Add parallel Print Page Options

God zal zijn volk weer uit de landen verzamelen

43 Maar nu zegt de Heer: "Volk van Israël, Ik ben je Maker. Ik heb je gevormd, Israël. Wees niet bang, want Ik heb je gered. Ik heb je uitgekozen. Je bent van Mij. Als je door het water gaat, zal Ik bij je zijn. Als je door rivieren gaat, zul je niet weggespoeld worden. Als je door het vuur gaat, zul je niet verbranden. De vlammen zullen je niets doen. Want Ik, de Heer, ben je God. Ik ben de Heilige God van Israël, je Redder. Ik heb Egypte, Ethiopië en Seba als losgeld gegeven in ruil voor jouw leven. Omdat Ik je kostbaar vond, heb Ik jou uitgekozen. Ik houd heel veel van je. Daarom geef Ik mensen als losgeld voor jou. Ik geef volken in ruil voor jouw leven. Wees niet bang, want Ik ben bij je. Ik zal jouw overblijfsel terugbrengen uit het oosten. Ik zal hen verzamelen uit het westen. Ik zal tegen het noorden zeggen: 'Geef hier.' En tegen het zuiden zal Ik zeggen: 'Geef terug.' Breng mijn zonen en dochters terug van het einde van de aarde. Breng iedereen terug die bij Mij hoort. Ik heb hen gemaakt tot mijn eer. Ze zijn van Mij. Laat mijn volk gaan, mijn volk dat wel ogen heeft, maar toch blind is. Mijn volk dat wel oren heeft, maar toch doof is.

Laat alle volken bij elkaar komen. Zorg dat alle landen aanwezig zijn. Wie van hun goden vertelt van tevoren dat dit in de toekomst gaat gebeuren? Wie van hen vertelt wat er in het verleden is gebeurd? Laat hun getuigen naar voren komen, zodat ze gelijk kunnen krijgen. Dan zullen de mensen het horen en zien dat het de waarheid is.

10 Israël, jij bent míjn getuige, zegt de Heer. Jij bent mijn dienaar die Ik heb uitgekozen. Je moet Mij geloven. Je moet weten en begrijpen dat Ik Dezelfde ben. Vóór Mij is er nooit een andere God geweest en er zal ook nooit een andere God zijn. 11 Ik ben de Heer, en Ik ben de enige Redder. 12 Ik heb van tevoren gezegd dat Ik je zou redden en dat heb Ik ook gedaan. Ik heb je alles verteld. Ik ben geen vreemde voor jou. Jij bent mijn getuige dat Ik God ben, zegt de Heer. 13 Ik was er al voordat dag en nacht bestonden. Niemand kan aan mijn macht ontsnappen. Wat Ik doe, kan door niemand worden tegengehouden.

14 Dit zegt de Heer, je Redder, de Heilige God van Israël: Om jou te redden stuur Ik iemand naar Babel.[a] En de Babyloniërs zullen voor hem naar hun schepen vluchten waar ze zo trots op waren. 15 Israël, Ik ben de Heer, je Heilige God, je Maker, je Koning.

16 Dit zegt de Heer: vroeger heb Ik een weg door de zee gemaakt en een pad door het wilde water. 17 Ik liet een leger van wagens en paarden oprukken, een machtig leger van helden.[b] Dat hele leger is gedood en stond nooit meer op. Het werd als een olielamp uitgedoofd.

18 Maar denk nu niet meer aan wat Ik vroeger heb gedaan. 19 Let op, Ik ga nieuwe dingen doen! Nu gaan die beginnen! Let goed op! Ik zal een weg maken in de woestijn. Ik zal rivieren maken in de wildernis. 20 De wilde dieren zullen Mij eren. Want Ik zal water in de woestijn geven en rivieren in de wildernis. Dat doe Ik om het volk dat Ik heb uitgekozen, te drinken te geven. 21 Het volk dat Ik voor Mij heb gemaakt, zal vertellen wat een geweldige dingen Ik voor hen heb gedaan."

Toch heeft Israël God niet gediend

22 De Heer zegt: "Maar jullie hebben Mij niet om hulp geroepen, volk van Israël. Jullie hebben geen moeite voor Mij gedaan. 23 Jullie hebben wel schapen geofferd, maar niet voor Mij. Jullie hebben Mij niet geëerd met jullie offers. Jullie hebben je wel moe gemaakt met al die wierook-offers en meel-offers, maar niet voor Mij. 24 Jullie hebben met jullie geld wel wierook gekocht, maar niet voor Mij. Jullie hebben wel het vet van jullie vlees-offers verbrand, maar niet voor Mij. Wat hebben jullie wel gedaan? Mij moe gemaakt! Jullie hebben Mij moe gemaakt met jullie ongehoorzaamheid en met alle slechte dingen die jullie doen.

25 Maar Ik doe al jullie ongehoorzaamheid weg. Al jullie slechte daden wis Ik uit. Dat doe Ik omdat Ik dat wil en niet omdat jullie het verdienen. Ik zal er zelfs niet meer aan denken. 26 Vertel het Mij maar als Ik geen gelijk heb! Laten We samen kijken wie er gelijk heeft. Spreek, dan zal Ik zien of Ik jullie ten onrechte beschuldig. 27 Maar jullie eerste voorvader (Adam) was Mij al ongehoorzaam. En de priesters die jullie mijn wet moesten leren, wilden Mij niet volgen. 28 Daarom zal Ik de priesters mijn tempel uitzetten en het volk Israël laten doden. Israël zal door de andere volken worden bespot."

Footnotes

  1. Jesaja 43:14 Babylonië zou veroverd worden door Perzië. Koning Kores van Perzië zou een grote groep Joden laten teruggaan naar Jeruzalem. Dat wordt beschreven in de bijbelboeken EZRA en NEHEMIA. Lees ook Jesaja 44:28.
  2. Jesaja 43:17 Dat was toen Israël onder leiding van Mozes uit Egypte vertrok. Lees Exodus 14.

Een belofte van redding en vergeving

43 Maar nu, Israël, zegt de Here, die u heeft geschapen: wees niet bang, want Ik heb u vrijgekocht, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij. Als u door diepe wateren moet, zal Ik bij u zijn. Als u rivieren moet oversteken, zult u niet verdrinken! Als u door het vuur loopt, zult u niet worden verbrand, de vlammen zullen u niet verteren.

Want Ik ben de Here, uw God en redder, de Heilige van Israël. Ik gaf Egypte, Ethiopië en Seba als een losprijs in ruil voor uw vrijheid. Anderen stierven, zodat u kunt leven, Ik ruilde hun levens voor de uwe, want u bent kostbaar voor Mij en Ik schat het bezit van u hoog, Ik houd van u.

Wees niet bang, want Ik ben bij u. Ik zal u uit alle windstreken om Mij heen verzamelen. Ik zal mijn zonen en dochters van de uithoeken van de aarde terugbrengen naar Israël. Allen die Mij hun God noemen, zullen komen, want Ik heb hen tot mijn eer gemaakt, Ik heb hen geschapen. Breng hen naar Mij terug, blind als zij zijn en doof voor mijn roepen, ook al kunnen zij horen en zien.

Verzamel alle volken! Welke van hun afgoden heeft ooit dergelijke dingen voorspeld? Kunnen zij voorspellen wat er morgen gebeurt? Waar zijn de getuigen die hen zouden hebben horen spreken? Als er geen getuigen zijn, moeten zij toegeven dat alleen God de toekomst bekendmaakt.

10 En Ik heb getuigen, Israël, zegt de Here! U bent mijn getuigen en dienaren, gekozen om Mij te kennen en te geloven en te begrijpen dat alleen Ik God ben. Er bestaat geen andere God, die is er nooit geweest en zal er ook nooit zijn. 11 Ik ben de Here en er bestaat geen redder buiten Mij. 12 Keer op keer heb Ik u mijn woord laten horen en mijn macht getoond. Ik ben toch geen vreemde voor u? Als u wilt, kunt u van Mij getuigen! 13 Van eeuwigheid tot eeuwigheid ben Ik God. Niemand kan Mij tegenhouden bij wat Ik doe.

14 De Here, uw verlosser, de Heilige van Israël, zegt: ter wille van u zal Ik een leger ten strijde laten trekken tegen Babel dat het land vrijwel ongedeerd zal binnenvallen. De grootspraak van de Babyloniërs zal veranderen in angstkreten.

15 Ik ben de Here, uw Heilige, Israëls schepper en koning. 16 Ik ben de Here, die een weg baande door het water, een pad door het midden van de zee. 17 Ik liet het machtige leger van de Egyptenaren met al zijn strijdwagens en paarden uitrukken, zodat het nu dood onder de golven ligt, de levens uitgedoofd als kaarsen. 18 Maar dat is nog niets vergeleken met wat Ik nu ga doen! 19 Want Ik ben iets heel nieuws van plan. Kijk, Ik ben er al mee begonnen. Ziet u het niet? Ik zal een weg maken door de wildernis van de wereld waarover mijn volk naar huis kan terugkeren. Ik zal rivieren voor mijn volk laten ontspringen in de woestijn! 20 De wilde dieren in de vlakten zullen Mij bedanken, ook de jakhalzen en de struisvogels, omdat Ik hun water geef in de wildernis, ja, bronnen in de woestijn, zodat mijn volk dat Ik heb uitgekozen, kan worden verfrist. 21 Ik heb Israël voor Mijzelf gemaakt en daarom zal dit volk Mij op een dag voor het oog van de hele wereld eren. 22 Mijn volk, toch wilt u Mij niet om hulp vragen, u hebt genoeg van Mij! 23 U hebt Mij de lammeren voor het brandoffer niet gebracht, u hebt Mij geen eer bewezen met offers. Toch heb Ik maar zelden om offers en reukwerk gevraagd! Ik heb u niet als een slavenvolk behandeld. 24 U hebt Mij geen zoetgeurende wierook gebracht, noch Mij genoegen gedaan met het vet van de offers. Nee, u hebt Mij alleen met uw zonden bezwaard, Mij geplaagd met al uw ontsporingen. 25 Ik ben het die ter wille van Mijzelf uw zonden wegdoe en er nooit meer aan zal denken. 26 En herinner Mij aan deze belofte van vergeving, want wij moeten eens met elkaar gaan rechtspreken over uw zonden. Bepleit uw zaak, zodat Ik u kan vergeven. 27 Vanaf uw stamvader zondigden uw voorouders tegen Mij. Al uw priesters en leiders overtraden mijn wet. 28 Daarom heb Ik uw priesters afgezet en Israël vernietigd, het volk aan de schande overgegeven.

以色列的唯一救主

43 雅各啊,以色列啊,创造你、使你成形的耶和华说:
“不要害怕,我已经救赎了你;
我点名呼召了你,你属于我。
你穿越洪涛,我必与你同在;
你渡过江河,必不会被水淹没;
你在火中走过,必不会被烧伤,
火焰不会烧到你身上。
因为我是你的上帝耶和华,
是以色列的圣者,是你的救主。
我用埃及作你的赎价,
使古实和西巴代替你。
我珍视你,看重你,深爱你,
所以我用他人代替你,
用列邦交换你的生命。
不要害怕,因为我与你同在,
我必从东方、从西方召集你和你的儿女。
我要对北方说,‘交出来!’
对南方说,‘不要扣留!’
要从远方把我的儿子们带来,
从地极把我的女儿们领回。
所有属于我的人都要回来,
他们是我为自己的荣耀而创造的。

“要把那些有眼看不见、
有耳听不见的人带出来。
让万国聚集,列邦会合。
他们的神明中谁曾启示这事?
谁曾预言所发生的事?
他们可以找证人来证实,
好叫听见的人都说这是真的。
10 耶和华说:
‘以色列人啊,你们是我的证人,
我拣选你们做我的仆人,
要叫你们认识我,相信我,
明白我是耶和华,
在我以前没有上帝,
在我以后也没有。
11 唯有我是耶和华,
除我以外没有别的救主。
12 我曾启示,我曾拯救,
我曾宣告。
你们中间没有别的神明。
我是上帝,你们是我的证人。’
这是耶和华说的。
13 ‘我从太初就是上帝。
无人能逃脱我的手。
谁能阻挠我行事呢?’”

14 你们的救赎主耶和华——以色列的圣者说:
“为了你们的缘故,
我必派大军进攻巴比伦,
使迦勒底人坐着他们引以为荣的船逃亡。
15 我是你们的圣者耶和华,
是以色列的创造主,
是你们的君王。”
16 耶和华曾在汹涌的大海中开辟道路。
17 祂使埃及的战车、马匹、军兵、
勇士倾巢而出,
一同倒下,不再起来,
像熄灭的灯火一样灭没。
18 耶和华说:
“不要想念过去,
不要留恋往事。
19 看啊,我要行一件新事,
这事现在就要发生,
难道你们没有察觉吗?
我要在旷野辟道路,
在沙漠开江河。
20 旷野的走兽必尊崇我,
其中有豺狼和鸵鸟,
因为我使旷野有甘泉,
使沙漠有江河,
供我拣选的子民饮用。
21 他们是我为自己所造的子民,
他们要颂扬我。

22 “雅各啊,你却没有求告我;
以色列啊,你竟然厌烦我。
23 你没有带来作燔祭的羊,
也没有用祭物来尊崇我。
我没有让你因祭物而受累,
也没有让你因香料而烦扰。
24 你并没有花钱买菖蒲献给我,
也没有用祭物的脂肪满足我,
反而使我因你的罪恶而受累,
因你的过犯而烦扰。

25 “我,是我为自己的缘故,
除去你的过犯,忘掉你的罪恶。
26 你可以提醒我,你我可以理论,
你可以提出理由证明自己的清白。
27 你的始祖犯了罪,
你的首领也背叛了我。
28 所以我要使你圣殿的祭司受辱,
使雅各遭毁灭,
使以色列被辱骂。

以色列的唯一救主

43 雅各啊,以色列啊,創造你、使你成形的耶和華說:
「不要害怕,我已經救贖了你;
我點名呼召了你,你屬於我。
你穿越洪濤,我必與你同在;
你渡過江河,必不會被水淹沒;
你在火中走過,必不會被燒傷,
火焰不會燒到你身上。
因為我是你的上帝耶和華,
是以色列的聖者,是你的救主。
我用埃及作你的贖價,
使古實和西巴代替你。
我珍視你,看重你,深愛你,
所以我用他人代替你,
用列邦交換你的生命。
不要害怕,因為我與你同在,
我必從東方、從西方召集你和你的兒女。
我要對北方說,『交出來!』
對南方說,『不要扣留!』
要從遠方把我的兒子們帶來,
從地極把我的女兒們領回。
所有屬於我的人都要回來,
他們是我為自己的榮耀而創造的。

「要把那些有眼看不見、
有耳聽不見的人帶出來。
讓萬國聚集,列邦會合。
他們的神明中誰曾啟示這事?
誰曾預言所發生的事?
他們可以找證人來證實,
好叫聽見的人都說這是真的。
10 耶和華說:
『以色列人啊,你們是我的證人,
我揀選你們做我的僕人,
要叫你們認識我,相信我,
明白我是耶和華,
在我以前沒有上帝,
在我以後也沒有。
11 唯有我是耶和華,
除我以外沒有別的救主。
12 我曾啟示,我曾拯救,
我曾宣告。
你們中間沒有別的神明。
我是上帝,你們是我的證人。』
這是耶和華說的。
13 『我從太初就是上帝。
無人能逃脫我的手。
誰能阻撓我行事呢?』」

14 你們的救贖主耶和華——以色列的聖者說:
「為了你們的緣故,
我必派大軍進攻巴比倫,
使迦勒底人坐著他們引以為榮的船逃亡。
15 我是你們的聖者耶和華,
是以色列的創造主,
是你們的君王。」
16 耶和華曾在洶湧的大海中開闢道路。
17 祂使埃及的戰車、馬匹、軍兵、
勇士傾巢而出,
一同倒下,不再起來,
像熄滅的燈火一樣滅沒。
18 耶和華說:
「不要想念過去,
不要留戀往事。
19 看啊,我要行一件新事,
這事現在就要發生,
難道你們沒有察覺嗎?
我要在曠野闢道路,
在沙漠開江河。
20 曠野的走獸必尊崇我,
其中有豺狼和鴕鳥,
因為我使曠野有甘泉,
使沙漠有江河,
供我揀選的子民飲用。
21 他們是我為自己所造的子民,
他們要頌揚我。

22 「雅各啊,你卻沒有求告我;
以色列啊,你竟然厭煩我。
23 你沒有帶來作燔祭的羊,
也沒有用祭物來尊崇我。
我沒有讓你因祭物而受累,
也沒有讓你因香料而煩擾。
24 你並沒有花錢買菖蒲獻給我,
也沒有用祭物的脂肪滿足我,
反而使我因你的罪惡而受累,
因你的過犯而煩擾。

25 「我,是我為自己的緣故,
除去你的過犯,忘掉你的罪惡。
26 你可以提醒我,你我可以理論,
你可以提出理由證明自己的清白。
27 你的始祖犯了罪,
你的首領也背叛了我。
28 所以我要使你聖殿的祭司受辱,
使雅各遭毀滅,
使以色列被辱罵。