Add parallel Print Page Options

Rechtszaken tussen gelovigen

Als één van jullie ruzie heeft met een andere gelovige, hoe durven jullie dan naar een ongelovige rechter te gaan? Waarom gaan jullie niet naar iemand uit de gemeente? Weten jullie dan niet dat de gelovigen over de wereld zullen rechtspreken? Dan kunnen jullie toch zeker ook over dergelijke kleine zaken rechtspreken? Weten jullie dan niet dat we zelfs over de engelen zullen rechtspreken? Dan moeten we dat toch zeker ook over gewone dagelijkse dingen kunnen? Maar als jullie ruzie hebben over alledaagse dingen, vragen jullie aan mensen die in de gemeente helemaal niet meetellen, om jullie rechter te zijn! Schaam je! Is er dan bij jullie niemand wijs genoeg om te kunnen rechtspreken tussen broeders? Kennelijk niet, want bij jullie begint de ene broeder een rechtszaak tegen een andere broeder, en dan ook nog eens bij een ongelovige rechter!

Dat jullie rechtszaken hebben tegen elkaar is al erg genoeg. Waarom verdragen jullie niet liever dat iemand jullie oneerlijk of slecht behandelt? Maar nee, jullie zijn zelf oneerlijk en behandelen anderen slecht. Jullie eigen broeders nog wel! Weten jullie dan niet dat slechte mensen niet bij Gods Koninkrijk zullen horen? 10 Houd jezelf toch niet voor de gek! Mensen die met allerlei mannen of vrouwen naar bed gaan, of afgoden aanbidden, of niet trouw zijn aan hun eigen man of vrouw, of mannen die met mannen en vrouwen die met vrouwen seks hebben, of mensen die stelen, hebzuchtig zijn, te veel drinken, leugens over anderen rondvertellen of anderen bedriegen, zullen Gods Koninkrijk niet binnengaan. 11 Sommigen van jullie zijn zo geweest. Maar jullie hebben je laten schoonwassen. Jullie horen nu bij God. Want jullie zijn vrijgesproken van schuld dankzij de Heer Jezus Christus en de Geest van onze God.

Je mag niet zomaar alles met je lichaam doen

12 Alles mag, maar niet alles is nuttig. Ik mag alles, maar ik mag nergens slaaf van worden. 13 Het eten is voor de maag, en de maag is voor het eten. Maar uiteindelijk zal God alle twee vernietigen. Maar het lichaam is niet bedoeld om allerlei verkeerde dingen op het gebied van seks mee te doen. Nee, het is voor de Heer, en de Heer is voor het lichaam. 14 God heeft niet alleen de Heer uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Hij zal ook óns lichaam door zijn kracht weer levend maken.

15 Weten jullie dan niet dat jullie lichaam een deel is van het lichaam van Christus? Dan kun je jezelf toch niet aan een hoer geven? 16 Want als je jezelf aan een hoer geeft en met haar naar bed gaat, word je één lichaam met haar. Want God zegt: "Die twee zullen één geheel zijn."[a] 17 Maar als je jezelf aan de Heer geeft, wordt je geest één geheel met Hém.

18 Doe dus geen dingen op het gebied van seks die God niet goedvindt. Alle andere verkeerde dingen die je doet, hebben niet met je lichaam te maken. Maar met verkeerde seks doe je je eigen lichaam kwaad. 19 Weten jullie dan niet dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest? Hij woont in jullie. Jullie hebben Hem van God gekregen. Jullie zijn niet van jezelf! 20 Want God heeft jullie voor een hoge prijs gekocht. Eer God dus met jullie lichaam en met jullie geest, want zij zijn van God.

Retssager inden for menigheden

Hvis en af jer har et mellemværende med en anden fra menigheden, bør I løse sagen ved at bringe den til menighedens ledelse i stedet for at gå til en verdslig domstol. Ved I ikke, at de kristne en dag skal dømme verden? Når I skal dømme verden, skulle I så ikke kunne klare sådanne småsager? En dag skal vi jo dømme englene. Skulle vi så ikke kunne klare almindelige hverdagsproblemer? Når der opstår interne stridigheder blandt menighedens medlemmer, vil I så som dommere bruge folk, som menigheden ikke har tillid til? Det er for dårligt. Er der ikke en eneste iblandt jer, som har tilstrækkelig visdom til at dømme i den slags sager? Skal den ene kristne virkelig sagsøge den anden og endda have sagen afgjort af ikke-kristne dommere? Det er faktisk en falliterklæring, at kristne overhovedet fører retssager imod hinanden. Hvorfor ikke hellere lide uret og blive snydt? Tænk, at nogle af jer ligefrem bedrager jeres medkristne og gør dem uret!

De, der lever i oprør mod Gud, får ikke del i hans rige

Ved I ikke, at de, der lever i oprør mod Gud, ikke får del i Guds rige? Pas på, at I ikke bedrager jer selv! Mennesker, der lever i seksuel synd, utroskab eller afgudsdyrkelse, vil ikke få del i Guds rige. Det samme gælder mænd, som praktiserer homoseksualitet, 10 og det gælder tyveknægte, griske mennesker, drankere, svindlere og dem, der nedgør andre. 11 Den form for levevis har nogle af jer haft, men nu er I blevet renset fra jeres synder. I er frikendte på grund af det, som Herren Jesus Kristus og Guds Ånd har gjort for jer, og I er nu indviet til at tjene Gud.

12 „Alt er tilladt,” siger nogle af jer. Men ikke alt er gavnligt. Det kan godt være, at alt er tilladt for mig, men jeg skal ikke lade noget få kontrollen over mig. 13 „Maden er skabt til maven, og maven er skabt til maden,” siger nogle. Ja, men der er evighedsværdier, som er vigtigere end fysisk tilfredsstillelse. Vi har ikke fået en krop for at bruge den til seksuel synd, men for at bruge den til ære for Kristus og lade ham være herre over den. 14 Ligesom Gud oprejste Jesus fra de døde, vil han også oprejse os ved sin kraft.

15 Ved I ikke, at I hver for sig er lemmer på Kristi legeme? Kan man tage en del af Kristi legeme og bruge det til prostitution?[a] Aldrig! 16 Ved I ikke, at den mand, der giver sig hen til en prostitueret, gør sig til ét med hende? „De to skal blive ét,”[b] hedder det jo. 17 Men den, der giver sig hen til Herren, bliver åndeligt forenet med ham. 18 I må afholde jer fra seksuel umoral.

I påstår, at synd ikke har noget med kroppen at gøre. Det passer ikke, for den, der går i seng med en prostitueret, synder netop mod sin egen krop.[c] 19 Ved I ikke, at Helligånden, som I har fået fra Gud, bor i jeres krop? Ved I ikke, at I ikke længere tilhører jer selv? 20 Gud har ikke alene løskøbt jer, men også betalt en meget høj pris. Brug derfor jeres krop til ære for ham, som I tilhører.

Footnotes

  1. 6,15 Tempelprostitution var almindeligt accepteret og praktiseret i den daværende græske kultur.
  2. 6,16 1.Mos. 2,24.
  3. 6,18 Teksten er vanskelig. Oversættelsen her bygger på den formodning, at Paulus citerer korinterne for, hvad de mener. Hvis det ikke er et citat, kan det oversættes: „Når man synder, går det normalt ud over et andet menneske, men den her synd er en synd mod ens egen krop.”

Geschilpunten binnen de gemeenschap

Wat recht en oordeel betreft, hoe durft u als de een tegen de ander iets heeft, recht te zoeken bij de rechtbank? Waarom niet bij uw medegelovigen? Of weet u niet dat de gelovigen straks over de wereld zullen rechtspreken? Kunt u dan zulke kleinigheden nog niet eens onder elkaar oplossen? Weet u niet dat wij straks over engelen zullen oordelen? Dan kunnen we dat nu toch zéker over alledaagse dingen! Als er geschilpunten zijn die het dagelijks leven betreffen, kan zelfs de minste uit de gemeente daarover rechtspreken. Is er geen wijs man onder u, die de twee partijen tot elkaar kan brengen? Blijkbaar niet, want de ene gelovige brengt de andere voor de rechtbank, voor ongelovige rechters nog wel! Het is toch onwaardig dat u, als gelovigen, rechtsgeschillen hebt? Waarom bent u niet bereid onrecht te verdragen? Waarom laat u zich niet liever benadelen? Maar nee, u doet zélf onrecht, u berokkent schade en nog wel aan medechristenen! Weet u niet dat onrechtvaardige mensen geen deel zullen hebben aan het Koninkrijk van God? Verlaat Gods weg niet! Mensen die vrije seks voorstaan, afgoden dienen, overspel plegen of zich met homoseksuele en pedofiele praktijken inlaten, 10 blijven buiten het Koninkrijk van God. Dat geldt ook voor dieven, gierigaards, dronkaards, roddelaars en oplichters. 11 Sommigen van u zijn vroeger ook zo geweest. U bent nu schoongewassen en voor God afgezonderd. U bent onschuldig verklaard in de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God.

12 Ik mag alles, zegt u. Maar niet alles is zinvol. Hoewel ik alles mag, mag niets mij overheersen. 13 Het voedsel is voor het lichaam en het lichaam is voor het voedsel. God zal ze allebei overbodig maken. Ons lichaam is niet bestemd voor de ontucht, maar voor de Here en de Here zorgt voor het lichaam! 14 Zoals God de Here Jezus Christus weer levend heeft gemaakt, heeft Hij ook de kracht om óns weer levend te maken. 15 Weet u niet dat uw lichaam een lichaamsdeel van Christus is? Kan ik dan toestaan dat een lichaamsdeel van Christus gemeenschap heeft met een prostituee? Absoluut niet! 16 Of weet u niet dat u, door gemeenschap te hebben met een prostituee, één met haar wordt? Want God heeft gezegd: ‘Man en vrouw worden werkelijk één.’ 17 Maar als u gemeenschap met de Here hebt, bent u één van geest met Hem. 18 Houd u ver van elke vorm van hoererij. Geen andere zonde heeft zó wezenlijk met uw lichaam te maken. Als u met een andere dan uw eigen vrouw gemeenschap hebt, doet u kwaad aan uw eigen lichaam. 19 Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest? Van de Geest die God u heeft gegeven en die nu in u woont? U bent niet van uzelf! 20 God heeft u tegen de allerhoogste prijs gekocht! Gebruik daarom ieder deel van uw lichaam om God eer te geven.