answered:
2 If only my grief could be weighed
and my devastation(A) placed with it on the scales.(B)
3 For then it would outweigh the sand of the seas!
That is why my words are rash.
4 Surely the arrows of the Almighty have pierced[a] me;
my spirit drinks their poison.
God’s terrors are arrayed against me.(C)
5 Does a wild donkey bray over fresh grass
or an ox low over its fodder?
6 Is bland food eaten without salt?
Is there flavor in an egg white?[b]
7 I refuse to touch them;
they are like contaminated food.(D)
8 If only my request would be granted
and God would provide what I hope for:
9 that he would decide to crush me,
to unleash his power and cut me off!
10 It would still bring me comfort,
and I would leap for joy in unrelenting pain
that I have not denied[c] the words of the Holy One.(E)
11 What strength do I have, that I should continue to hope?
What is my future, that I should be patient?
12 Is my strength that of stone,
or my flesh made of bronze?
13 Since I cannot help myself,
the hope for success has been banished from me.
14 A despairing man should receive loyalty from his friends,[d](F)
even if he abandons the fear of the Almighty.
15 My brothers are as treacherous as a wadi,
as seasonal streams that overflow
16 and become darkened[e] because of ice,
and the snow melts into them.
17 The wadis evaporate in warm weather;
they disappear from their channels in hot weather.
18 Caravans turn away from their routes,
go up into the desert, and perish.
19 The caravans of Tema look for these streams.
The traveling merchants of Sheba hope for them.
20 They are ashamed because they had been confident of finding water.
When they arrive there, they are disappointed.(G)
21 So this is what you have now become to me.[f]
When you see something dreadful, you are afraid.
22 Have I ever said, “Give me something”
or “Pay a bribe for me from your wealth”
23 or “Deliver me from the enemy’s hand”
or “Redeem me from the hand of the ruthless”?
24 Teach me, and I will be silent.
Help me understand what I did wrong.
25 How painful honest words can be!
But what does your rebuke prove?
26 Do you think that you can disprove my words
or that a despairing man’s words are mere wind?(H)
27 No doubt you would cast lots for a fatherless child
and negotiate a price to sell your friend.(I)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
The Christian Standard Bible. Copyright © 2017 by Holman Bible Publishers. Used by permission. Christian Standard Bible®, and CSB® are federally registered trademarks of Holman Bible Publishers, all rights reserved.