Add parallel Print Page Options

Abram was heel rijk: hij had veel vee, zilver en goud. Hij trok vanuit het Zuiderland terug naar Bet-El. Hij ging weer naar de plek waar hij de eerste keer zijn tenten had neergezet, tussen Bet-El en Ai. Daar had Abram toen een altaar voor de Heer gebouwd. Ook nu bracht hij Hem daar weer offers.

Read full chapter

Abram had veel vee, zilver en goud. Zij trokken net zo lang in noordelijke richting tot ze bij hun oude kamp tussen Betel en Ai kwamen. Het altaar dat Abram daar had gebouwd, stond er nog en opnieuw aanbad Abram daar de naam van de Here.

Read full chapter

Abram had become very wealthy(A) in livestock(B) and in silver and gold.

From the Negev(C) he went from place to place until he came to Bethel,(D) to the place between Bethel and Ai(E) where his tent had been earlier and where he had first built an altar.(F) There Abram called on the name of the Lord.(G)

Read full chapter