Add parallel Print Page Options

Gods belofte aan Abraham

O, domme Galaten! Wie heeft jullie betoverd? Hoe kan het dat jullie het goede nieuws niet langer gehoorzamen? Ik heb jullie toch zó duidelijk de gekruisigde Christus beschreven! Laat mij jullie deze ene vraag stellen: hebben jullie de Geest gekregen doordat jullie je aan de wet van Mozes hielden? Of kregen jullie Hem doordat jullie het goede nieuws hebben gehoord en geloofd? Zijn jullie dan zó dom? Jullie zijn je nieuwe leven begonnen met de Geest. Eindigen jullie dan nu met het houden van regels? Is alle ellende die jullie vanwege het geloof overkomen is, dan helemaal voor niets geweest? Als jullie je nu weer aan de wet gaan houden, is het inderdaad helemaal voor niets geweest. God heeft jullie zijn Geest gegeven en doet wonderen bij jullie. Doet Hij dat omdat jullie je zo goed aan de wet van Mozes houden? Of doet Hij dat omdat jullie geloven wat ik jullie heb verteld?

Ook Abraham heeft God geloofd.[a] Daarom zei God dat Abraham leefde zoals Hij het wil. Jullie moeten begrijpen dat alleen de mensen die in Jezus geloven kinderen van Abraham zijn. De Boeken wisten van tevoren dat God de niet-Joodse volken door hun geloof zou vrijspreken van schuld. Daarom hebben de Boeken van tevoren aan Abraham het goede nieuws verteld: "Door de zegen die op jou is, zullen alle volken gezegend worden." De mensen die hetzelfde geloof hebben als Abraham, ontvangen dus samen met Abraham Gods zegen.

10 Veel mensen willen leven zoals God het wil en daarmee vrij zijn van schuld. Daarom proberen ze zich precies aan de wet van Mozes te houden. Ze vertrouwen er op dat dat hen zal redden. Maar zij zijn vervloekt! Want er staat in de Boeken: "Iedereen die zich níet precies houdt aan alles wat er in het boek van de wet van Mozes geschreven staat, is vervloekt."[b] 11 En er staat ook: "Maar mensen die leven zoals Ik het wil, leven door hun geloof in Mij." Het is dus duidelijk: niemand kan ervoor zorgen dat hij geen enkele schuld heeft tegenover God, door zich aan de wet van Mozes te houden. 12 Want bij de wet van Mozes gaat het niet om geloof, maar om het doen van de wet. Want er staat in de Boeken: "Als je alles doet wat de wet van Mozes zegt, zul je leven."[c] 13 Maar Christus heeft ons bevrijd van de vervloeking van de wet van Mozes. Hoe? Door Zelf die vervloeking op Zich te nemen. Want er staat in de Boeken: "Vervloekt is iedereen die aan een hout hangt." 14 Zo kon God de zegen die Hij aan Abraham had gegeven, ook aan niet-Joodse volken geven. Namelijk als ze in Jezus Christus geloven. En door dat geloof konden we de Heilige Geest ontvangen die God had beloofd.

15 Broeders en zusters, ik zal dit uitleggen met een voorbeeld. Als je met iemand een verbond sluit, zetten jullie er allebei je handtekening onder. Daarna kan niemand dat verbond nog veranderen. Gods belofte aan Abraham is een verbond. 16 Nu is het zo, dat God zijn belofte deed aan Abraham en aan zijn kind. God zei niet: 'kinderen,' in het meervoud. Maar: 'kind', in het enkelvoud. Met dat kind bedoelde Hij Christus. 17 Ik bedoel dit: God sloot met Abraham een verbond dat over Christus ging. Pas 430 jaar later werd de wet van Mozes gegeven. Dan kan die wet dat verbond niet veranderen. Dus de belofte is er nog steeds. 18 Stel dat we Gods erfenis (= onze redding) zouden kunnen krijgen door ons aan de wet van Mozes te houden. Dan zou die erfenis niets te maken hebben met Gods belofte aan Abraham. Maar juist door zijn belofte aan Abraham liet God zien dat Hij hem wilde zegenen.

Het doel van de wet

19 Waarom gaf God dan de wet? Om aan de mensen te laten zien dat ze schuldig waren. Want ze konden zich niet aan de wet houden. Maar ze moesten zich aan de wet van Mozes houden tót het Kind was gekomen dat God aan Abraham had beloofd. Engelen hebben op bevel van God de wet gegeven aan iemand die tussen God en de mensen in stond, namelijk Mozes. 20 Zo iemand is er niet als er maar één partij is. Hij is er alleen als er meer partijen zijn. God is Eén en Hij was de enige partij toen Hij zijn belofte aan Abraham gaf. Maar de wet is een verbond tussen twee partijen: God en Israël.

21 Botst de wet van Mozes dan met de belofte van God? Helemaal niet! Want als de wet de mensen had kunnen redden, dan zouden de mensen inderdaad vrij van schuld zijn geweest als ze zich precies aan die wet hielden. 22 Maar dat konden ze niet. Dus door de wet gingen de mensen juist zien hoe slecht ze zijn. Zo zouden ze gaan begrijpen dat ze alleen door geloof in Jezus Christus hun deel van de belofte zouden krijgen en niet door zich aan de wet van Mozes te houden.

23 Maar voordat dit geloof er kwam, beschermde de wet ons. De wet hield ons op het rechte pad. Pas later zouden we begrijpen dat we geloof nodig hebben. 24 De wet van Mozes was dus bedoeld om ons te leiden en op te voeden totdat Christus zou komen. En door in Christus te gaan geloven, zouden we kunnen worden vrijgesproken van schuld. 25 En nu het geloof is gekomen, hoeven we niet meer door de wet van Mozes geleid en opgevoed te worden. 26 Want door jullie geloof in Jezus Christus zijn jullie allemaal kinderen van God geworden. 27 Want alle mensen die in Christus zijn gedoopt, worden met Christus bedekt. Hij bedekt je zoals een kledingstuk je bedekt.[d] 28 Hierbij maakt het niet uit of je Jood of geen Jood bent, slaaf of vrij mens, man of vrouw. Jullie zijn namelijk allemaal één in Jezus Christus. 29 En als jullie van Christus zijn, zijn jullie kinderen van Abraham.[e] Daarom erven jullie zijn belofte. Zo is de belofte die God vroeger aan Abraham deed, nu ook voor jullie.

Footnotes

  1. Galaten 3:6 Lees Hebreeën 11:8, 9, 17-19.
  2. Galaten 3:10 Lees Deuteronomium 27:26.
  3. Galaten 3:12 Maar doordat het gewoon niemand lukt om zich voor 100% aan de wet te houden, komt iedereen vanzelf onder de vervloeking. Maar Jezus maakt die vervloeking ongedaan voor de mensen die in Hem geloven.
  4. Galaten 3:27 Lees ook Romeinen 6.
  5. Galaten 3:29 Namelijk omdat je hetzelfde geloof in God hebt als Abraham. Lees hierover Romeinen 4:1-12.

The Righteous Shall Live by Faith

O foolish (A)Galatians, who bewitched you, before whose eyes Jesus Christ (B)was publicly portrayed as crucified? This is the only thing I want to learn from you: did you receive the Spirit by the works of [a]the Law, or by [b](C)hearing with faith? Are you so foolish? Having begun [c]by the Spirit, are you now [d]being perfected by the flesh? Did you [e]suffer so many things for nothing—(D)if indeed it was for nothing? So then, does He who (E)provides you with the Spirit and (F)works [f]miracles among you, do it by the works of [g]the Law, or by [h](G)hearing with faith?

Just as (H)Abraham (I)believed God and it was counted to him as righteousness, so know that (J)those who are of faith, those are (K)sons of Abraham. And the Scripture, foreseeing that God [i]would justify the [j]Gentiles by faith, proclaimed the gospel beforehand to Abraham, saying, “(L)All the nations will be blessed in you.” So then (M)those who are of faith are blessed with [k]Abraham, the believer.

10 For as many as are of the works of [l]the Law are under a curse, for it is written, “(N)Cursed is everyone who does not abide by all things written in the book of the law, to do them.” 11 Now that (O)no one is justified [m]by [n]the Law before God is evident, [o]for “(P)The righteous shall live by faith.” 12 [p]However, the Law is not [q]of faith; rather, “(Q)He who does them shall live [r]by them.” 13 Christ (R)redeemed us from the curse of the Law, having become a curse for us—for it is written, “(S)Cursed is everyone who hangs on (T)a [s]tree”— 14 in order that (U)in Christ Jesus the blessing of Abraham might [t]come to the Gentiles, so that we (V)would receive (W)the promise of the Spirit through faith.

The Promise by Faith

15 (X)Brothers, (Y)I speak [u]in human terms: (Z)even though it is only a man’s [v]covenant, yet when it has been ratified, no one sets it aside or adds [w]conditions to it. 16 Now the promises were spoken (AA)to Abraham and to his seed. He does not say, “And to seeds,” as referring to many, but rather to one, “And (AB)to your seed,” that is, Christ. 17 And what I am saying is this: the Law, which came (AC)430 years later, does not invalidate a covenant previously ratified by God, so as to abolish the promise. 18 For (AD)if the inheritance is by law, it is no longer by promise, but (AE)God has granted it to Abraham through promise.

19 (AF)Why the Law then? It was added [x]because of trespasses, having been (AG)ordained through angels (AH)by the hand of a mediator, until (AI)the seed would come to whom the promise had been made. 20 Now (AJ)a mediator is not [y]for one person only, whereas God is one. 21 Is the Law then contrary to the promises of God? (AK)May it never be! For (AL)if a law had been given which was able to impart life, then righteousness would indeed be by law. 22 But the Scripture has (AM)shut up [z]everyone under sin, so that the promise by faith in Jesus Christ might be given to those who believe.

23 But before faith came, we were held in custody under the Law, (AN)being shut up for the coming faith to be revealed. 24 Therefore the Law has become our (AO)tutor unto Christ, so that (AP)we may be justified by faith. 25 But now that faith has come, we are no longer under a [aa](AQ)tutor. 26 For you are all (AR)sons of God through faith in (AS)Christ Jesus. 27 For all of you who were (AT)baptized into Christ have (AU)clothed yourselves with Christ. 28 (AV)There is neither Jew nor Greek, there is neither slave nor free man, there is no (AW)male and female, for (AX)you are all one in (AY)Christ Jesus. 29 And if (AZ)you [ab]belong to Christ, then you are Abraham’s [ac]seed, heirs according to (BA)promise.

Footnotes

  1. Galatians 3:2 Or law
  2. Galatians 3:2 Lit the hearing of faith
  3. Galatians 3:3 Or with
  4. Galatians 3:3 Or ending with
  5. Galatians 3:4 Or experience
  6. Galatians 3:5 Or works of power
  7. Galatians 3:5 Or law
  8. Galatians 3:5 Lit the hearing of faith
  9. Galatians 3:8 Lit justifies
  10. Galatians 3:8 Lit nations
  11. Galatians 3:9 Lit the believing Abraham
  12. Galatians 3:10 Or law
  13. Galatians 3:11 Or in
  14. Galatians 3:11 Or law
  15. Galatians 3:11 Or but he who is righteous by faith shall live
  16. Galatians 3:12 Or And
  17. Galatians 3:12 Or based on
  18. Galatians 3:12 Or in
  19. Galatians 3:13 Or cross; lit wood
  20. Galatians 3:14 Or occur
  21. Galatians 3:15 Lit according to man
  22. Galatians 3:15 Or will or testament
  23. Galatians 3:15 Or a codicil
  24. Galatians 3:19 Or for the sake of defining
  25. Galatians 3:20 Lit of one
  26. Galatians 3:22 Lit all things
  27. Galatians 3:25 Lit child-conductor
  28. Galatians 3:29 Lit are Christ’s
  29. Galatians 3:29 Or descendants