Job 5
BasisBijbel
Het antwoord van Elifaz (vervolg)
5 Roep maar, Job! Er is niemand die je antwoordt!
Niemand in de hemel zal je antwoord geven.
2 Alleen een dwaas ergert zich zó erg, dat hij sterft.
Alleen een dwaas sterft van jaloersheid.
3 Ik heb het zelf gezien:
eerst gaat het goed met een dwaas mens die zich niets van God aantrekt.
Maar plotseling is het met hem afgelopen.
4 Niemand zorgt voor zijn kinderen.
Ze worden slecht behandeld, en niemand komt voor hen op.
5 Alles wat hij geoogst had, wordt door hongerige mensen opgegeten.
Ze graaien het zelfs tussen de doornstruiken vandaan.
Rovers stelen alles wat hij bezat.
6 Rampen komen niet zomaar op uit de grond.
Ellende groeit niet op de akkers.
7 Maar elk mens overkomt nu eenmaal ellende.
Dat is net zo zeker als dat er áltijd vonken omhoog schieten uit een vuur.
8 Wat jij moet doen, is naar God gaan.
Je moet aan Hem voorleggen wat er is gebeurd.
9 Hij doet dingen die wij niet kunnen begrijpen.
Ontelbare wonderen doet Hij.
10 Hij laat het regenen op de aarde.
Hij giet het water uit over de velden.
11 Hij zorgt ervoor dat gewone mensen belangrijk worden.
Bedroefde mensen maakt Hij weer blij.
12 Hij laat de plannen van schurken mislukken.
Hij zorgt dat er niets van terecht komt.
13 Hij vangt de sluwe mensen in hun eigen sluwheid.
Hun plannen lopen op niets uit.
14 Op klaarlichte dag lopen ze in het duister.
Midden overdag is het donker om hen heen.
15 Maar zwakke mensen beschermt Hij tegen de sterken.
Hij redt de arme mensen uit hun macht.
16 Zo geeft Hij de arme mensen weer hoop.
Onrechtvaardige mensen snoert Hij de mond.
17 Het is goed voor je als God je straft.
Daarom moet je je er niet tegen verzetten.
18 Want Hij straft je wel eerst, maar daarna troost Hij je weer.
Hij verwondt je eerst en daarna geneest Hij je.
19 Steeds opnieuw redt Hij je uit de problemen.
Steeds opnieuw zorgt Hij dat je niets gebeurt.
20 Als er hongersnood is, houdt Hij je in leven.
Als er oorlog is, redt Hij je van de dood.
21 Het doet je niets als mensen slechte dingen over je zeggen.
Je hoeft nooit bang te zijn als er geweld is.
22 Je hoeft nooit bang te zijn in tijd van honger en oorlog.
Van de wilde dieren heb je niets te vrezen.
23 Je zal je veilig voelen in het open veld.
De wilde dieren zullen je niets doen.
24 Je zal merken dat je in vrede kan wonen.
Alles zal goed gaan in je huis.
25 Je zal veel kinderen en kleinkinderen krijgen.
Je familie zal zo ontelbaar zijn als het gras op de grond.
26 Pas op hoge leeftijd zul je sterven,
zoals graan pas geoogst wordt als het helemaal rijp is.
27 Dit is wat wij gezien hebben, Job.
Zó is het. Geloof het maar.
約伯記 5
Chinese Contemporary Bible (Traditional)
5 「你只管呼救吧,
誰會回應你呢?
你向哪位聖者求助呢?
2 憤恨害死愚昧人,
嫉妒殺死無知者。
3 我見愚昧人扎了根,
突然咒詛臨到他家。
4 他的兒女毫無安寧,
在城門口受欺壓也無人搭救。
5 饑餓的人吞掉他的莊稼,
連荊棘裡的也不放過;
乾渴的人吞盡他的財富。
6 苦難並非從土裡長出,
患難並非從地裡生出。
7 人生來必遇患難,
正如火花必向上飛。
8 「若是我,
就向上帝求助,
向祂陳明苦衷。
9 祂行的奇事不可測度,
祂行的神蹟不可勝數。
10 祂降下雨水澆灌大地,
賜下甘霖滋潤田園。
11 祂提拔卑微的人,
庇護哀痛的人。
12 祂挫敗狡猾人的陰謀,
使他們無法得逞。
13 祂使智者中了自己的詭計,
使奸徒的計謀迅速落空。
14 他們白天遇到黑暗,
午間摸索如在夜晚。
15 上帝拯救窮苦人脫離惡人的中傷,
脫離殘暴之徒的轄制,
16 好使貧寒之人有盼望,
使不義之徒啞口無言。
17 「被上帝責備的人有福了,
不可輕視全能者的管教。
18 因為祂打傷,祂也包紮;
祂擊傷,祂也醫治。
19 六次遭難,祂都救你;
第七次,災禍也傷不到你。
20 饑荒時,祂必救你脫離死亡;
戰爭中,祂必救你脫離刀劍。
21 你必免受惡毒的譭謗,
災難來臨也不懼怕。
22 你必笑對災殃和饑荒,
毫不懼怕地上的野獸。
23 你必與田間的石頭立約,
野獸必與你和平相處。
24 你的家必安然無恙,
察看羊圈,一隻不少。
25 你必看見子孫昌盛,
後代如遍地的青草。
26 你必壽終正寢才歸墳墓,
如同莊稼熟後才被收割。
27 看啊,我們已經查驗了,
這一切真實可靠,
你當聆聽、接受。」
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016