Add parallel Print Page Options

13 Bovendien kwam hij in opstand tegen koning Nebukadnezar, aan wie hij trouw had moeten zweren. Hij hield zich dus niet aan zijn eed. En hij weigerde om de Heer, de God van Israël weer te gaan dienen.[a]

14 Ook alle leiders van het land en van de priesters waren ontrouw aan God. Ze deden dezelfde vreselijke dingen als de andere volken. Ook maakten ze godenbeelden en zetten die in de tempel van de Heer in Jeruzalem. 15 De Heer, de God van hun voorouders, waarschuwde hen wel steeds door zijn profeten. Want Hij hield nog steeds van zijn volk en van zijn tempel.

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Kronieken 36:13 Lees ook 2 Koningen 24:18-20, 2 Koningen 25:1-7, en Jeremia 37 tot en met 39.

13 Hij kwam bovendien in opstand tegen koning Nebukadnezar, ondanks het feit dat hij tegenover hem een eed van trouw had afgelegd. Zedekia was hard en koppig als het erom ging zich tot de Here, de God van Israël, te bekeren, dat weigerde hij absoluut. 14 Alle vooraanstaanden van het land, onder wie de hogepriesters, evenals het hele volk, vereerden de heidense afgoden van de omringende landen en ontheiligden de tempel van de Here in Jeruzalem. 15 Steeds weer stuurde de Here, de God van hun voorouders, profeten om hen te waarschuwen, want het lot van zijn volk en van zijn tempel liet Hem niet onberoerd.

Read full chapter

13 He also rebelled against King Nebuchadnezzar, who had made him take an oath(A) in God’s name. He became stiff-necked(B) and hardened his heart and would not turn to the Lord, the God of Israel. 14 Furthermore, all the leaders of the priests and the people became more and more unfaithful,(C) following all the detestable practices of the nations and defiling the temple of the Lord, which he had consecrated in Jerusalem.

The Fall of Jerusalem(D)(E)

15 The Lord, the God of their ancestors, sent word to them through his messengers(F) again and again,(G) because he had pity on his people and on his dwelling place.

Read full chapter