2 Kronieken 22:2-9
Het Boek
2 Ahazia was tweeëntwintig jaar toen hij de troon besteeg en regeerde één jaar vanuit Jeruzalem. Zijn moeder heette Athalia en was een kleindochter van Omri. 3 Ook hij bewandelde de goddeloze wegen van Achab, want zijn moeder zette hem aan tot slechte daden. 4 Hij was net zo goddeloos als Achab, want na de dood van zijn vader liet hij zich leiden door Achabs familie en die mensen leidden hem naar de ondergang. 5 Ahazia volgde hun goddeloze advies op en sloot een bondgenootschap met koning Joram van Israël, een zoon van Achab. Joram was op dat moment in oorlog met koning Hazaël van Syrië. De strijd vond plaats bij Ramot in Gilead en Ahazia leidde zijn leger daar naartoe om deel te nemen aan de strijd. Koning Joram van Israël raakte gewond 6 en keerde terug naar Jizreël om te genezen. Daarop ging Ahazia bij hem op ziekenbezoek. 7 Door dit bezoek bracht God echter Ahaziaʼs ondergang nabij. Tijdens het bezoek ging Ahazia met Joram naar buiten om Jehu, de zoon van Nimsi, te ontmoeten. Deze Jehu was door de Here aangewezen om een einde te maken aan de familie van Achab. 8 Terwijl Jehu de familieleden en vrienden van Achab opspoorde en doodde, ontmoette hij de neven van koning Ahazia en de leiders van Juda en doodde ook hen. 9 Daarna gingen de mannen van Jehu op zoek naar Ahazia en vonden hem in de stad Samaria, waar hij zich had verborgen. Zij brachten hem naar Jehu, die hem doodde. Desondanks kreeg Ahazia een normale begrafenis, want hij was tenslotte een kleinzoon van koning Josafat, een man die de Here met toewijding had gediend. Niemand van Ahaziaʼs familie was in staat om het koningschap over te nemen.
Read full chapter
2 Kronieken 22:2-9
BasisBijbel
2 Ahazia was 42 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde één jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Atalia. Ze was een kleindochter van koning Omri van Israël. 3 Ahazia deed dezelfde slechte dingen als Achab en zijn familie. Dat kwam doordat hij luisterde naar de slechte raad van zijn moeder. 4 Hij leefde niet zoals de Heer het wil, net als de familie van Achab. Want na de dood van zijn vader vroeg hij altijd de familie van Achab om raad. Daardoor liep het slecht met hem af.
5 Achabs familie raadde hem aan om een verbond te sluiten met koning Joram van Israël, een zoon van Achab. Samen vielen ze koning Hazaël van Aram aan. Dat gebeurde bij Ramot in Gilead. Maar koning Joram raakte gewond. 6 Daarom ging hij terug naar Jizreël, om te herstellen van zijn verwondingen. Koning Ahazia kwam Joram in Jizreël opzoeken toen hij daar ziek in bed lag. 7 Maar God gebruikte dat bezoek om Ahazia te doden. Want toen Ahazia in Jizreël was, ging hij met koning Joram naar Jehu, de zoon van Nimsi. De Heer had Jehu de taak gegeven om de hele familie van Achab te doden.[a] 8 Jehu zocht dus naar alle familieleden van Achab. Zo doodde hij op een keer een aantal leiders van Juda en de zonen van Ahazia's broers. 9 Daarna zocht hij Ahazia. Ze vonden hem in Samaria, waar hij zich had verborgen. Ze namen hem gevangen en brachten hem naar Jehu. Jehu liet hem doden. Hij werd begraven, uit respect voor zijn grootvader Josafat. Want Josafat had de Heer met zijn hele hart gediend. Toen had van Ahazia's familie niemand nog genoeg macht om het land te regeren.
Read full chapterFootnotes
- 2 Kronieken 22:7 Lees 2 Koningen 8:25-29 en 2 Koningen 9:1-29. Ahazia was familie van Achab, doordat zijn moeder een dochter van Achab was.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016