Add parallel Print Page Options

Het zuivere onderwijs van Jezus Christus

Gelovige slaven moeten hard werken voor hun eigenaars en respect voor hen hebben, anders zouden de naam van God en de leer schade kunnen lijden. Als de slaveneigenaar een christen is, mag dat voor de slaven geen excuus zijn om het wat kalmer aan te doen. Nee, zij moeten eerder nog meer hun best doen, omdat een broeder in het geloof door hun inspanningen wordt geholpen. Prent de mensen deze waarheden in, Timotheüs, en moedig iedereen aan ernaar te leven. Misschien gaan sommigen er tegen in, maar vergeet niet dat dit het zuivere, gezonde onderwijs van onze Here Jezus Christus is, het is het fundament voor een leven dat Gods goedkeuring heeft. Wie iets anders beweert, is verwaand en dom, die heeft de ziekelijke neiging te willen bekvechten over de betekenis van de woorden van Christus. De gevolgen daarvan zijn jaloezie en ruzie, beledigingen en verdachtmakingen. Deze ruziezoekers hebben een zieke geest, zij weten niet meer wat de waarheid is. Voor hen is het goede nieuws alleen maar een middel om geld te verdienen.

Het leven met God brengt veel op. Zeker als je ook tevreden bent met wat je hebt. Per slot van rekening hebben wij bij onze geboorte niets meegebracht, en als wij sterven, zullen wij ook niets kunnen meenemen. Als we ons kunnen voeden en kleden, moet ons dat genoeg zijn. Maar wie graag rijk wil worden, komt al gauw in verleiding en raakt verstrikt in de begeerte naar onnodige en verkeerde dingen, en gaat ten slotte verloren. 10 Want de liefde voor het geld is de eerste stap naar allerlei andere zonden. Sommige mensen hebben zich daarvoor zelfs van God afgekeerd en zich veel ellende op de hals gehaald.

11 Timotheüs, jij bent een man van God. Vlucht voor al deze lelijke dingen en span je in voor wat rechtvaardig is, voor wat de mensen tot God brengt, voor het geloof, de liefde, de toewijding en de vriendelijkheid. 12 Span je in voor de goede wedloop van het geloof en behaal de prijs van het eeuwige leven. Daartoe ben je geroepen en daarover heb je voor vele getuigen een krachtig getuigenis afgelegd. 13 Voor God, die klaar staat om ieder het eeuwige leven te geven en voor Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis aflegde, draag ik je op te doen wat ik gezegd heb. 14 Dan zal er niets op je zijn aan te merken tot de dag dat onze Here Jezus Christus zal verschijnen. 15 Zijn verschijning zal op de juiste tijd komen door de goede en enige Heerser, de Koning der koningen en de Heer der heren. 16 Hij is als enige onsterfelijk en woont in zoʼn helder licht dat geen mens Hem kan benaderen. Geen mens heeft Hem ooit gezien of zal Hem ooit zien. Voor Hem is de eer en de eeuwige macht, voor altijd. Amen.

17 Zeg tegen de rijken dat zij niet trots mogen zijn en niet moeten vertrouwen op hun rijkdom, die slechts een twijfelachtige zekerheid geeft, maar dat zij moeten vertrouwen op de levende God, die ons van alles geeft om ervan te genieten. Zeg hun dat zij hun rijkdom moeten gebruiken om er goed mee te doen. 18 Zij moeten rijk zijn in goede werken en met een blij hart geven aan mensen die gebrek lijden, zij moeten altijd klaarstaan om alles wat God hun heeft gegeven met anderen te delen. 19 Door dat te doen, zullen zij voor zichzelf een echte schat voor de toekomst verzekeren, om daarmee het ware leven te verwerven!

20 Timotheüs, schiet niet tekort in wat God je heeft toevertrouwd. Laat je niet verleiden tot dwaze discussies met mensen die over hun kennis opscheppen en daarmee bewijzen dat zij geen kennis hebben. 21 Sommigen van hen missen het belangrijkste in het leven: zij kennen God niet werkelijk. Ik bid dat God jullie zijn genade zal geven.

All slaves who believe must give complete respect to their own masters. In this way no one will speak evil of God’s name and what we teach. Slaves whose masters also believe should respect their masters even though their masters are also believers. As a result, believers who are slaves should serve their masters even better because those who receive the benefit of their work are believers whom they love.

Guidelines for Living a Godly Life

Teach and encourage people to do these things. Whoever teaches false doctrine and doesn’t agree with the accurate words of our Lord Jesus Christ and godly teachings is a conceited person. He shows that he doesn’t understand anything. Rather, he has an unhealthy desire to argue and quarrel about words. This produces jealousy, rivalry, cursing, suspicion, and conflict between people whose corrupt minds have been robbed of the truth. They think that a godly life is a way to make a profit.

A godly life brings huge profits to people who are content with what they have. We didn’t bring anything into the world, and we can’t take anything out of it. As long as we have food and clothes, we should be satisfied.

But people who want to get rich keep falling into temptation. They are trapped by many stupid and harmful desires which drown them in destruction and ruin. 10 Certainly, the love of money is the root of all kinds of evil. Some people who have set their hearts on getting rich have wandered away from the Christian faith and have caused themselves a lot of grief.

11 But you, man of God, must avoid these things. Pursue what God approves of: a godly life, faith, love, endurance, and gentleness. 12 Fight the good fight for the Christian faith. Take hold of everlasting life to which you were called and about which you made a good testimony in front of many witnesses.

13 In the sight of God, who gives life to everything, and in the sight of Christ Jesus, who gave a good testimony in front of Pontius Pilate, 14 I insist that, until our Lord Jesus Christ appears, you obey this command completely. Then you cannot be blamed for doing anything wrong. 15 At the right time God will make this known. God is the blessed and only ruler. He is the King of kings and Lord of lords. 16 He is the only one who cannot die. He lives in light that no one can come near. No one has seen him, nor can they see him. Honor and power belong to him forever! Amen.

17 Tell those who have the riches of this world not to be arrogant and not to place their confidence in anything as uncertain as riches. Instead, they should place their confidence in God who richly provides us with everything to enjoy. 18 Tell them to do good, to do a lot of good things, to be generous, and to share. 19 By doing this they store up a treasure for themselves which is a good foundation for the future. In this way they take hold of what life really is.

20 Timothy, guard the Good News which has been entrusted to you. Turn away from pointless discussions and the claims of false knowledge that people use to oppose ⌞the Christian faith⌟. 21 Although some claim to have knowledge, they have abandoned the faith.

God’s good will [a] be with all of you.

Footnotes

  1. 6:21 Or “grace.”