Deuteronomium 27
Het Boek
De berg Ebal
27 Toen gaven Mozes en de leiders van Israël het volk de volgende instructies: 2-4 ‘Wanneer u de Jordaan oversteekt en het land binnentrekt dat de Here, uw God, u geeft, neem dan grote stenen uit de rivierbedding mee naar de overkant. Bestrijk de stenen met kalk en schrijf de wetten van God in de kalk. Zo zult u aankomen in het land dat overvloeit van melk en honing, zoals de Here, uw God, dat uw voorouders heeft beloofd. Na de overtocht moet u die stenen op de berg Ebal als een monument oprichten. Die stenen moet u met kalk bestrijken. 5,6 Bouw daar ook een altaar voor de Here, uw God. Gebruik onbewerkte stenen en offer op dat altaar brandoffers aan de Here, uw God. 7,8 Breng ook vredeoffers op het altaar, eet daarvan en vier daar een blij feest voor de Here, uw God. Schrijf al deze wetten duidelijk leesbaar op het monument.’
9,10 Mozes en de Levitische priesters richtten het woord tot heel Israël: ‘Wees stil, Israël, en luister! Vandaag bent u het volk van de Here, uw God geworden. Daarom moet u vandaag beginnen alle wetten en gedragsregels die ik u heb gegeven, te gehoorzamen.’
11 Mozes gaf het volk de volgende instructie: 12 ‘Als u oversteekt naar het beloofde land, zullen de stammen van Simeon, Levi, Juda, Issachar, Jozef en Benjamin op de berg Gerizim staan om vanaf dat punt een zegen uit te spreken. 13 De stammen van Ruben, Gad, Aser, Zebulon, Dan en Naftali zullen op de berg Ebal staan om vandaar af een vloek uit te spreken. 14 Dan zullen de Levieten die tussen hen in staan met luide stem tegen heel Israël zeggen: 15 “Vervloekt is de man die een beeld maakt en op een geheime plaats aanbidt, of het nu gemaakt is van steen, hout of gegoten metaal, want de Here haat deze zelfgemaakte goden.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 16 “Vervloekt is hij die zijn vader en moeder veracht.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 17 “Vervloekt is hij die de grens tussen zijn land en dat van zijn buurman verlegt.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 18 “Vervloekt is hij die misbruik maakt van een blinde man.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 19 “Vervloekt is hij die onrechtvaardig is tegenover de vreemdeling, de wees en de weduwe.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 20 “Vervloekt is hij die overspel pleegt met een van de vrouwen van zijn vader, want zij is het eigendom van zijn vader.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 21 “Vervloekt is hij die seksuele omgang heeft met een dier.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 22 “Vervloekt is hij die seksuele omgang heeft met zijn zuster, of het nu zijn volle zuster of zijn halfzuster is.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 23 “Vervloekt is hij die gemeenschap heeft met zijn schoonmoeder (die weduwe is).” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 24 “Vervloekt is hij die in het geheim iemand doodt.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 25 “Vervloekt is hij die een geschenk aanneemt om een onschuldige te doden.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” 26 “Vervloekt is hij die deze wetten niet nauwgezet gehoorzaamt.” En het hele volk zal antwoorden: “Amen.” ’
Deuteronomium 27
BasisBijbel
De witte stenen op de Ebal
27 Verder beval Mozes met de leiders: "Doe heel precies wat ik jullie nu ga zeggen. 2 Op de dag dat jullie de Jordaan oversteken naar het land dat de Heer God jullie gaat geven, moeten jullie grote stenen neerzetten en met kalk wit maken. 3 Schrijf daarop deze hele wet. Alleen dan zullen jullie in het land komen dat de Heer God jullie gaat geven, een prachtig en vruchtbaar land, zoals de Heer, de God van jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob, aan jullie heeft beloofd.
4 Als jullie de Jordaan zijn overgestoken, moeten jullie die stenen op de berg Ebal neerzetten. 5 Bouw daar ook een altaar voor de Heer God. Maak het van ruwe stenen, dus stenen die niet met ijzeren gereedschap zijn bewerkt. 6 Breng daarop brand-offers voor jullie Heer God. 7 Ook moeten jullie er dank-offers offeren en daar een feestmaaltijd van klaarmaken. Vier daarmee feest voor jullie Heer God. 8 Zorg ervoor dat jullie helder en duidelijk de hele wet op de witgekalkte stenen schrijven."
Zegen en vervloeking op de Ebal en de Gerizim
9 Ook zeiden Mozes en de Levitische priesters tegen Israël: "Luister goed, Israël! Vandaag zijn jullie het volk geworden van de Heer God. 10 Daarom moeten jullie voortaan jullie Heer God gehoorzamen. Houd je dus aan de wetten en leefregels die ik jullie vandaag geef."
11 Op die dag beval Mozes: 12 "Als jullie de Jordaan zijn overgestoken, moeten de stammen van Simeon, Levi, Juda, Issaschar, Jozef en Benjamin op de berg Gerizim gaan staan. Zij zullen het volk zegenen. 13 En de stammen van Ruben, Gad, Aser, Zebulon, Dan en Naftali moeten op de berg Ebal gaan staan voor de vervloeking. 14 Dan moeten de Levieten luid zeggen, zodat alle mannen van Israël het kunnen horen:
15 'Vervloekt is iedereen die een godenbeeld maakt en dat stiekem ergens neerzet. Want de Heer vindt zoiets verschrikkelijk.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
16 'Vervloekt is iedereen die geen respect heeft voor zijn vader of moeder en niet voor hen zorgt.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
17 'Vervloekt is iedereen die de grenzen van de grond van zijn buurman verlegt om zo zijn eigen stuk grond groter te maken.' En het hele volk zal antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
18 'Vervloekt is iedereen die een blinde de verkeerde kant op stuurt.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
19 'Vervloekt is iedereen die niet eerlijk rechtspreekt over vreemdelingen, weduwen en weeskinderen.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
20 'Vervloekt is iedere man die naar bed gaat met de vrouw van zijn vader. Want hij heeft iets genomen wat van zijn vader is.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
21 'Vervloekt is iedereen die seks heeft met een dier.' En het hele volk moet zeggen: 'Amen! Zo is het!'
22 'Vervloekt is iedere man die naar bed gaat met zijn zus, de dochter van zijn vader of de dochter van zijn moeder.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
23 'Vervloekt is iedere man die naar bed gaat met de moeder van zijn vrouw.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
24 'Vervloekt is iedereen die stiekem iemand doodt.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
25 'Vervloekt is iedereen die zich laat omkopen om iemand te doden die onschuldig is.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
26 'Vervloekt is iedereen die zich niet aan deze wet houdt.' En het hele volk moet antwoorden: 'Amen! Zo is het!'
申命记 27
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
以巴路山上的律法
27 摩西率以色列众长老吩咐民众说:“你们要遵守我今天吩咐你们的一切诫命。 2 你们渡过约旦河、进入你们的上帝耶和华应许给你们的土地那天,要竖立几块大石,涂上石灰。 3 你们渡过约旦河、进入你们祖先的上帝耶和华应许要赐给你们的奶蜜之乡后,要把这律法一字不漏地写在大石上。 4 你们渡过约旦河后,要照我今日的吩咐在以巴路山上竖立这些石头,涂上石灰。 5 要在那里为你们的上帝耶和华筑一座石坛,不要用铁器凿刻石头。 6 要用未凿过的石头为你们的上帝耶和华筑一座坛,在上面献燔祭给祂; 7 又要献上平安祭,在祂面前吃喝快乐。 8 你们要把这律法一字不漏、清清楚楚地写在那几块大石上。”
9 摩西率利未祭司对全体以色列人说:“以色列人啊,要肃静聆听!你们今天已成为你们上帝耶和华的子民。 10 你们要听从祂,遵守祂今天借我吩咐你们的诫命和律例。”
违命必受咒诅
11 那天,摩西吩咐民众说: 12 “你们渡过约旦河后,西缅、利未、犹大、以萨迦、约瑟和便雅悯支派要站在基利心山上为民众祝福; 13 吕便、迦得、亚设、西布伦、但和拿弗他利支派要站在以巴路山上宣告咒诅。 14 利未人要对所有以色列人高声说,
15 ‘凡雕刻或铸造耶和华所憎恶的神像,并偷偷供奉的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
16 ‘凡不尊敬父母的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
17 ‘凡挪移邻居界石的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
18 ‘凡故意带领盲人走错路的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
19 ‘不公正地对待寄居者和孤儿寡妇的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
20 ‘凡与父亲的妻妾乱伦,使父亲蒙羞的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
21 ‘凡与兽交合的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
22 ‘凡与同父或同母姊妹乱伦的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
23 ‘凡与岳母乱伦的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
24 ‘凡暗杀邻居的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
25 ‘凡因收受贿赂而杀害无辜的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
26 ‘凡不遵行这律法的必受咒诅!’
全体民众要回答说,‘阿们!’
申命記 27
Chinese Contemporary Bible (Traditional)
以巴路山上的律法
27 摩西率以色列眾長老吩咐民眾說:「你們要遵守我今天吩咐你們的一切誡命。 2 你們渡過約旦河、進入你們的上帝耶和華應許給你們的土地那天,要豎立幾塊大石,塗上石灰。 3 你們渡過約旦河、進入你們祖先的上帝耶和華應許要賜給你們的奶蜜之鄉後,要把這律法一字不漏地寫在大石上。 4 你們渡過約旦河後,要照我今日的吩咐在以巴路山上豎立這些石頭,塗上石灰。 5 要在那裡為你們的上帝耶和華築一座石壇,不要用鐵器鑿刻石頭。 6 要用未鑿過的石頭為你們的上帝耶和華築一座壇,在上面獻燔祭給祂; 7 又要獻上平安祭,在祂面前吃喝快樂。 8 你們要把這律法一字不漏、清清楚楚地寫在那幾塊大石上。」
9 摩西率利未祭司對全體以色列人說:「以色列人啊,要肅靜聆聽!你們今天已成為你們上帝耶和華的子民。 10 你們要聽從祂,遵守祂今天藉我吩咐你們的誡命和律例。」
違命必受咒詛
11 那天,摩西吩咐民眾說: 12 「你們渡過約旦河後,西緬、利未、猶大、以薩迦、約瑟和便雅憫支派要站在基利心山上為民眾祝福; 13 呂便、迦得、亞設、西布倫、但和拿弗他利支派要站在以巴路山上宣告咒詛。 14 利未人要對所有以色列人高聲說,
15 『凡雕刻或鑄造耶和華所憎惡的神像,並偷偷供奉的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
16 『凡不尊敬父母的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
17 『凡挪移鄰居界石的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
18 『凡故意帶領盲人走錯路的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
19 『不公正地對待寄居者和孤兒寡婦的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
20 『凡與父親的妻妾亂倫,使父親蒙羞的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
21 『凡與獸交合的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
22 『凡與同父或同母姊妹亂倫的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
23 『凡與岳母亂倫的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
24 『凡暗殺鄰居的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
25 『凡因收受賄賂而殺害無辜的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
26 『凡不遵行這律法的必受咒詛!』
全體民眾要回答說,『阿們!』
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
 
      Used by permission. All rights reserved worldwide.
Copyright © 2004 by World Bible Translation Center
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Chinese Contemporary Bible Copyright © 1979, 2005, 2007, 2011 by Biblica® Used by permission. All rights reserved worldwide.