Add parallel Print Page Options

Paulus' gebed voor de gelovigen in Kolosse

Deze brief is van Paulus en van onze broeder Timoteüs. Ik heb van God de taak gekregen om boodschapper van Jezus Christus[a] te zijn. We schrijven deze brief aan onze broeders en zusters die in Kolosse bij God horen en in Christus geloven. Ik bid dat God onze Vader in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. We bidden altijd voor jullie. Dan danken we God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, voor jullie. Want we hebben gehoord over jullie geloof in Jezus Christus. Ook over jullie liefde voor alle gelovigen. Jullie zijn zo vol geloof en liefde, doordat jullie vol verwachting uitkijken naar wat er in de hemel voor jullie klaarligt. Jullie hebben daarvan gehoord toen jullie het goede nieuws hoorden. En het goede nieuws is de waarheid.

Over de hele wereld worden mensen door het goede nieuws veranderd. Ook jullie zijn aan het veranderen. Dat begon op de dag dat jullie het goede nieuws hoorden en werkelijk ontdekten hoe goed en liefdevol God is. Jullie hebben het goede nieuws gehoord van onze goede vriend en medewerker Epafras. Hij dient jullie als een trouwe dienaar van Christus. Hij heeft ons verteld hoeveel jullie door de Heilige Geest van elkaar houden.

Sinds we dat weten, blijven we dan ook aldoor voor jullie bidden. We vragen God dat Hij jullie veel wijsheid en geestelijk inzicht zal geven. Want daardoor zullen jullie duidelijk kunnen weten wat zijn wil is. 10 Dan kunnen jullie leven zoals Hij het wil en Hem blij maken met alles wat jullie doen. Dan zullen jullie goede resultaten hebben van alle goede dingen die jullie doen. En ook zullen jullie God steeds beter leren kennen. 11 En jullie zullen vol worden van zijn hemelse kracht. Door die kracht zullen jullie kunnen volhouden en alles met blijdschap kunnen verdragen. 12 Ook zullen jullie de Vader danken, die jullie geschikt heeft gemaakt om zijn erfenis te krijgen. Die erfenis ligt klaar voor iedereen die bij zijn Koninkrijk van het licht hoort. 13 Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis. En Hij heeft ons overgeplaatst in het Koninkrijk van zijn Zoon, van wie Hij heel veel houdt. 14 Hij heeft ons gered door de dood van zijn Zoon. Want dankzij zijn dood heeft God ons al onze ongehoorzaamheid kunnen vergeven.

Jezus is in alle dingen de eerste

15 Jezus is de afbeelding van God. God kunnen we niet zien. Maar aan Jezus kunnen we zien wie God is. Jezus was er al vóórdat God alles maakte. 16 Want door Jezus heeft God alle dingen in de hemel en op de aarde gemaakt: de zichtbare dingen en de onzichtbare dingen, alles wat heerst en macht heeft. Alles is door Hem en voor Hem gemaakt. 17 Hij was er eerder dan al het andere. Alle dingen bestaan door Hem. 18 Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opgestaan. Zo is Hij dus van alles de eerste. 19 Want God had besloten Zelf in Jezus te komen wonen. 20 Door Jezus' dood aan het kruis heeft God vrede met ons gesloten. Door Jezus heeft Hij de vriendschap hersteld tussen Hemzelf en alles wat leeft op de aarde en in de hemel.

21 Ook met jullie is Hij vrienden geworden. Hij heeft al jullie schuld weggedaan. Vroeger leefden jullie vér bij God vandaan. Jullie waren vijanden van God door de slechte dingen die jullie deden. 22 Maar nu mogen jullie bij God horen, doordat Jezus mens werd en stierf om jullie schuld op Zich te nemen. Want Hij wilde dat jullie volmaakt en vrij van schuld bij Hem zouden kunnen komen. 23 Maar dat kan alleen, als jullie stevig blijven staan in het geloof. Laat je dus niet afleiden van het goede nieuws dat jullie hebben gehoord. Want alleen dat is de waarheid. En ik, Paulus, ben één van de mensen die dat goede nieuws aan de mensen vertel.

Paulus lijdt voor de gemeente van Christus

24 Ik ben er blij over dat ik voor jullie moet lijden. Zo vul ik aan wat Christus nog niet geleden heeft. Dat is goed voor zijn Lichaam: de gemeente.[b] 25 Ik ben een dienaar van de gemeente geworden. God gaf mij namelijk de taak om jullie het woord van God bekend te maken. 26 Eeuwenlang is Gods plan een groot geheim voor de mensen gebleven. 27 Maar nu heeft God zijn geweldige plan aan zijn kinderen bekend willen maken. Dat geweldige plan is, dat Christus ook in niet-Joodse mensen wil wonen. Door Hem ontvangen jullie alle goede dingen die God jullie wil geven.

28 Overal vertellen we over Christus. We waarschuwen alle mensen. Met alle wijsheid leren we hun alles wat we weten. Zo willen we iedereen de mogelijkheid geven om door Christus vrij te worden van schuld. 29 Hiervoor doe ik dan ook mijn uiterste best. Ik span mij ervoor in met alle kracht van God die in mij is.

Footnotes

  1. Colossenzen 1:1 'Christus' is niet Jezus' achternaam! Het woord 'Christus' is Grieks en betekent 'Gezalfde'. (Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven). 'De gezalfde' is in de Joodse Boeken de man die speciaal door God met zijn Geest is gevuld ('gezalfd') om Israël te redden. In het Hebreeuws, de taal waarin het Oude Testament is geschreven, werd hij de 'Messias' genoemd, wat hetzelfde betekent.
  2. Colossenzen 1:24 Jezus' lijden deed de gemeente ontstaan. Het lijden van de gelovigen doet de gemeente groeien. Dus hun lijden is goed voor het Lichaam.

Greeting

Paul, an apostle of Christ Jesus by God’s will,(A) and Timothy(B) our brother:

To the saints in Christ at Colossae, who are faithful brothers and sisters.

Grace to you and peace from God our Father.[a]

Thanksgiving

We always thank God, the Father of our Lord Jesus Christ, when we pray for you, for we have heard of your faith in Christ Jesus and of the love you have for all the saints because of the hope reserved for you in heaven. You have already heard about this hope in the word of truth,(C) the gospel that has come to you. It is bearing fruit(D) and growing all over the world,(E) just as it has among you since the day you heard it and came to truly appreciate(F) God’s grace.[b](G) You learned this from Epaphras,(H) our dearly loved fellow servant. He is a faithful minister of Christ(I) on your[c] behalf, and he has told us about your love in the Spirit.(J)

Prayer for Spiritual Growth

For this reason also, since the day we heard this, we haven’t stopped praying for you. We are asking(K) that you may be filled with the knowledge(L) of his will(M) in all wisdom and spiritual understanding,[d] 10 so that you may walk worthy of the Lord, fully pleasing to him: bearing fruit in every good work(N) and growing in the knowledge of God,(O) 11 being strengthened(P) with all power,(Q) according to his glorious(R) might, so that you may have great endurance and patience, joyfully 12 giving thanks to the Father, who has enabled you[e] to share in the saints’ inheritance in the light.(S) 13 He has rescued(T) us from the domain of darkness and transferred us into the kingdom(U) of the Son(V) he loves.(W) 14 In him we have redemption,[f] the forgiveness of sins.

The Centrality of Christ

15 He is the image of the invisible God,(X)
the firstborn over all creation.(Y)
16 For everything was created by him,(Z)
in heaven and on earth,
the visible and the invisible,
whether thrones or dominions
or rulers or authorities –
all things have been created through him and for him.(AA)
17 He is before all things,(AB)
and by him all things(AC) hold together.
18 He is also the head of the body, the church;
he is the beginning,(AD)
the firstborn from the dead,(AE)
so that he might come to have
first place in everything.
19 For God was pleased to have
all his fullness(AF) dwell in him,(AG)
20 and through him to reconcile
everything to himself,
whether things on earth or things in heaven,
by making peace(AH)
through his blood,(AI) shed on the cross.[g](AJ)

21 Once you were alienated and hostile in your minds, as expressed in your evil actions. 22 But now he has reconciled you by his physical body through his death,(AK) to present you holy, faultless,(AL) and blameless before him(AM) –  23 if indeed you remain grounded and steadfast in the faith(AN) and are not shifted away from the hope(AO) of the gospel that you heard. This gospel has been proclaimed in all creation(AP) under heaven,(AQ) and I, Paul,(AR) have become a servant of it.

Paul’s Ministry

24 Now I rejoice in my sufferings(AS) for you, and I am completing in my flesh what is lacking in Christ’s afflictions for his body,(AT) that is, the church. 25 I have become its servant, according to God’s commission that was given to me for you, to make the word of God fully known, 26 the mystery hidden for ages and generations but now revealed to his saints. 27 God wanted to make known among the Gentiles the glorious wealth of this mystery, which is Christ(AU) in you, the hope(AV) of glory. 28 We proclaim him, warning and teaching everyone with all wisdom, so that we may present everyone mature in Christ. 29 I labour for this, striving(AW) with his strength that works powerfully in me.(AX)

Footnotes

  1. 1:2 Other mss add and the Lord Jesus Christ
  2. 1:6 Or and truly recognised God’s grace
  3. 1:7 Other mss read our
  4. 1:9 Or all spiritual wisdom and understanding
  5. 1:12 Other mss read us
  6. 1:14 Other mss add through his blood
  7. 1:20 Other mss add through him