Add parallel Print Page Options

Van daar ging David naar Mizpa in Moab. Hij vroeg aan de koning van Moab: "Mogen mijn ouders in uw land wonen totdat ik weet wat God met mij van plan is?" Hij mocht hen bij de koning van Moab brengen. Daar bleven ze wonen zolang David in de bergen verborgen zat.[a] Maar de profeet Gad waarschuwde David: "Blijf niet in de bergen. Ga naar het gebied van de stam van Juda." Toen vertrok David naar het bos van Heret.

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Samuël 22:4 De koning van Moab was verre familie van David, doordat de moeder van zijn overgrootmoeder, Ruth, uit Moab kwam.

Korte tijd later vertrok David naar Mispa in Moab om de koning van Moab te vragen of zijn ouders daar onder koninklijke bescherming mochten verblijven, totdat hij wist wat God met hem voor had. David bracht hen bij de koning en zij bleven in Moab gedurende de hele periode dat David in de bergvesting woonde.

Op een dag vertelde de profeet Gad aan David dat hij de bergvesting moest verlaten om terug te keren naar Juda. David deed dat en trok naar het woud van Chereth.

Read full chapter

From there David went to Mizpah in Moab and said to the king of Moab, “Would you let my father and mother come and stay with you until I learn what God will do for me?” So he left them with the king of Moab,(A) and they stayed with him as long as David was in the stronghold.

But the prophet Gad(B) said to David, “Do not stay in the stronghold. Go into the land of Judah.” So David left and went to the forest of Hereth.(C)

Read full chapter