Handelingen 5
BasisBijbel
Ananias en Saffira (vervolg)
5 En er was een andere man, Ananias, die met zijn vrouw Saffira óók een stuk land verkocht. 2 Maar hij hield een deel van het geld voor zichzelf. Zijn vrouw wist daarvan. De rest bracht hij naar de apostelen. 3 Maar Petrus zei: "Ananias, waarom heb je je door de duivel laten opstoken om tegen de Heilige Geest te liegen? Want je hebt een deel van het geld voor jezelf gehouden. 4 Toen je het land nog niet had verkocht, was het toch van jou? En toen je het had verkocht, mocht je met het geld toch doen wat je wilde? Waarom doe je dan alsof dit al het geld is? Je hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God." 5 Toen Ananias dat hoorde, viel hij dood neer. Iedereen die ervan hoorde, werd bang. 6 Een paar jonge mannen maakten hem klaar voor de begrafenis en begroeven hem.
7 Ongeveer drie uur later kwam zijn vrouw binnen. Ze wist niet wat er was gebeurd. 8 Petrus vroeg haar: "Hebben jullie dat stuk land voor zo-en-zoveel verkocht?" Ze zei: "Ja." 9 Petrus zei tegen haar: "Hoe hebben jullie samen het plan kunnen maken om de Geest van de Heer uit te dagen? Kijk, daar komen net de mannen terug die je man hebben begraven. Ze zullen ook jou begraven." 10 Op datzelfde moment viel ook zij dood neer. En de jonge mannen kwamen binnen en zagen haar dood op de grond liggen. Ze droegen haar naar het graf van haar man en begroeven haar bij hem. 11 Iedereen in de gemeente kreeg hierdoor diep ontzag voor God. Ook alle andere mensen die ervan hoorden.
12 God deed veel wonderen door de apostelen. En ze waren allemaal eensgezind bij elkaar in de 'Zuilengang van Salomo'. 13 Niemand van de Joodse leiders durfde zich bij hen aan te sluiten. Maar de gewone mensen hadden veel respect voor hen. 14 Steeds meer mannen en vrouwen geloofden in de Heer. 15 De mensen legden zelfs de zieken op bedden en matrassen op straat. Want ze hoopten dat Petrus' schaduw op hen zou vallen als hij voorbij kwam. 16 Ook grote groepen mensen uit de steden rondom Jeruzalem stroomden toe. Ze brachten de zieken en de mensen in wie duivelse geesten zaten. En ze werden allemaal genezen.
De apostelen worden gevangen genomen
17 Maar de hogepriester en alle priesters die bij hem hoorden (de 'partij van de Sadduceeërs') werden vreselijk jaloers. 18 Ze namen de apostelen gevangen. 19 Maar 's nachts kwam er een engel van de Heer. Hij deed de deuren van de gevangenis open en bracht hen naar buiten. 20 Hij zei: "Ga naar de tempel en vertel de mensen daar deze woorden van leven." 21 Ze gehoorzaamden de engel. Tegen de ochtend gingen ze weer naar de tempel en legden de mensen daar uit wie Jezus is.
De hogepriester en zijn priesters riepen de Vergadering bij elkaar. Die bestond uit alle geestelijk leiders van het volk Israël. Daarna stuurden ze tempelbewakers naar de gevangenis om de apostelen te laten brengen. 22 Maar toen ze daar aankwamen, ontdekten ze dat de apostelen er niet waren. Ze kwamen terug en zeiden: 23 "De kerker was op slot en de bewakers stonden voor de deuren op wacht. Maar toen we de deur open deden, was er binnen niemand." 24 De aanvoerder van de tempelbewakers en de leiders van de priesters schrokken toen ze dat hoorden. Ze vroegen zich af wat er zou gaan gebeuren. 25 Op dat moment kwam iemand vertellen: "De mannen die jullie gevangen hadden genomen, zijn in de tempel. Ze staan daar de mensen les te geven."
De apostelen voor de Vergadering
26 Toen ging de aanvoerder van de tempelbewakers met zijn mannen naar de tempel. Ze namen hen mee, maar zonder geweld. Want ze waren bang dat de mensen hen anders met stenen zouden doodgooien. 27 Ze brachten hen voor de Vergadering. De hogepriester ondervroeg hen: 28 "Wij hebben jullie streng verboden om nog les te geven over Jezus. Maar inmiddels heeft heel Jeruzalem gehoord wat jullie aan de mensen leren. En jullie willen óns de schuld geven van de dood van die Man." 29 Maar Petrus en de andere elf apostelen zeiden: "Men moet meer gehoorzaam zijn aan God dan aan de mensen. 30 De God van onze voorvaders heeft Jezus uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Jullie hadden Hem aan een kruis gespijkerd en gedood. 31 Maar God heeft Hem tot Koning en Redder van de mensen gemaakt. Hij wil dat Israël door Hem weer gaat leven zoals Hij het wil. Door Hem wil Hij hun ongehoorzaamheid vergeven. 32 Dát is waar wij samen met de Heilige Geest over spreken. Want God heeft de Heilige Geest gegeven aan de mensen die Hem gehoorzaam zijn." 33 Toen ze dit hoorden, werden ze woedend en wilden ze hen laten doden.
34 Maar er was een Farizeeër[a] in de Vergadering voor wie alle mensen veel respect hadden. Dat was de wetgeleerde[b] Gamaliël. Hij stond op en zei dat de apostelen even buiten de zaal gebracht moesten worden. 35 Toen zei hij tegen de Vergadering: "Mannen van Israël, bedenk goed wat jullie met deze mannen zullen doen! 36 Want hiervóór hadden we Teudas die beweerde dat hij iets was. Ongeveer 400 mannen sloten zich bij hem aan. Maar hij werd gedood en zijn groep viel uit elkaar. 37 Na hem hadden we Judas de Galileeër. Dat was in de tijd dat de mensen zich van de Romeinse keizer moesten laten inschrijven. Heel veel mensen sloten zich bij hem aan. Maar ook hij werd gedood en de hele groep is uit elkaar geslagen. 38 Daarom zeg ik jullie: bemoei je niet met deze mensen, maar laat hen met rust. Want als wat zij doen mensenwerk is, zal het worden vernietigd. 39 Maar als het iets van God is, zullen jullie het niet kunnen vernietigen. Het zou kunnen zijn dat jullie tegen God aan het strijden zijn." 40 En ze luisterden naar hem. Ze riepen de apostelen weer binnen en lieten hun zweepslagen geven. Toen verboden ze hun opnieuw om over Jezus te spreken. Daarna lieten ze hen gaan.
41 Ze vertrokken, blij dat ze slecht behandeld waren vanwege hun geloof in Jezus. 42 En ze bleven elke dag in de tempel en bij de mensen thuis over Jezus Christus vertellen.
Footnotes
- Handelingen 5:34 De Farizeeërs waren mensen die probeerden om zich zo precies mogelijk aan de wet van God te houden. Ze hadden een heel uitgebreid systeem van regels opgebouwd over hoe de wet van God in het dagelijks leven toegepast zou moeten worden. Ze waren zelfs nog preciezer dan nodig was, want ze hielden zich ook aan de strengere regels die alleen voor de priesters golden. Ze vonden zichzelf veel beter dan het 'gewone volk' dat zich minder met de wet bezighield. Ze hielden zich daarvan op een afstand, omdat ze vonden dat ze 'onrein' werden van die mensen.
- Handelingen 5:34 De wetgeleerden bestudeerden de wet van God en leerden die aan de mensen.
使徒行传 5
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
欺骗圣灵
5 一个名叫亚拿尼亚的人与妻子撒非喇也把田产卖了。 2 他私自留下一部分钱,然后把其余的拿去交给使徒,这件事他妻子也知道。 3 彼得说:“亚拿尼亚,你为什么让撒旦充满你的心,欺骗圣灵,私自留下一些卖地的钱呢? 4 田产没有卖的时候属于你,即使卖了,卖地的钱也由你支配。你怎么做出这种事呢?你不是欺骗人,你是欺骗上帝!” 5 亚拿尼亚听见这话,当场倒地而死。听见这件事的人都非常惧怕。 6 有几个青年上前把他的尸体裹起来,抬出去埋葬了。
7 大约过了三个小时,亚拿尼亚的妻子也进来了,她还不知道发生了什么事。 8 彼得问她:“你们卖田地的钱就这么多吗?”她说:“是的,就这么多。”
9 彼得说:“你们二人怎么串通起来试探主的灵呢?埋葬你丈夫的人就到门口了,他们也要把你抬出去。” 10 撒非喇立刻倒在彼得脚前死了。那些青年进来看见她已经死了,便把她抬出去葬在她丈夫的旁边。 11 整个教会和听见这件事的人都非常惧怕。
神迹奇事
12 主借着使徒们在百姓中行了许多神迹奇事,大家同心合意地在所罗门廊那里聚会。 13 其他人不敢接近他们,不过百姓都很敬重他们。 14 信主的人数不断增加,男女都有。 15 人们甚至把病人抬到街上,放在床上或垫子上,希望彼得路过时的影子可以落在病人身上。 16 还有大群的人从耶路撒冷附近的城镇带着病人和被污鬼搅扰的人赶来,他们都得了医治。
使徒受迫害
17 大祭司和他的同党撒都该人看见这情形,妒火中烧, 18 便把使徒拘捕,关在监里。 19 当天晚上,有一位主的天使把狱门打开,领他们出来, 20 说:“你们到圣殿去,把这生命之道传给百姓。” 21 使徒遵从命令,在黎明的时候来到圣殿开始教导众人。
大祭司和他的同党召集了所有公会[a]的人和以色列的众长老,然后派人去监狱把使徒押来受审。 22 差役来到监狱时,发现使徒已经不见了,就回去禀告,说: 23 “我们看见牢门紧锁,守卫都站在门外,但打开门一看,里面却空无一人!”
24 圣殿护卫长和祭司长听后,都很困扰,不知道是怎么回事。 25 这时有人来报告说:“你们关押在牢里的人正在圣殿里教导人!” 26 圣殿护卫长和差役再去把使徒抓回来。这次他们不敢动粗,生怕百姓会用石头打他们。
27 使徒被带来后站在公会前,大祭司盘问他们,说: 28 “我们不是严禁你们奉耶稣的名去教导百姓吗?你们竟然在耶路撒冷各处传道,还想把杀那人的血债归到我们身上!”
29 彼得和其他使徒申辩说:“我们要服从的是上帝,而非人。 30 你们钉死在十字架上的耶稣,我们祖先的上帝已经使祂复活了。 31 上帝把祂提升到自己的右边,立祂为君王和救主,好赐给以色列人悔改的机会,使他们的罪得到赦免。 32 我们就是这些事的见证人,上帝赐给顺服祂之人的圣灵也同样做见证。”
33 他们听了,怒气冲天,打算杀掉使徒。 34 公会中有一位名叫迦玛列的法利赛人,是个德高望重的律法教师。他站起来,叫人把使徒暂且押到外面, 35 然后说:“以色列人啊,你们应当慎重处置这些人。 36 不久前,有个名叫杜达的人起来自立山头,吸引了差不多四百个跟随者,但他被杀之后,那些跟随者就各奔东西,销声匿迹了。 37 后来,又有个加利利人犹大在户口登记期间鼓动百姓跟随他造反。他被杀之后,那些跟随者也烟消云散了。 38 所以,像现在这种情形,我劝大家还是不要管他们,随他们去吧。他们的计划和行为如果是出于人意,终必失败; 39 但如果是出于上帝,你们不但无法阻止他们,恐怕反而是在抵挡上帝!”
40 公会采纳了他的意见,于是把使徒召回来打了一顿,再次警告他们不可奉耶稣的名传道,才放了他们。 41 使徒离开公会后,为自己有资格为主的名受辱而欢喜。 42 他们每天在圣殿里及各家各户教导人,传扬耶稣是基督。
Footnotes
- 5:21 公会是犹太人的最高立法与司法机关。
Handelingen 5
Het Boek
Ananias en Saffira
5 Ook een zekere Ananias verkocht een stuk land. Maar hij hield, met instemming van zijn vrouw Saffira, een deel van de opbrengst achter. 2 De rest bracht hij naar de apostelen, maar hij deed net alsof het de hele opbrengst was. 3 ‘Ananias,’ zei Petrus, ‘waarom hebt u de duivel toegang gegeven tot uw hart? Waarom probeert u de Heilige Geest te bedriegen? Waarom zegt u dat dit de hele opbrengst van het land is, terwijl u een deel ervan achtergehouden hebt? 4 U had het land niet hoeven verkopen. Het was uw eigendom en nadat het verkocht was, mocht u zelf weten wat u met het geld deed. Hoe kon u zover komen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God!’ 5 Toen Ananias dat hoorde, zakte hij in elkaar en stierf. Iedereen was vreselijk geschrokken. 6 Een paar jonge mannen stonden op en legden hem af. Daarna droegen zij hem naar buiten en begroeven hem. 7 Een uur of drie later kwam zijn vrouw, die van niets wist.
8 ‘Vertel eens,’ zei Petrus tegen haar, ‘is dit geld de hele opbrengst van uw land?’ ‘Ja,’ antwoordde zij, ‘dat klopt.’ 9 ‘Waarom wilden jullie de Geest van de Here bedriegen? De mannen die u daar hoort aankomen, hebben zojuist uw man begraven. Zij zullen ook u dood naar buiten dragen.’ 10 Op hetzelfde moment zakte zij voor hem in elkaar en stierf. De jonge mannen kwamen binnen. Toen zij zagen dat zij ook dood was, droegen zij haar naar buiten en begroeven haar bij haar man.
11 De gemeente was hiervan diep onder de indruk en de andere mensen niet minder. 12 De apostelen deden heel veel wonderen en tekenen onder het volk. De gelovigen kwamen regelmatig bij elkaar in de tempel, in de Zuilenhal van Salomo, één van hart en ziel. 13 De andere mensen die in de tempel kwamen, durfden zich niet bij hen aan te sluiten, maar hadden wel veel respect voor hen.
14 Het aantal gelovigen bleef echter groeien. Talloze mannen en vrouwen gingen in de Here geloven. 15 De mensen droegen de zieken naar buiten en legden hen neer op veldbedden en matrassen, zij hoopten dat als Petrus voorbijkwam, in elk geval zijn schaduw op hen zou vallen. 16 Ook uit de omliggende plaatsen kwamen velen naar Jeruzalem. Zij brachten zieken mee en mensen die boze geesten in zich hadden. Allemaal werden zij genezen.
De apostelen voor de Hoge Raad
17 De hogepriester en de Sadduceeën werden jaloers en 18 lieten de apostelen oppakken en in de gevangenis gooien. 19 Maar diezelfde nacht maakte een engel van de Here de gevangenisdeuren open en bracht de apostelen naar buiten. 20 ‘Ga naar de tempel,’ zei hij, ‘en vertel de mensen alles over het nieuwe leven.’
21 Zij deden wat hun gezegd was en gingen ʼs morgens vroeg al weer naar de tempel om de mensen te onderwijzen. Toen de hogepriester en zijn mannen in de rechtszaal kwamen, riepen zij de Raad bijeen. Ondertussen stuurden zij enkele bewakers naar de gevangenis om de apostelen te halen. 22 Maar toen zij ontdekten dat die er niet waren, gingen ze terug en zeiden: 23 ‘De deuren van de gevangenis waren op slot en de bewakers stonden ervoor op wacht. Maar toen wij naar binnen gingen, was er niemand.’ 24 De leider van de tempel en de leidende priesters waren van hun stuk gebracht en vroegen zich af waar dit op uit zou lopen. 25 Even later kwam iemand hun vertellen dat de mannen die zij gevangen hadden gezet, in de tempel waren en het volk onderwezen.
26 De leider ging er met zijn mannen op af en nam de apostelen zonder geweld gevangen, zij waren bang dat het volk hen anders met stenen zou bekogelen. 27 Zij brachten de apostelen voor de Raad. 28 De hogepriester ondervroeg hen: ‘Wij hebben u streng verboden over die Jezus te spreken. En kijk nu eens wat u hebt gedaan! Heel Jeruzalem weet inmiddels van Hem. U wilt zeker de schuld van zijn bloed over ons brengen!’ 29 Petrus en de andere apostelen antwoordden: ‘Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen. 30 U hebt Jezus gedood door Hem aan een kruis te hangen. Maar de God van onze voorouders heeft Hem weer levend gemaakt. 31 Hij heeft Hem aan zijn rechterhand gezet, op de ereplaats! Jezus is verheven tot Leider en Redder. Hij zal Israël tot God laten terugkeren en de zonden van het volk vergeven. 32 Wij willen daar graag van vertellen en niet alleen wij, maar ook de Heilige Geest, die God geeft aan wie Hem gehoorzamen.’ 33 De mannen van de Raad waren woedend en wilden hen doden. 34 Maar toen stond een van de raadsleden op. Het was Gamaliël, een Farizeeër en kenner van de Joodse wet. Iedereen had veel respect voor hem. Hij stuurde de apostelen voor een paar minuten de zaal uit en zei: 35 ‘Mannen van Israël, wees voorzichtig met deze mensen. 36 Een hele tijd geleden kwam Theudas in het nieuws, die zich uitgaf voor een groot man. Hij kreeg zoʼn vierhonderd mensen achter zich, maar toen hij gedood werd, viel heel zijn aanhang uiteen. Er bleef niets van over. 37 Later, tijdens de volkstelling, trok Judas de Galileeër de aandacht en wist veel mensen voor zich te winnen. Maar toen hij stierf, gingen al zijn aanhangers weer hun eigen weg. 38 Daarom raad ik u aan u niet met deze mannen te bemoeien. Laat hen met rust. Want als hun ideeën en activiteiten mensenwerk zijn, komt er vanzelf een einde aan. 39 Maar als ze van God komen, zult u er niets tegen kunnen beginnen. Dan loopt u gevaar tegen God Zelf te strijden.’ 40 Zij moesten hem gelijk geven. Na de apostelen te hebben binnengeroepen, lieten ze hun zweepslagen geven. Zij verboden hen streng ooit nog in het openbaar over Jezus te spreken en lieten hen daarna gaan.
41 Blij verlieten de apostelen de rechtszaal, want God had hun het voorrecht gegeven ter wille van Jezus slecht behandeld te worden. 42 Zij trokken zich niets aan van de Hoge Raad en bleven gewoon over Jezus spreken, in de tempel en bij de mensen thuis. Elke dag vertelden zij dat Jezus de Christus is.
使徒行傳 5
Chinese Contemporary Bible (Traditional)
欺騙聖靈
5 一個名叫亞拿尼亞的人與妻子撒非喇也把田產賣了。 2 他私自留下一部分錢,然後把其餘的拿去交給使徒,這件事他妻子也知道。 3 彼得說:「亞拿尼亞,你為什麼讓撒旦充滿你的心,欺騙聖靈,私自留下一些賣地的錢呢? 4 田產沒有賣的時候屬於你,即使賣了,賣地的錢也由你支配。你怎麼做出這種事呢?你不是欺騙人,你是欺騙上帝!」 5 亞拿尼亞聽見這話,當場倒地而死。聽見這件事的人都非常懼怕。 6 有幾個青年上前把他的屍體裹起來,抬出去埋葬了。
7 大約過了三個小時,亞拿尼亞的妻子也進來了,她還不知道發生了什麼事。 8 彼得問她:「你們賣田地的錢就這麼多嗎?」她說:「是的,就這麼多。」
9 彼得說:「你們二人怎麼串通起來試探主的靈呢?埋葬你丈夫的人就到門口了,他們也要把你抬出去。」 10 撒非喇立刻倒在彼得腳前死了。那些青年進來看見她已經死了,便把她抬出去葬在她丈夫的旁邊。 11 整個教會和聽見這件事的人都非常懼怕。
神蹟奇事
12 主藉著使徒們在百姓中行了許多神蹟奇事,大家同心合意地在所羅門廊那裡聚會。 13 其他人不敢接近他們,不過百姓都很敬重他們。 14 信主的人數不斷增加,男女都有。 15 人們甚至把病人抬到街上,放在床上或墊子上,希望彼得路過時的影子可以落在病人身上。 16 還有大群的人從耶路撒冷附近的城鎮帶著病人和被污鬼攪擾的人趕來,他們都得了醫治。
使徒受迫害
17 大祭司和他的同黨撒都該人看見這情形,妒火中燒, 18 便把使徒拘捕,關在監裡。 19 當天晚上,有一位主的天使把獄門打開,領他們出來, 20 說:「你們到聖殿去,把這生命之道傳給百姓。」 21 使徒遵從命令,在黎明的時候來到聖殿開始教導眾人。
大祭司和他的同黨召集了所有公會[a]的人和以色列的眾長老,然後派人去監獄把使徒押來受審。 22 差役來到監獄時,發現使徒已經不見了,就回去稟告,說: 23 「我們看見牢門緊鎖,守衛都站在門外,但打開門一看,裡面卻空無一人!」
24 聖殿護衛長和祭司長聽後,都很困擾,不知道是怎麼回事。 25 這時有人來報告說:「你們關押在牢裡的人正在聖殿裡教導人!」 26 聖殿護衛長和差役再去把使徒抓回來。這次他們不敢動粗,生怕百姓會用石頭打他們。
27 使徒被帶來後站在公會前,大祭司盤問他們,說: 28 「我們不是嚴禁你們奉耶穌的名去教導百姓嗎?你們竟然在耶路撒冷各處傳道,還想把殺那人的血債歸到我們身上!」
29 彼得和其他使徒申辯說:「我們要服從的是上帝,而非人。 30 你們釘死在十字架上的耶穌,我們祖先的上帝已經使祂復活了。 31 上帝把祂提升到自己的右邊,立祂為君王和救主,好賜給以色列人悔改的機會,使他們的罪得到赦免。 32 我們就是這些事的見證人,上帝賜給順服祂之人的聖靈也同樣做見證。」
33 他們聽了,怒氣衝天,打算殺掉使徒。 34 公會中有一位名叫迦瑪列的法利賽人,是個德高望重的律法教師。他站起來,叫人把使徒暫且押到外面, 35 然後說:「以色列人啊,你們應當慎重處置這些人。 36 不久前,有個名叫杜達的人起來自立山頭,吸引了差不多四百個跟隨者,但他被殺之後,那些跟隨者就各奔東西,銷聲匿跡了。 37 後來,又有個加利利人猶大在戶口登記期間鼓動百姓跟隨他造反。他被殺之後,那些跟隨者也煙消雲散了。 38 所以,像現在這種情形,我勸大家還是不要管他們,隨他們去吧。他們的計劃和行為如果是出於人意,終必失敗; 39 但如果是出於上帝,你們不但無法阻止他們,恐怕反而是在抵擋上帝!」
40 公會採納了他的意見,於是把使徒召回來打了一頓,再次警告他們不可奉耶穌的名傳道,才放了他們。 41 使徒離開公會後,為自己有資格為主的名受辱而歡喜。 42 他們每天在聖殿裡和各家各戶教導人,傳揚耶穌是基督。
Footnotes
- 5·21 公會是猶太人的最高立法與司法機關。
Acts 5
New International Version
Ananias and Sapphira
5 Now a man named Ananias, together with his wife Sapphira, also sold a piece of property. 2 With his wife’s full knowledge he kept back part of the money for himself,(A) but brought the rest and put it at the apostles’ feet.(B)
3 Then Peter said, “Ananias, how is it that Satan(C) has so filled your heart(D) that you have lied to the Holy Spirit(E) and have kept for yourself some of the money you received for the land?(F) 4 Didn’t it belong to you before it was sold? And after it was sold, wasn’t the money at your disposal?(G) What made you think of doing such a thing? You have not lied just to human beings but to God.”(H)
5 When Ananias heard this, he fell down and died.(I) And great fear(J) seized all who heard what had happened. 6 Then some young men came forward, wrapped up his body,(K) and carried him out and buried him.
7 About three hours later his wife came in, not knowing what had happened. 8 Peter asked her, “Tell me, is this the price you and Ananias got for the land?”
“Yes,” she said, “that is the price.”(L)
9 Peter said to her, “How could you conspire to test the Spirit of the Lord?(M) Listen! The feet of the men who buried your husband are at the door, and they will carry you out also.”
10 At that moment she fell down at his feet and died.(N) Then the young men came in and, finding her dead, carried her out and buried her beside her husband.(O) 11 Great fear(P) seized the whole church and all who heard about these events.
The Apostles Heal Many
12 The apostles performed many signs and wonders(Q) among the people. And all the believers used to meet together(R) in Solomon’s Colonnade.(S) 13 No one else dared join them, even though they were highly regarded by the people.(T) 14 Nevertheless, more and more men and women believed in the Lord and were added to their number.(U) 15 As a result, people brought the sick into the streets and laid them on beds and mats so that at least Peter’s shadow might fall on some of them as he passed by.(V) 16 Crowds gathered also from the towns around Jerusalem, bringing their sick and those tormented by impure spirits, and all of them were healed.(W)
The Apostles Persecuted
17 Then the high priest and all his associates, who were members of the party(X) of the Sadducees,(Y) were filled with jealousy. 18 They arrested the apostles and put them in the public jail.(Z) 19 But during the night an angel(AA) of the Lord opened the doors of the jail(AB) and brought them out.(AC) 20 “Go, stand in the temple courts,” he said, “and tell the people all about this new life.”(AD)
21 At daybreak they entered the temple courts, as they had been told, and began to teach the people.
When the high priest and his associates(AE) arrived, they called together the Sanhedrin(AF)—the full assembly of the elders of Israel—and sent to the jail for the apostles. 22 But on arriving at the jail, the officers did not find them there.(AG) So they went back and reported, 23 “We found the jail securely locked, with the guards standing at the doors; but when we opened them, we found no one inside.” 24 On hearing this report, the captain of the temple guard and the chief priests(AH) were at a loss, wondering what this might lead to.
25 Then someone came and said, “Look! The men you put in jail are standing in the temple courts teaching the people.” 26 At that, the captain went with his officers and brought the apostles. They did not use force, because they feared that the people(AI) would stone them.
27 The apostles were brought in and made to appear before the Sanhedrin(AJ) to be questioned by the high priest. 28 “We gave you strict orders not to teach in this name,”(AK) he said. “Yet you have filled Jerusalem with your teaching and are determined to make us guilty of this man’s blood.”(AL)
29 Peter and the other apostles replied: “We must obey God rather than human beings!(AM) 30 The God of our ancestors(AN) raised Jesus from the dead(AO)—whom you killed by hanging him on a cross.(AP) 31 God exalted him to his own right hand(AQ) as Prince and Savior(AR) that he might bring Israel to repentance and forgive their sins.(AS) 32 We are witnesses of these things,(AT) and so is the Holy Spirit,(AU) whom God has given to those who obey him.”
33 When they heard this, they were furious(AV) and wanted to put them to death. 34 But a Pharisee named Gamaliel,(AW) a teacher of the law,(AX) who was honored by all the people, stood up in the Sanhedrin and ordered that the men be put outside for a little while. 35 Then he addressed the Sanhedrin: “Men of Israel, consider carefully what you intend to do to these men. 36 Some time ago Theudas appeared, claiming to be somebody, and about four hundred men rallied to him. He was killed, all his followers were dispersed, and it all came to nothing. 37 After him, Judas the Galilean appeared in the days of the census(AY) and led a band of people in revolt. He too was killed, and all his followers were scattered. 38 Therefore, in the present case I advise you: Leave these men alone! Let them go! For if their purpose or activity is of human origin, it will fail.(AZ) 39 But if it is from God, you will not be able to stop these men; you will only find yourselves fighting against God.”(BA)
40 His speech persuaded them. They called the apostles in and had them flogged.(BB) Then they ordered them not to speak in the name of Jesus, and let them go.
41 The apostles left the Sanhedrin, rejoicing(BC) because they had been counted worthy of suffering disgrace for the Name.(BD) 42 Day after day, in the temple courts(BE) and from house to house, they never stopped teaching and proclaiming the good news(BF) that Jesus is the Messiah.(BG)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Chinese Contemporary Bible Copyright © 1979, 2005, 2007, 2011 by Biblica® Used by permission. All rights reserved worldwide.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.
