Add parallel Print Page Options

Mozes leert Israël de Tien Leefregels van God (vervolg)

Mozes riep heel Israël bij zich en zei: "Luister, Israël, naar de wetten en leefregels die ik jullie nu geef. Jullie moeten die leren en je er aan houden. Onze Heer God heeft op de berg Horeb een verbond met ons gesloten. Hij heeft dit verbond niet met onze voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob gesloten, maar met óns hier. De Heer heeft Zelf met jullie gesproken, vanuit het vuur op de berg. Ik stond in die tijd tussen de Heer en jullie in, om jullie te vertellen wat Hij had gezegd. Want jullie waren bang voor het vuur en jullie kwamen de berg niet op. En de Heer zei: 'Ik ben jullie Heer God. Ik ben het die jullie uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd.

Jullie mogen geen andere goden hebben, maar alleen Mij.

Maak geen godenbeelden van iets wat in de lucht, op de aarde, of in het water onder de aarde is. Ga niet zulke beelden aanbidden en dienen. Want Ik, jullie Heer God, ben een jaloers God en Ik wil niet dat jullie andere goden aanbidden. Als mensen Mij niet willen gehoorzamen, zal het slecht met hen gaan. Hun ongehoorzaamheid heeft gevolgen tot in de derde en vierde familie ná hen. 10 Maar Ik ben goed voor de mensen die van Mij houden en mijn wetten gehoorzamen. Het zal goed gaan met de duizenden mensen die van hen afstammen.

11 Misbruik mijn naam niet. Iemand die mijn naam misbruikt, is schuldig. Ik zal hem straffen.

12 Houd je aan de heilige rustdag. Die dag is voor Mij. 13 Zes dagen mogen jullie werken. 14 Maar de zevende dag is mijn heilige rustdag. Dan mag niemand werken. Jullie niet, je zoon niet, je dochter niet, je knecht niet, je slavin niet, je vee niet, en de vreemdelingen die in jullie steden wonen ook niet. Zo kunnen jullie knechten en slavinnen op die dag uitrusten, net als jullie. 15 Vergeet nooit dat jullie slaven in Egypte zijn geweest en dat Ik jullie daaruit op een machtige manier heb gered. Daarom beveel Ik dat jullie je aan de heilige rustdag moeten houden.

16 Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. Dan zullen jullie lang leven in het land dat Ik jullie ga geven.

17 Dood niemand.

18 Wees niet ontrouw aan je man of vrouw.

19 Steel niet.

20 Beschuldig niemand van iets wat niet waar is.

21 Wees niet jaloers op wat iemand anders heeft. Je moet niet willen hebben wat al van een ander is: zijn huis, of zijn vrouw, of zijn knecht, of zijn slavin, of zijn koe, of zijn ezel, of iets anders wat van iemand anders is.'

22 Dit heeft de Heer met een luide stem vanuit het vuur en de donkere wolken op de berg tegen jullie gezegd. En dat was alles wat Hij zei. Hij schreef alles op twee platte stenen en gaf die aan mij.

23 Jullie hoorden dus de stem uit de donkere wolk en zagen het vuur op de berg. Toen kwamen jullie leiders naar mij toe en zeiden: 24 'Onze Heer God heeft ons zijn hemelse macht en majesteit laten zien. We hebben zijn stem uit het vuur gehoord. Vandaag hebben we gezien dat God met een mens spreekt en dat die mens toch in leven blijft. 25 Maar toch zijn we bang dat we zullen sterven! Want dit grote vuur zal ons nog verbranden. Als we nog langer de stem van onze Heer God horen, zullen we erdoor worden gedood. 26 Want hoe kan een mens de stem van de levende God uit het vuur horen spreken en in leven blijven? 27 Wil jij alsjeblieft naar Hem toe gaan om te horen wat onze Heer God te zeggen heeft. Vertel ons daarna wat Hij tegen jou heeft gezegd. Dan zullen wij naar je luisteren en het doen.'

28 De Heer hoorde wat jullie tegen mij zeiden. Hij zei tegen mij: 'Ik heb gehoord wat dit volk tegen je heeft gezegd, en het is goed. 29 Ik wilde wel dat ze altíjd zoveel ontzag voor Mij en voor mijn wetten zouden hebben. Dan zou het voor altijd goed gaan met hen en hun kinderen. 30 Ga en zeg tegen hen dat ze naar hun tenten terug moeten gaan. 31 Maar jij moet hier bij Mij blijven. Want Ik ga jou alle wetten en leefregels geven die jij hen moet leren. Daar moeten ze zich aan houden in het land dat Ik hun ga geven.'

32 Doe dan nu ijverig je best om je daaraan te houden, zoals jullie Heer God heeft bevolen. Wijk er op geen enkele manier van af. 33 Doe alles wat jullie Heer God heeft gezegd. Dan zal het goed met jullie gaan in het land dat jullie gaan veroveren.

 神在何烈山上与以色列人立约

摩西把以色列人都召了来,对他们说:“以色列人哪,我今日讲给你们听的律例和典章,你们要听从,要学习,要谨慎遵行。 耶和华我们的 神在何烈山与我们立了约。 这约,耶和华不是与我们的列祖立的,而是与我们今日在这里还活着的人立的。 耶和华在山上,从火中,面对面的与你们说话。 那时,我站在耶和华和你们中间,要把耶和华的话告诉你们;你们因为惧怕那火,所以没有上到山上来,耶和华说:

重述十诫(A)

“‘我是耶和华你的 神,曾经把你从埃及地,从为奴之家领出来。

“‘除我以外,你不可有别的神。

“‘你不可为自己做偶像,也不可做天上、地下和地底下水中各物的形象。 不可跪拜它们,也不可事奉它们,因为我耶和华你们的 神是忌邪的 神;恨恶我的,我必追讨他们的罪,从父亲到儿子,直到三四代。 10 爱我和遵守我诫命的,我必向他们施慈爱,直到千代。

11 “‘不可妄称耶和华你 神的名,因为妄称耶和华的名的,耶和华必不以他为无罪。

12 “‘要遵守安息日为圣日,照着耶和华你 神吩咐你的。 13 六日要劳碌,作你一切工作。 14 但第七日是属于耶和华你 神的安息日;这一日,你和你的儿女、仆婢、牛驴和一切牲畜,以及你城里的寄居者,不可作任何的工,好使你的仆婢可以和你一样享受安息。 15 你要记住:你在埃及地作过奴仆;耶和华你的 神用大能的手和伸出来的膀臂,把你从那里领出来,因此耶和华你的 神吩咐你要守安息日。

16 “‘要孝敬父母,照着耶和华你的 神吩咐你的,使你可以得享长寿,也使你在耶和华你的 神赐给你的地上,得享福乐。

17 “‘不可杀人。

18 “‘不可奸淫。

19 “‘不可偷盗。

20 “‘不可作假证供陷害你的邻舍。

21 “‘不可贪爱你邻舍的妻子;不可贪图你邻舍的房屋、田地、仆婢、牛驴和你邻舍的任何东西。’

人民惧怕,摩西作中保(B)

22 “这些话就是耶和华在山上,从火中、密云中、幽暗里,大声对你们全体会众所说的,并没有加添甚么;他把这些话写在两块石版上,交给了我。 23 那时山上被火烧着,你们听见有声音从黑暗中发出来的时候,你们各支派的首领和你们的长老,都走到我这里来, 24 说:‘看哪,耶和华我们的 神把他的荣耀和伟大显给我们看,我们又听见他从火中发出来的声音;今日我们看见了 神与人说话,而人还能活着。 25 现在这大火快要吞灭我们了,我们为甚么要冒死呢?如果我们再听见耶和华我们 神的声音,我们就必死亡。 26 因为有血肉生命的人,有谁像我们一样,听见永活的 神从火中说话的声音,还能活着呢? 27 现在求你走前去,听听耶和华我们的 神要说的一切话;然后你要把耶和华我们的 神对你所说的一切话,都告诉我们;我们就必听从,也必遵行。’

28 “你们对我说话的时候,耶和华听见了你们说话的声音;耶和华就对我说:‘这人民对你所说的话,我都听见了;他们所说的都很好。 29 但愿他们常常存着这样的心,敬畏我,遵守我的一切诫命,使他们和他们的子孙永享福乐。 30 你去对他们说:“你们回到自己的帐棚里去吧。” 31 至于你,你要站在我这里;我要把一切诫命、律例、典章,都告诉你;你要教导他们,使他们在我赐给他们作产业的地上遵行。’ 32 所以,你们要照着耶和华你们的 神吩咐你们的,谨守遵行,不可偏离左右。 33 你们要走在耶和华你们的 神吩咐你们走的路上,使你们可以活着,可以享福,并且使你在将要占领为业的地上,可以长久居住。”