Gevurot 3
Orthodox Jewish Bible
3 Now Kefa and Yochanan were going up to the Beis Hamikdash at the hour of tefillah, the ninth hour (three o’clock in the afternoon). [TEHILLIM 55:17]
2 And a certain ish, an ish (pisei’ach from the womb of his em), was being carried and they were putting him bederech klal (usually) yom yom at the sha’ar of the Beis Hamikdash, the one being called the Sha’ar Hatiferet, in order to beg for tzedakah from the ones entering into the Beis Hamikdash.
3 When the ish pisei’ach (lame man) saw Kefa and Yochanan being about to enter into the Beis Hamikdash, he began begging them for tzedakah.
4 But Kefa, as did Yochanan, gazed at him, saying, "Look at us!"
5 And the ish pisei’ach was paying heed to them, expecting to receive something from them.
6 And Kefa said, "Silver and gold have I none, but such as I have I give to you. In ha-Shem of the Rebbe, Melech HaMoshiach Yehoshua of Natzeret, get up and walk!"
7 And having grasped him by the yad yamin, Kefa lifted him up, and immediately the man’s feet and ankles were strengthened.
8 And leaping up, he stood and was walking around, and he entered with them into the Beis Hamikdash, walking and leaping and shouting "Baruch Hashem!" [YESHAYAH 35:6]
9 And all the people saw him walking and shouting, "Baruch Hashem!"
10 And they recognized him, that he was the one sitting at the Sha’ar Hatiferet (Beautiful Gate) of the Beis Hamikdash begging for tzedakah; and they were mishpoyel (standing in awe) and amazement at what had happened to him.
11 Now while Kefa and Yochanan were being held by him, all the people ran together to them at the Portico which is called Ulam Sh’lomo, and the people were utterly astonished.
12 And when Kefa saw this, he answered the people, preaching, "Anshei Yisroel, why are you bewildered at this or at us? Why are you gazing as if it were by our own ko’ach or chassidus that this man has become able to walk?
13 "Hashem, Elohei Avraham V’Elohei Yitzchak V’Elohei Ya’akov, the G-d of Avoteinu, has brought kavod to his mesharet, his Eved, Rebbe, Melech HaMoshiach Yehoshua whom you delivered over and denied in the presence of Pilate when you decided to release the other one. [SHEMOT 3:6,15; YESHAYAH 52:13;53:11]
14 "But you denied HaKadosh and the Tzaddik and you asked for a man who was a rotzeach (murderer) to be granted unto you,
15 "but the Sar HaChayyim you did away with, whom Hashem made to stand up alive again from the mesim, of which we are edim (witnesses).
16 "And on the basis of emunah in Shmo (Name), this ish whom you see and know, the Shem of Yehoshua has made him strong; ken, and it is emunah (faith) that comes through Rebbe, Melech HaMoshiach Yehoshua, which has given a refu’ah shleimah (complete healing) to this man in the presence of all of you.
17 "And now, Achim, I realize that according to a lack of da’as you acted, as did also your manhigim (leaders).
18 "But Hashem has thus fulfilled the things which he announced beforehand through the mouth of all the Nevi’im that the Rebbe, Melech HaMoshiach should undergo Messianic yissurim (sufferings).
19 "Therefore, make teshuva (repentance, turning from chet [sin] to G-d) and turn in order that your chatta’im, your averos (sins) may be removed, [TEHILLIM 51:1; YESHAYAH 43:25; 44:22]
20 "In order that times of rest may come from the presence of Adonoi, and that he may send the one having been proclaimed beforehand to you, that is, the Rebbe, Melech HaMoshiach,
21 "Whom it is necessary for Shomayim to receive until the times of the Tikkun of all things of which Hashem spoke long ago through the mouth of his Nevi’im hakedoshim."
22 "Moshe Rabbenu indeed said, "NAVI KAMOCHA [T. N. i.e., a prophet like Moses] for you Hashem Adonoi will raise up from your achim; to him you will give heed according to everything whatever he may speak to you." [DEVARIM 18:15,18]
23 "And it will be that every nefesh (soul) whoever LO YISHMA (does not listen) to that Navi (prophet) will be utterly destroyed from among the people. [DEVARIM 18:19; VAYIKRA 23:29]
24 "And likewise all the Nevi’im (prophets) from Shmuel and his successors onward, also announced HaYom HaZeh.
25 "You are the Bnei HaNevi’im (prophets) and you are the Bnei HaBrit which Hashem decreed to your Avot, saying to Avraham Avinu, V’NIVRAKHU (“and they will be blessed”) in your ZERA (“Seed”), KOL MISHPEKHOT HA’ADAMAH ("and in your Zera will be blessed all the families of the earth.") [BERESHIS 12:3; 22:18; 26:4; 28:14]
26 "To you rishonah (first) Hashem raised up his EVED [Moshiach], sending him to give you a bracha, turning every one of you in teshuva away from your wicked ways."
Handelingen 3
BasisBijbel
Een verlamde man wordt gezond
3 Op een keer gingen Petrus en Johannes om ongeveer drie uur naar de tempel. Dat is de tijd voor het gebed. 2 Bij de 'Prachtige Poort' van de tempel werd elke dag een verlamde man neergelegd. Hij was al vanaf zijn geboorte verlamd. Hij bedelde daar om geld van de mensen die naar de tempel gingen. 3 De man zag Petrus en Johannes toen zij de tempel binnen wilden gaan. Hij vroeg ook aan hen om een beetje geld. 4 Petrus en Johannes keken hem goed aan, en Petrus zei: "Kijk ons aan." 5 De man keek hen aan. Hij verwachtte dat ze hem iets zouden geven. 6 Maar Petrus zei: "Zilver en goud heb ik niet. Maar wát ik heb, geef ik je. Ik zeg je in de naam van Jezus Christus uit Nazaret: Sta op en loop!" 7 En Petrus greep hem bij zijn hand en trok hem overeind. Onmiddellijk werden zijn benen en voeten sterk. 8 Hij sprong op. Hij stond en liep heen en weer. Springend en dansend ging hij met hen de tempel binnen. Hij prees God uitbundig. 9 Iedereen zag hem lopen en God prijzen. 10 Ze herkenden hem als de man die altijd bij de 'Prachtige Poort' had zitten bedelen. Ze waren stomverbaasd en diep onder de indruk van wat er met hem was gebeurd.
Petrus vertelt de mensen over Jezus
11 De man bleef aldoor dicht bij Petrus en Johannes. De mensen dromden naar hen toe op het plein. (Dat plein wordt 'de Zuilengang van Salomo' genoemd.) Ze waren stomverbaasd. 12 Petrus zag het en zei: "Mannen van Israël, waarom zijn jullie zo verbaasd? Waarom staren jullie ons zo aan? Denken jullie dat wij door onze eigen kracht deze man hebben genezen? Of door onze eigen godsdienstigheid? 13 Nee, de God van Abraham, Izaäk en Jakob, de God van onze voorvaders, heeft dit door zijn Zoon Jezus gedaan. Ik bedoel de Jezus die jullie gevangen hebben genomen omdat jullie niet wilden dat Hij de Messias was. Jullie hebben Hem aan Pilatus uitgeleverd. Pilatus vond dat Jezus vrijgelaten moest worden. 14 Jullie wisten dat Hij heilig en onschuldig was. Maar tóch hebben jullie van Pilatus geëist dat niet Hij, maar een moordenaar vrijgelaten zou worden. 15 En de Koning die jullie leven kwam geven, hebben jullie gedood. Maar God heeft Hem uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Wij hebben dat zelf gezien en vertellen het aan de mensen.
16 Jullie kennen deze man hier. Doordat wij in Jezus geloven, heeft Jezus hem helemaal gezond kunnen maken. Jullie kunnen dat zelf zien. 17 Maar ik weet, broeders, dat jullie die dingen hebben gedaan omdat jullie niet beter wisten. Voor jullie leiders geldt hetzelfde. 18 Maar God heeft gedaan wat Hij door alle profeten van tevoren al gezegd had. Hij heeft namelijk vroeger al gezegd dat de Messias zou lijden. 19 Maar als jullie nu spijt hebben en in Jezus gaan geloven, zal God jullie vergeven dat jullie Hem ongehoorzaam zijn geweest. Alles wat jullie verkeerd gedaan hebben, zal Hij dan helemaal wegdoen. Dan zal God jullie rust en vrede geven. 20 Hij zal Jezus Christus aan jullie geven, zoals Hij vroeger al gezegd heeft.
21 Jezus moest naar de hemel gaan, totdat God alle dingen nieuw zal maken. God heeft daar door zijn heilige profeten altijd al over gesproken. 22 Want Mozes heeft tegen onze voorouders gezegd: 'De Heer God zal jullie een profeet geven. Hij zal net als ik één van jullie zijn. Jullie moeten naar Hem luisteren in alles wat Hij zal zeggen. 23 Maar iedereen die niet naar deze profeet wil luisteren, zal worden gedood.' 24 De profeet Samuel en alle andere profeten ná hem hebben ook over deze tijd gesproken. 25 Jullie zijn de zonen van de profeten. En jullie horen bij het verbond dat God met jullie voorvaders heeft gesloten. Want Hij heeft tegen Abraham gezegd: 'Alle families van de aarde zullen door iemand uit jouw familie gezegend worden.' 26 God heeft zijn Zoon Jezus naar jullie toe gestuurd en uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Dat heeft Hij in de eerste plaats voor júllie gedaan. Hij wil dat jullie allemaal stoppen met het doen van slechte dingen en weer gaan leven zoals Hij het wil. Want dan kan Hij goed voor jullie zijn."
Handelingen 3
Het Boek
De genezing van een verlamde
3 Op een middag omstreeks drie uur, het Joodse gebedsuur, gingen Petrus en Johannes naar de tempel. 2 Toen zij daar aankwamen, zagen zij een man die al sinds zijn geboorte verlamd was. Elke dag werd hij naar de Mooie Poort (een van de tempelpoorten) gedragen om daar te bedelen. 3 Toen Petrus en Johannes de tempel wilden binnengaan, vroeg hij hun om geld. 4 Zij keken hem aandachtig aan en Petrus zei: ‘Kijk ons aan!’ 5 De man keek hen aan in de verwachting iets van hen te krijgen. 6 ‘Geld heb ik niet,’ zei Petrus, ‘maar wat ik heb, geef ik u. In de naam van Jezus Christus uit Nazareth, sta op en loop!’
7 Hij pakte hem bij de rechterhand en trok hem overeind. Op hetzelfde moment werden de voeten en enkels van de man stevig en sterk. 8 Hij sprong op, stond even stil en begon toen te lopen. Daarna ging hij lopend met hen de tempel binnen en danste van blijdschap en loofde God. 9 Alle mensen zagen hem lopen en hoorden hoe hij God prees. 10 Vol verbazing herkenden zij hem als de verlamde man die altijd bij de Mooie Poort zat te bedelen. Wat met hem gebeurd was, ging hun verstand te boven.
11 Iedereen stroomde samen in de zuilenhal van Salomo, waar Petrus en Johannes door de man werden vastgehouden. Toen Petrus al die mensen zag, zei hij: ‘Mannen van Israël, waarom bent u zo verbaasd? Wat staat u ons aan te staren? 12 U denkt toch niet dat wij deze man door onze eigen kracht of godsdienstigheid hebben laten lopen? 13 De God van Abraham, Isaak en Jakob geeft hiermee eer aan zijn dienaar Jezus, die door u aan de Romeinen is uitgeleverd. 14 U hebt Hem afgewezen, zelfs toen Pilatus vond dat Hij vrijgelaten moest worden. 15 Tegenover deze heilige en rechtvaardige man bleef u vijandig, maar u eiste de vrijlating van een moordenaar! Daarmee bent u de moordenaars van de Levensvorst geworden. Maar God heeft Hem uit de dood teruggebracht in het leven. Wij zijn daar getuigen van. 16 Jezus heeft deze lamme man genezen. Door ons geloof in Jezus is hij volkomen gezond geworden. U ziet het zelf! 17 Broeders, ik weet dat u indertijd niet besefte wat u deed en uw leiders ook niet. 18 Maar langs deze weg heeft God zijn plan uitgevoerd. Want lang van tevoren had Hij al door zijn profeten gezegd dat zijn Christus veel zou lijden. 19 Heb er dus berouw over en bekeer u tot God, dan zal Hij uw zonden wegdoen, 20 zodat een tijd van verfrissing aanbreekt als u met de Here leeft. Hij zal dan de Christus naar u toe sturen die Hij voor u bestemd heeft: Jezus, 21 die naar de hemel moest teruggaan tot de tijd van het volledige herstel. Over die tijd heeft God vanaf het begin al gesproken door zijn heilige profeten. 22 Zo zei Mozes bijvoorbeeld: “De Here God zal uit uw midden een profeet laten opstaan, iemand zoals ik. U moet luisteren naar alles wat Hij tegen u zeggen zal. 23 Maar wie niet naar Hem luistert, zal gedood worden!” 24 Ook Samuël en alle andere profeten die na hem kwamen, hebben dit voorspeld. 25 U bent nakomelingen van de profeten. En wat God uw voorouders heeft beloofd, geldt ook voor u. God heeft immers tegen Abraham gezegd dat zijn nageslacht alle volken van de wereld tot zegen zal zijn? 26 God heeft zijn dienaar Jezus in de eerste plaats laten opstaan om u te zegenen, zodat u het kwaad de rug zult toekeren.’
Copyright © 2002, 2003, 2008, 2010, 2011 by Artists for Israel International
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.