Add parallel Print Page Options

36 Ook voor de ingang van de tent moet een gordijn worden gemaakt van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getwijnd fijn linnen. 37 Hang dit gordijn aan vijf pilaren van acaciahout, overtrokken met goud, waaraan gouden haken zijn bevestigd. De pilaren moeten op koperen voetstukken staan.

Read full chapter

36 Weef ook een gordijn voor de ingang van de tent, van blauw, paars en rood draad en fijn linnen. Het moet een kleurig geweven doek worden. 37 Maak vijf palen van acaciahout en bedek ze met goud. Zet elke paal op een koperen voetstuk. Maak gouden haakjes en hang daarmee het gordijn aan de palen op.

Read full chapter