Add parallel Print Page Options

Het antwoord van Elifaz

15 Op deze uitspraken antwoordde Elifaz:

‘Je wordt beschouwd als een wijs man, maar je spreekt alleen maar nietszeggende woorden. Je bent gewoon een druktemaker!
Het is niet goed zo te spreken, zulke woorden hebben geen enkele waarde.
4,5 Je vertekent de ware toewijding aan God en hebt geen ontzag voor Hem. Jouw zonden vertellen je mond wat hij moet zeggen. Je spreekt met de tong van een listig man.
Daardoor veroordeel jij jezelf en niet ik, de woorden die je spreekt, getuigen tegen je.
7,8 Ben jij soms de eerste mens, werd jij geboren voordat de heuvels werden geschapen? Ken je de verborgen beslissingen van God? Heb jij soms de wijsheid in pacht?
Weet je meer dan wij? Begrijp je meer dan wij kunnen begrijpen?
10 Aan onze kant staan wijze bejaarde mannen die zelfs ouder zijn dan je vader.
11 Is Gods troost niet genoeg voor jou? Zijn zijn woorden niet vriendelijk tegen jou gesproken?
12 Waarom laat je je meeslepen door je zondige hart en vlammen je ogen zo?
13 Je keert je tegen God en beschuldigt Hem in het wilde weg!
14 Welk mens op aarde kan zo rein en rechtvaardig zijn als jij zegt?
15 Als God zelfs de engelen niet volledig vertrouwt en zelfs de hemelen in zijn ogen niet volkomen rein zijn,
16 waar blijft de mens dan met zijn verdorvenheid en zondigheid? De mens, die de zonde drinkt of het water is.
17-19 Luister, ik zal je verklaren wat ik heb gezien en wat bevestigd wordt door de ervaringen van wijze mannen, die dit kregen overgeleverd van hun vaders (onze voorouders, die als enigen het land kregen toegewezen):
20 een goddeloos mens heeft zijn hele leven met moeilijkheden te kampen. De geweldpleger heeft slechts enkele jaren de tijd.
21 Hij wordt geplaagd door angstaanjagende geruchten en wanneer hij eindelijk rust heeft gevonden, wordt hij aangevallen door rovers.
22 Hij gelooft niet dat hij nog ooit de duisternis kan ontvluchten en leeft voortdurend met de angst dat hij wordt vermoord.
23,24 Hij dwaalt rond, bedelend om voedsel. Zijn leven wordt beheerst door voortdurende angst, spanningen en vertwijfeling. Zijn vijanden overwinnen hem als een koning die klaarstaat voor de strijd.
25,26 Gewapend met zijn zwaarbeslagen schild balt hij zijn vuist tegen God. Hij daagt de Almachtige uit en valt Hem koppig aan.
27,28 Hoewel deze mens er vet en opgeblazen uitziet, zal hij in verwoeste steden moeten wonen, in verlaten huizen die tot puin zijn vervallen.
29 Hij zal niet rijk blijven en er niet in slagen zijn bezittingen uit te breiden.
30 Nee, hij zal voor altijd in duisternis leven en de adem van God zal hem vernietigen, de vlammen zullen alles wat hij heeft, verteren.
31 Laat hij niet langer vertrouwen op zinloze bezigheden en zichzelf niet meer voor de gek houden, want zinloosheid zal zijn enige beloning zijn.
32 Vroeger dan hij denkt, zal dit werkelijkheid worden. Spoedig zal de volle nutteloosheid ervan tot hem doordringen. Want alles waarop hij vertrouwde, zal vergaan.
33 Hij zal lijken op een onvruchtbare wijnstok en op een olijfboom zonder bloesem.
34 Want de plannen van de goddelozen zijn onvruchtbaar, Gods vuur verteert de huizen van de omkopers.
35 Het enige dat zij ter wereld brengen, is zonde en hun innerlijk brengt alleen bedrog voort.’

Eliphaz Accuses: Job Does Not Fear God

15 Then (A)Eliphaz the Temanite answered and said:

“Should (B)a wise man answer with (C)windy knowledge,
    and fill his (D)belly with (E)the east wind?
Should he argue in unprofitable talk,
    or in words with which he can do no good?
But you are doing away with the fear of God[a]
    and hindering meditation before God.
For your iniquity teaches your mouth,
    and you choose the tongue of the crafty.
Your (F)own mouth condemns you, and not I;
    (G)your own lips testify against you.

(H)“Are you the first man who was born?
    Or (I)were you brought forth (J)before the hills?
Have you listened in (K)the council of God?
    And do you limit wisdom to yourself?
(L)What do you know that we do not know?
    What do you understand that is not clear to us?
10 (M)Both the gray-haired and the aged are among us,
    older than your father.
11 Are the comforts of God too small for you,
    or the word that deals gently with you?
12 Why does your heart carry you away,
    and why do your eyes flash,
13 that you turn your (N)spirit against God
    and bring such words out of your mouth?
14 (O)What is man, (P)that he can be pure?
    Or he who is (Q)born of a woman, that he can be righteous?
15 Behold, God[b] (R)puts no trust in his (S)holy ones,
    and the heavens are not pure in his sight;
16 (T)how much less one who is abominable and (U)corrupt,
    a man who (V)drinks injustice like water!

17 “I will show you; hear me,
    and what I have seen I will declare
18 (what wise men have told,
    without hiding it (W)from their fathers,
19 to whom alone the land was given,
    and no (X)stranger passed among them).
20 The wicked man writhes in pain all his days,
    through all the (Y)years that are laid up for (Z)the ruthless.
21 (AA)Dreadful sounds are in his ears;
    in (AB)prosperity the destroyer will come upon him.
22 He does not believe that he will return out of darkness,
    and he is marked for the sword.
23 He (AC)wanders abroad for bread, saying, ‘Where is it?’
    He knows that a day of darkness is ready at his hand;
24 distress and anguish terrify him;
    they (AD)prevail against him, like a king ready for battle.
25 Because he has stretched out his hand against God
    and defies the Almighty,
26 (AE)running (AF)stubbornly against him
    with a thickly bossed shield;
27 because he has (AG)covered his face with his fat
    and gathered fat upon his waist
28 and has lived in desolate cities,
    in houses that none should inhabit,
    which were ready to become heaps of ruins;
29 he will not be rich, and his wealth will not endure,
    nor will his possessions spread over the earth;[c]
30 he will not depart from darkness;
    the flame will dry up his shoots,
    and by (AH)the breath of his mouth he will depart.
31 Let him not (AI)trust in emptiness, deceiving himself,
    for emptiness will be his payment.
32 It will be paid in full (AJ)before his time,
    and his branch will not be green.
33 He will shake off his unripe grape like the vine,
    and cast off his blossom like the olive tree.
34 For (AK)the company of the godless is barren,
    and (AL)fire consumes the tents of bribery.
35 They (AM)conceive trouble and give birth to evil,
    and their (AN)womb prepares deceit.”

Footnotes

  1. Job 15:4 Hebrew lacks of God
  2. Job 15:15 Hebrew he
  3. Job 15:29 Or nor will his produce bend down to the earth