马太福音 25
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
十个伴娘的比喻
25 “那时,天国就像十个伴娘提着灯去迎接新郎, 2 其中五个是糊涂的,五个是聪明的。 3 五个糊涂的只顾拿着灯,却不预备油; 4 那些聪明的不但拿着灯,还用器皿预备了足够的油。 5 新郎迟迟未到,她们等得困倦,便打盹睡着了。
6 “到了半夜,忽然听见有人喊道,‘新郎来了!出来迎接吧!’ 7 伴娘们醒来,把灯点亮。 8 糊涂的伴娘对聪明的伴娘说,‘请给我们一些油吧,因为我们的灯快要灭了!’
9 “聪明的伴娘回答说,‘不行,我们的油不够大家用的,你们去油店买吧!’
10 “当糊涂的伴娘去买油的时候,新郎来了。那些预备好的伴娘跟他一同进去参加婚宴,门就关了。 11 后来,其他伴娘回来了,喊道,‘主啊!主啊!请给我们开门吧!’
12 “新郎却说,‘我实在告诉你们,我不认识你们。’
13 “所以,你们要警醒,因为你们不知道我回来的日子和时辰。
才干的比喻
14 “天国就像一个人即将远行,他召来自己的奴仆,把产业托付给他们, 15 按各人的才干分别交给一个人五千银币,一个人两千银币,一个人一千银币,然后便离开了。 16 得到五千银币的立刻去做买卖,结果赚了五千; 17 得到两千银币的也赚了两千; 18 可是得到一千银币的却挖了一个洞,把主人的钱藏在地里。 19 过了很久,这些奴仆的主人回来了,要跟他们结帐。 20 得到五千银币的奴仆带来了另外的五千,说,‘主人,你交给我五千银币,请看,我又赚了五千。’
21 “主人说,‘做得好!你真是个又良善又忠心的奴仆。既然你在小事上忠心,我要把更大的事交给你。进来分享你主人的快乐吧!’
22 “得到两千银币的奴仆也上前说,‘主人,你交给我两千银币,请看,我又赚了两千。’
23 “主人说,‘做得好!你真是个又良善又忠心的奴仆,既然你在小事上忠心,我要把更大的事交给你。进来分享你主人的快乐吧!’
24 “得到一千银币的奴仆也上前说,‘主人,我知道你为人苛刻,没有播种的地方也要收割,没有撒种的地方也要收获。 25 我很害怕,就去把你的钱藏在地里。请看,这是你的钱。’
26 “主人说,‘你这又可恶又懒惰的奴仆!既然你知道我没有播种的地方也要收割,没有撒种的地方也要收获, 27 就应该把钱存入钱庄,等我回来时,可以连本带利还给我。’
28 “主人接着说,‘收回他的一千银币,赏给那个有一万银币的奴仆。 29 因为凡有的,还要给他更多,使他丰富有余;凡没有的,连他仅有的,也要夺去。 30 把这没用的奴仆扔进外边的黑暗里,他必在那里哀哭切齿。’
末日的审判
31 “当人子在祂的荣耀中与众天使降临的时候,祂要坐在荣耀的宝座上, 32 万民要聚集在祂面前。祂要把他们分开,就像牧人把绵羊和山羊分开一样。 33 祂要把绵羊放在右边,山羊放在左边。 34 那时,王会对右边的人说,‘我父所赐福的人啊,来承受创世以来为你们预备的国度吧。 35 因为我饥饿时,你们给我吃的;我口渴时,你们给我喝的;我身在异乡时,你们接待我; 36 我赤身露体时,你们给我穿的;我生病时,你们照顾我;我坐牢时,你们来看我。’
37 “那些义人会回答说,‘主啊!我们什么时候见你饿了就给你吃的?见你渴了就给你喝的? 38 见你身在异乡就接待你?见你赤身露体就给你穿的呢? 39 我们又什么时候见你生病或坐牢,就去看你呢?’
40 “王会回答说,‘我实在告诉你们,你们帮助我最卑微的一个弟兄,就是帮助我了。’
41 “王又对左边的人说,‘你们这些被咒诅的人,走开!到专为魔鬼及其使者预备的永远不灭的火里去吧! 42 因为我饥饿时,你们不给我吃的;我口渴时,你们不给我喝的; 43 我身在异乡时,你们不接待我;我赤身露体时,你们不给我衣服;我生病时,你们不照顾我;我坐牢时,你们不来看我。’
44 “他们会问,‘主啊,我们什么时候见你饿了,或渴了,或身在异乡,或赤身露体,或病了,或坐牢,却没有帮助你呢?’
45 “王会回答说,‘我实在告诉你们,你们没有帮助我最卑微的一个弟兄,就是没有帮助我。’ 46 这些人要受永远的刑罚,但义人要得到永远的生命。”
Mattheüs 25
BasisBijbel
Het verhaal van de tien bruidsmeisjes
25 Jezus zei: "Je kan het Koninkrijk van God ook vergelijken met tien bruidsmeisjes die met hun olielampen op weg gingen om de bruidegom op te wachten. 2 Vijf meisjes waren dwaas en vijf meisjes waren verstandig. 3 Want de dwaze meisjes namen wel hun olielampen mee, maar geen olie. 4 Maar de verstandige meisjes namen behalve hun olielamp ook een kruikje olie mee.[a] 5 Het duurde lang voordat de bruidegom kwam. Daardoor werden ze moe en ze vielen in slaap. 6 Maar midden in de nacht werd er geroepen: 'Kijk, daar komt de bruidegom! Kom mee, hem tegemoet!' 7 De meisjes stonden haastig op en staken hun lampen aan. 8 Toen zeiden de dwaze meisjes tegen de verstandige meisjes: 'Geef ons een beetje van jullie olie, want onze lampen gaan uit.' 9 Maar de verstandige meisjes zeiden: 'Nee, want dan hebben we geen van allen genoeg. Gaan jullie maar naar de winkel om olie te kopen.' 10 Maar terwijl de dwaze meisjes olie gingen kopen, kwam de bruidegom. En de meisjes die klaar stonden, gingen met hem mee naar binnen, de feestzaal in. Toen ging de deur dicht. 11 Later kwamen ook de andere meisjes en riepen: 'Heer, heer, laat ons er in!' 12 Maar hij antwoordde: 'Luister: ik ken jullie niet.'
13 Let dus goed op. Want jullie weten niet op welke dag en op welk moment de Mensenzoon komt."
Het verhaal van de dienaren met het geld
14 Jezus zei: "Het is hetzelfde als met een man die naar het buitenland vertrok. Voordat hij ging, riep hij zijn dienaren bij zich. Hij gaf hun een bedrag waarmee ze voor hem zaken moesten doen. 15 Eén dienaar gaf hij 1200 goudstukken, een andere 500 goudstukken en een derde 250 goudstukken. Hij gaf ieder de hoeveelheid geld waarvan hij wist dat die dienaar daar goed mee zou kunnen omgaan. Daarna ging hij op reis.
16 De man die 1200 goudstukken had gekregen, ging onmiddellijk op weg om zaken te doen. Hij verdiende er 1200 goudstukken bij. 17 De man met de 500 goudstukken verdiende er 500 bij. 18 Maar de man die 250 goudstukken had gekregen, groef een gat in de grond en stopte er het geld van zijn heer in.
19 Na lange tijd kwam de heer van die dienaren terug. Hij wilde weten hoeveel ze met zijn geld voor hem verdiend hadden. 20 De man die 1200 goudstukken had gekregen, ging naar zijn heer. Hij bracht ook de 1200 goudstukken mee die hij had bijverdiend en zei: 'Heer, u had mij 1200 goudstukken gegeven. Kijk, ik heb er 1200 bijverdiend.' 21 Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.'
22 De man die de 500 goudstukken had gekregen, ging ook naar zijn heer. Hij zei: 'Heer, u had mij 500 goudstukken gegeven. Kijk, ik heb er 500 bijverdiend.' 23 Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.'
24 Toen kwam ook de man die maar 250 goudstukken had gekregen. Hij zei: 'Heer, ik wist dat u een hard mens bent. U maait waar u niet heeft gezaaid en u verzamelt op plaatsen waar u niets heeft uitgestrooid. 25 Omdat ik bang voor u was, heb ik uw 250 goudstukken in de grond gestopt. Hier zijn ze weer.' 26 Zijn heer zei tegen hem: 'Je bent een slechte en luie dienaar! Je zegt dat ik maai waar ik niet heb gezaaid, en dat ik verzamel waar ik niet heb uitgestrooid. 27 Dan had je mijn geld naar de bank moeten brengen. Dan had ik het bij mijn terugkomst met rente van de bank kunnen halen! 28 Neem hem de 250 goudstukken af. Geef ze aan hem die 2400 goudstukken heeft.'
29 Want aan iedereen die heeft, zal meer gegeven worden, en hij zal meer dan genoeg hebben. Maar van wie niet heeft, zal afgenomen worden wat hij heeft. 30 En de heer zei: 'En gooi die nutteloze dienaar in de donkerste kerker. Daar zal hij huilen en met zijn tanden knarsen van spijt.' "
Het oordeel van Jezus over de mensen
31 Jezus zei: "Straks zal de Mensenzoon komen in zijn stralende hemelse macht en majesteit, samen met al zijn engelen. Dan zal Hij op zijn koninklijke troon gaan zitten. 32 Alle volken zullen vóór Hem worden gebracht. En Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen scheidt van de bokken. 33 Hij zal de 'schapen' aan zijn rechterkant zetten en de 'bokken' aan zijn linkerkant.
34 Dan zal de Koning tegen de mensen rechts van Hem zeggen: 'Kom, mijn Vader wil goed voor jullie zijn. Hij geeft jullie het Koninkrijk dat Ik al voor jullie heb klaargemaakt nog voordat de aarde bestond. 35 Want toen Ik honger had, hebben jullie Mij te eten gegeven. Toen Ik dorst had, hebben jullie Mij te drinken gegeven. Toen Ik een vreemdeling was, hebben jullie Mij in huis genomen. 36 Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij kleren gegeven. Toen Ik ziek was, hebben jullie Mij opgezocht. Toen Ik in de gevangenis zat, hebben jullie Mij bezocht.' 37 Dan zullen ze Hem antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger en hebben we U te eten gegeven? Wanneer had U dorst en hebben we U te drinken gegeven? 38 Wanneer was U een vreemdeling en hebben we U in huis genomen? Wanneer had U geen kleren en hebben we U kleren gegeven? 39 Wanneer was U ziek of in de gevangenis en hebben we U bezocht?' 40 En de Koning zal zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen voor één van mijn minst belangrijke broeders of zusters deden, hebben jullie ze ook voor Míj gedaan.'
41 Daarna zal Hij tegen de mensen links van Hem zeggen: 'Ga weg van Mij. Jullie zijn vervloekt. Ga naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is klaargemaakt. 42 Want toen Ik honger had, hebben jullie Mij niet te eten gegeven. Toen Ik dorst had, hebben jullie Mij niet te drinken gegeven. 43 Toen Ik een vreemdeling was, hebben jullie Mij niet in huis genomen. Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij geen kleren gegeven. Toen Ik ziek was en in de gevangenis, hebben jullie Mij niet bezocht.' 44 Dan zullen ook zij antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger, of dorst, of geen kleren, of was U ziek, of in de gevangenis en hebben we niets voor U gedaan?' 45 Dan zal Hij zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen niet voor één van mijn minst belangrijke broeders of zusters deden, hebben jullie ze ook niet voor Míj gedaan.' 46 Deze mensen zullen voor eeuwig gestraft worden. Maar de mensen die hebben geleefd zoals God het wil, zullen het eeuwige leven krijgen."
Footnotes
- Mattheüs 25:4 Als je een olielamp meenam, nam je een lege lamp mee en de olie deed je in een flesje. Anders ging de lamp lekken. Vijf van de meisjes zijn dwaas omdat ze wel een lamp meenemen, maar geen olie! De lont van een lamp zonder olie brandt wel heel even, maar bij gebrek aan olie gaat hij ook gelijk weer uit. Ze hebben zich dus niet echt voorbereid op de bruiloft. Want wat zij doen is zinloos.
馬 太 福 音 25
Chinese New Testament: Easy-to-Read Version
十个姑娘的寓言
25 “那时,天国像十个年轻姑娘,带着各自的油灯,去见新郎。 2 她们其中有五个姑娘很愚蠢,另外五个姑娘很聪明。 3 愚蠢的姑娘带了油灯,却没有带备用油。 4 聪明的姑娘把灯油装在罐子里和灯一起带来了。 5 新郎迟迟不露面,姑娘们非常困倦,便睡着了。
6 “半夜,突然有人喊∶‘新郎到了!快去见他。’
7 “这时姑娘们都醒过来,把油灯准备好。 8 可是愚蠢的姑娘们对聪明的姑娘们说∶‘把你们的灯油分给我们一点吧,我们的灯油没有了。’
9 “聪明的姑娘回答说∶‘不行呀,我们的油不够分给你们。你们到卖油的那里去买油吧。’
10 “就在愚蠢的姑娘去买油的时候,新郎到了。于是五个准备好了的姑娘,与新郎一起参加婚宴去了。然后人们就把门锁上了。
11 “其他的姑娘回来说∶‘先生,先生,劳驾给我们开门!’
12 “但是新郎回答说∶‘说实话,我不认识你们!’
13 “所以你们要保持警醒,因为你们不知道人子会在何时何日降临。
三个奴仆的寓言
14 “天国就像一个要离家出门旅行的人,他叫来他的奴仆,让他们看管他的财产。 15 他根据各人的能力,按比例把财产分给他们管理。他给第一个奴仆五袋银币 [a],给第二个奴仆两袋银币,给第三个奴仆一袋银币,然后出门了。 16 得到五袋银币的奴仆立刻着手工作,用这五袋银币赚回了五袋银币; 17 同样,得到两袋银币的奴仆也赚回两袋银币; 18 但是得到一袋银币的奴仆出去在地上挖了个坑,把主人的钱藏了进去。
19 “过了很长一段时间,主人回来了,跟他们结帐。 20 得到五袋银币的奴仆走到主人面前,多交上五袋银币。他说∶‘主人,您让我掌管五袋银币,我用它们赚回了五袋银币。’
21 “主人对他说∶‘干得好!你是个值得信赖的好奴仆。你在小数量的钱上值得信赖,我会让你管理更多的事情,进来和我一起分享快乐吧!’
22 “得了两袋银子的奴仆走过来,说∶‘主人,你让我掌管两袋银币,我用它们赚回了两袋银币。’
23 “主人对他说∶‘干得好!你是个值得信赖的好奴仆,你在小数量的钱上值得信赖,我会交给你管理更多的事情,进来和我一起分享快乐吧!’
24 “得了一袋银子的奴仆走过来说∶‘我知道您是个苛刻的人,您要在没有栽种过的地里收获,在没有播种的田里收庄稼, 25 我害怕,所以我找了个地方,把您的银币埋在那里。这就是你给我的那袋钱。’
26 “主人对他说∶‘你这个懒惰的恶奴!你知道我在没有栽种过的地里收获,在没有播种的田里收庄稼, 27 那么你就该把我的钱存进银行,这样在我回来的时候,至少还能得到我的钱生出的利息。 28 你们把这袋银子拿走,交给那个掌管十袋银币的奴仆。 29 只有充分利用手中一切的人,才能得到更多的东西,甚至得到比他所需要的还要多。如果不充分利用自己所有的人,甚至连他所有的一切也会被拿走。 30 你们把这个没用的奴仆赶到黑暗里去,在那里人们都将切齿痛哭。’
人子耶稣将审判所有的人
31 “人子将带着他的天使在荣耀中降临人间,坐在他辉煌的宝座上。 32 世上的人们都将聚集到他面前。他将把他们分开,就像牧羊人把绵羊和山羊分开一样。 33 他把绵羊放在他右边,把山羊放在左边。
34 “然后,王将对他右边的人说∶‘过来,你们这些人得到了我父的祝福,继承自从创世以来为你们准备好了的天国。 35 你们能有它,是因为当我饥饿时,你们给我食物;当我口渴时,你们给我水喝;当我独在异乡时,你们邀请我到你们家里; 36 当我衣不蔽体时,你们给我衣服穿;当我生病时,你们照料我;当我坐牢时,你们来看望我。’
37 “正直的人会对他说∶‘主啊,我们什么时候看见您饿了给您吃的?什么时候看见您渴了给您喝的? 38 什么时候看见您独在异乡时留您住宿了呢?什么时候看见您衣不蔽体而给您衣服穿了呢? 39 我们又在什么时候看见您病了或者坐牢而来看望过您呢?’
40 “王回答他们说∶‘我实话告诉你们,不论什么时候,你们帮助我这些最卑微的兄弟中的任何一个人,你们就是在帮助我。’
41 “接着,王对他左边的人说∶‘走开,你们这些上帝决定要惩罚的人,到那永不熄灭的烈火中去吧,那是为魔鬼和他们的天使准备的。 42 因为我饥饿时,你们没有给我食物;我口渴时,你们没有给我水喝; 43 我独在异乡时,你们没有留我住宿,我衣不蔽体时,你们没有给我衣服穿;我生病和坐牢时,你们没有来照顾我。’
44 “那些人回答说∶‘主啊,我们什么时候看见您饿了、渴了,独在异乡,没有衣服穿,生病或坐牢而没有帮助您呢?’
45 “王会对他们说∶‘我实话告诉你们,不论什么时候,你们拒绝帮助这些最卑微的人中的任何一个,就是在拒绝帮助我。’
46 “于是,那些邪恶之人将去得到永久的惩罚,而正直的人将获得永生。”
Footnotes
- 馬 太 福 音 25:15 五袋银币: 直译五个塔兰特。一个塔兰特相当于30000个迪纳里,一个迪纳里相当于一个劳力一天的工钱。
马太福音 25
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
十个伴娘的比喻
25 “那时,天国就像十个伴娘提着灯去迎接新郎, 2 其中五个是糊涂的,五个是聪明的。 3 五个糊涂的只顾拿着灯,却不预备油; 4 那些聪明的不但拿着灯,还用器皿预备了足够的油。 5 新郎迟迟未到,她们等得困倦,便打盹睡着了。
6 “到了半夜,忽然听见有人喊道,‘新郎来了!出来迎接吧!’ 7 伴娘们醒来,把灯点亮。 8 糊涂的伴娘对聪明的伴娘说,‘请给我们一些油吧,因为我们的灯快要灭了!’
9 “聪明的伴娘回答说,‘不行,我们的油不够大家用的,你们去油店买吧!’
10 “当糊涂的伴娘去买油的时候,新郎来了。那些预备好的伴娘跟他一同进去参加婚宴,门就关了。 11 后来,其他伴娘回来了,喊道,‘主啊!主啊!请给我们开门吧!’
12 “新郎却说,‘我实在告诉你们,我不认识你们。’
13 “所以,你们要警醒,因为你们不知道我回来的日子和时辰。
才干的比喻
14 “天国就像一个人即将远行,他召来自己的奴仆,把产业托付给他们, 15 按各人的才干分别交给一个人五千银币,一个人两千银币,一个人一千银币,然后便离开了。 16 得到五千银币的立刻去做买卖,结果赚了五千; 17 得到两千银币的也赚了两千; 18 可是得到一千银币的却挖了一个洞,把主人的钱藏在地里。 19 过了很久,这些奴仆的主人回来了,要跟他们结帐。 20 得到五千银币的奴仆带来了另外的五千,说,‘主人,你交给我五千银币,请看,我又赚了五千。’
21 “主人说,‘做得好!你真是个又良善又忠心的奴仆。既然你在小事上忠心,我要把更大的事交给你。进来分享你主人的快乐吧!’
22 “得到两千银币的奴仆也上前说,‘主人,你交给我两千银币,请看,我又赚了两千。’
23 “主人说,‘做得好!你真是个又良善又忠心的奴仆,既然你在小事上忠心,我要把更大的事交给你。进来分享你主人的快乐吧!’
24 “得到一千银币的奴仆也上前说,‘主人,我知道你为人苛刻,没有播种的地方也要收割,没有撒种的地方也要收获。 25 我很害怕,就去把你的钱藏在地里。请看,这是你的钱。’
26 “主人说,‘你这又可恶又懒惰的奴仆!既然你知道我没有播种的地方也要收割,没有撒种的地方也要收获, 27 就应该把钱存入钱庄,等我回来时,可以连本带利还给我。’
28 “主人接着说,‘收回他的一千银币,赏给那个有一万银币的奴仆。 29 因为凡有的,还要给他更多,使他丰富有余;凡没有的,连他仅有的,也要夺去。 30 把这没用的奴仆扔进外边的黑暗里,他必在那里哀哭切齿。’
末日的审判
31 “当人子在祂的荣耀中与众天使降临的时候,祂要坐在荣耀的宝座上, 32 万民要聚集在祂面前。祂要把他们分开,就像牧人把绵羊和山羊分开一样。 33 祂要把绵羊放在右边,山羊放在左边。 34 那时,王会对右边的人说,‘我父所赐福的人啊,来承受创世以来为你们预备的国度吧。 35 因为我饥饿时,你们给我吃的;我口渴时,你们给我喝的;我身在异乡时,你们接待我; 36 我赤身露体时,你们给我穿的;我生病时,你们照顾我;我坐牢时,你们来看我。’
37 “那些义人会回答说,‘主啊!我们什么时候见你饿了就给你吃的?见你渴了就给你喝的? 38 见你身在异乡就接待你?见你赤身露体就给你穿的呢? 39 我们又什么时候见你生病或坐牢,就去看你呢?’
40 “王会回答说,‘我实在告诉你们,你们帮助我最卑微的一个弟兄,就是帮助我了。’
41 “王又对左边的人说,‘你们这些被咒诅的人,走开!到专为魔鬼及其使者预备的永远不灭的火里去吧! 42 因为我饥饿时,你们不给我吃的;我口渴时,你们不给我喝的; 43 我身在异乡时,你们不接待我;我赤身露体时,你们不给我衣服;我生病时,你们不照顾我;我坐牢时,你们不来看我。’
44 “他们会问,‘主啊,我们什么时候见你饿了,或渴了,或身在异乡,或赤身露体,或病了,或坐牢,却没有帮助你呢?’
45 “王会回答说,‘我实在告诉你们,你们没有帮助我最卑微的一个弟兄,就是没有帮助我。’ 46 这些人要受永远的刑罚,但义人要得到永远的生命。”
Mattheüs 25
BasisBijbel
Het verhaal van de tien bruidsmeisjes
25 Jezus zei: "Je kan het Koninkrijk van God ook vergelijken met tien bruidsmeisjes die met hun olielampen op weg gingen om de bruidegom op te wachten. 2 Vijf meisjes waren dwaas en vijf meisjes waren verstandig. 3 Want de dwaze meisjes namen wel hun olielampen mee, maar geen olie. 4 Maar de verstandige meisjes namen behalve hun olielamp ook een kruikje olie mee.[a] 5 Het duurde lang voordat de bruidegom kwam. Daardoor werden ze moe en ze vielen in slaap. 6 Maar midden in de nacht werd er geroepen: 'Kijk, daar komt de bruidegom! Kom mee, hem tegemoet!' 7 De meisjes stonden haastig op en staken hun lampen aan. 8 Toen zeiden de dwaze meisjes tegen de verstandige meisjes: 'Geef ons een beetje van jullie olie, want onze lampen gaan uit.' 9 Maar de verstandige meisjes zeiden: 'Nee, want dan hebben we geen van allen genoeg. Gaan jullie maar naar de winkel om olie te kopen.' 10 Maar terwijl de dwaze meisjes olie gingen kopen, kwam de bruidegom. En de meisjes die klaar stonden, gingen met hem mee naar binnen, de feestzaal in. Toen ging de deur dicht. 11 Later kwamen ook de andere meisjes en riepen: 'Heer, heer, laat ons er in!' 12 Maar hij antwoordde: 'Luister: ik ken jullie niet.'
13 Let dus goed op. Want jullie weten niet op welke dag en op welk moment de Mensenzoon komt."
Het verhaal van de dienaren met het geld
14 Jezus zei: "Het is hetzelfde als met een man die naar het buitenland vertrok. Voordat hij ging, riep hij zijn dienaren bij zich. Hij gaf hun een bedrag waarmee ze voor hem zaken moesten doen. 15 Eén dienaar gaf hij 1200 goudstukken, een andere 500 goudstukken en een derde 250 goudstukken. Hij gaf ieder de hoeveelheid geld waarvan hij wist dat die dienaar daar goed mee zou kunnen omgaan. Daarna ging hij op reis.
16 De man die 1200 goudstukken had gekregen, ging onmiddellijk op weg om zaken te doen. Hij verdiende er 1200 goudstukken bij. 17 De man met de 500 goudstukken verdiende er 500 bij. 18 Maar de man die 250 goudstukken had gekregen, groef een gat in de grond en stopte er het geld van zijn heer in.
19 Na lange tijd kwam de heer van die dienaren terug. Hij wilde weten hoeveel ze met zijn geld voor hem verdiend hadden. 20 De man die 1200 goudstukken had gekregen, ging naar zijn heer. Hij bracht ook de 1200 goudstukken mee die hij had bijverdiend en zei: 'Heer, u had mij 1200 goudstukken gegeven. Kijk, ik heb er 1200 bijverdiend.' 21 Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.'
22 De man die de 500 goudstukken had gekregen, ging ook naar zijn heer. Hij zei: 'Heer, u had mij 500 goudstukken gegeven. Kijk, ik heb er 500 bijverdiend.' 23 Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.'
24 Toen kwam ook de man die maar 250 goudstukken had gekregen. Hij zei: 'Heer, ik wist dat u een hard mens bent. U maait waar u niet heeft gezaaid en u verzamelt op plaatsen waar u niets heeft uitgestrooid. 25 Omdat ik bang voor u was, heb ik uw 250 goudstukken in de grond gestopt. Hier zijn ze weer.' 26 Zijn heer zei tegen hem: 'Je bent een slechte en luie dienaar! Je zegt dat ik maai waar ik niet heb gezaaid, en dat ik verzamel waar ik niet heb uitgestrooid. 27 Dan had je mijn geld naar de bank moeten brengen. Dan had ik het bij mijn terugkomst met rente van de bank kunnen halen! 28 Neem hem de 250 goudstukken af. Geef ze aan hem die 2400 goudstukken heeft.'
29 Want aan iedereen die heeft, zal meer gegeven worden, en hij zal meer dan genoeg hebben. Maar van wie niet heeft, zal afgenomen worden wat hij heeft. 30 En de heer zei: 'En gooi die nutteloze dienaar in de donkerste kerker. Daar zal hij huilen en met zijn tanden knarsen van spijt.' "
Het oordeel van Jezus over de mensen
31 Jezus zei: "Straks zal de Mensenzoon komen in zijn stralende hemelse macht en majesteit, samen met al zijn engelen. Dan zal Hij op zijn koninklijke troon gaan zitten. 32 Alle volken zullen vóór Hem worden gebracht. En Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen scheidt van de bokken. 33 Hij zal de 'schapen' aan zijn rechterkant zetten en de 'bokken' aan zijn linkerkant.
34 Dan zal de Koning tegen de mensen rechts van Hem zeggen: 'Kom, mijn Vader wil goed voor jullie zijn. Hij geeft jullie het Koninkrijk dat Ik al voor jullie heb klaargemaakt nog voordat de aarde bestond. 35 Want toen Ik honger had, hebben jullie Mij te eten gegeven. Toen Ik dorst had, hebben jullie Mij te drinken gegeven. Toen Ik een vreemdeling was, hebben jullie Mij in huis genomen. 36 Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij kleren gegeven. Toen Ik ziek was, hebben jullie Mij opgezocht. Toen Ik in de gevangenis zat, hebben jullie Mij bezocht.' 37 Dan zullen ze Hem antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger en hebben we U te eten gegeven? Wanneer had U dorst en hebben we U te drinken gegeven? 38 Wanneer was U een vreemdeling en hebben we U in huis genomen? Wanneer had U geen kleren en hebben we U kleren gegeven? 39 Wanneer was U ziek of in de gevangenis en hebben we U bezocht?' 40 En de Koning zal zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen voor één van mijn minst belangrijke broeders of zusters deden, hebben jullie ze ook voor Míj gedaan.'
41 Daarna zal Hij tegen de mensen links van Hem zeggen: 'Ga weg van Mij. Jullie zijn vervloekt. Ga naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is klaargemaakt. 42 Want toen Ik honger had, hebben jullie Mij niet te eten gegeven. Toen Ik dorst had, hebben jullie Mij niet te drinken gegeven. 43 Toen Ik een vreemdeling was, hebben jullie Mij niet in huis genomen. Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij geen kleren gegeven. Toen Ik ziek was en in de gevangenis, hebben jullie Mij niet bezocht.' 44 Dan zullen ook zij antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger, of dorst, of geen kleren, of was U ziek, of in de gevangenis en hebben we niets voor U gedaan?' 45 Dan zal Hij zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen niet voor één van mijn minst belangrijke broeders of zusters deden, hebben jullie ze ook niet voor Míj gedaan.' 46 Deze mensen zullen voor eeuwig gestraft worden. Maar de mensen die hebben geleefd zoals God het wil, zullen het eeuwige leven krijgen."
Footnotes
- Mattheüs 25:4 Als je een olielamp meenam, nam je een lege lamp mee en de olie deed je in een flesje. Anders ging de lamp lekken. Vijf van de meisjes zijn dwaas omdat ze wel een lamp meenemen, maar geen olie! De lont van een lamp zonder olie brandt wel heel even, maar bij gebrek aan olie gaat hij ook gelijk weer uit. Ze hebben zich dus niet echt voorbereid op de bruiloft. Want wat zij doen is zinloos.
馬 太 福 音 25
Chinese New Testament: Easy-to-Read Version
十个姑娘的寓言
25 “那时,天国像十个年轻姑娘,带着各自的油灯,去见新郎。 2 她们其中有五个姑娘很愚蠢,另外五个姑娘很聪明。 3 愚蠢的姑娘带了油灯,却没有带备用油。 4 聪明的姑娘把灯油装在罐子里和灯一起带来了。 5 新郎迟迟不露面,姑娘们非常困倦,便睡着了。
6 “半夜,突然有人喊∶‘新郎到了!快去见他。’
7 “这时姑娘们都醒过来,把油灯准备好。 8 可是愚蠢的姑娘们对聪明的姑娘们说∶‘把你们的灯油分给我们一点吧,我们的灯油没有了。’
9 “聪明的姑娘回答说∶‘不行呀,我们的油不够分给你们。你们到卖油的那里去买油吧。’
10 “就在愚蠢的姑娘去买油的时候,新郎到了。于是五个准备好了的姑娘,与新郎一起参加婚宴去了。然后人们就把门锁上了。
11 “其他的姑娘回来说∶‘先生,先生,劳驾给我们开门!’
12 “但是新郎回答说∶‘说实话,我不认识你们!’
13 “所以你们要保持警醒,因为你们不知道人子会在何时何日降临。
三个奴仆的寓言
14 “天国就像一个要离家出门旅行的人,他叫来他的奴仆,让他们看管他的财产。 15 他根据各人的能力,按比例把财产分给他们管理。他给第一个奴仆五袋银币 [a],给第二个奴仆两袋银币,给第三个奴仆一袋银币,然后出门了。 16 得到五袋银币的奴仆立刻着手工作,用这五袋银币赚回了五袋银币; 17 同样,得到两袋银币的奴仆也赚回两袋银币; 18 但是得到一袋银币的奴仆出去在地上挖了个坑,把主人的钱藏了进去。
19 “过了很长一段时间,主人回来了,跟他们结帐。 20 得到五袋银币的奴仆走到主人面前,多交上五袋银币。他说∶‘主人,您让我掌管五袋银币,我用它们赚回了五袋银币。’
21 “主人对他说∶‘干得好!你是个值得信赖的好奴仆。你在小数量的钱上值得信赖,我会让你管理更多的事情,进来和我一起分享快乐吧!’
22 “得了两袋银子的奴仆走过来,说∶‘主人,你让我掌管两袋银币,我用它们赚回了两袋银币。’
23 “主人对他说∶‘干得好!你是个值得信赖的好奴仆,你在小数量的钱上值得信赖,我会交给你管理更多的事情,进来和我一起分享快乐吧!’
24 “得了一袋银子的奴仆走过来说∶‘我知道您是个苛刻的人,您要在没有栽种过的地里收获,在没有播种的田里收庄稼, 25 我害怕,所以我找了个地方,把您的银币埋在那里。这就是你给我的那袋钱。’
26 “主人对他说∶‘你这个懒惰的恶奴!你知道我在没有栽种过的地里收获,在没有播种的田里收庄稼, 27 那么你就该把我的钱存进银行,这样在我回来的时候,至少还能得到我的钱生出的利息。 28 你们把这袋银子拿走,交给那个掌管十袋银币的奴仆。 29 只有充分利用手中一切的人,才能得到更多的东西,甚至得到比他所需要的还要多。如果不充分利用自己所有的人,甚至连他所有的一切也会被拿走。 30 你们把这个没用的奴仆赶到黑暗里去,在那里人们都将切齿痛哭。’
人子耶稣将审判所有的人
31 “人子将带着他的天使在荣耀中降临人间,坐在他辉煌的宝座上。 32 世上的人们都将聚集到他面前。他将把他们分开,就像牧羊人把绵羊和山羊分开一样。 33 他把绵羊放在他右边,把山羊放在左边。
34 “然后,王将对他右边的人说∶‘过来,你们这些人得到了我父的祝福,继承自从创世以来为你们准备好了的天国。 35 你们能有它,是因为当我饥饿时,你们给我食物;当我口渴时,你们给我水喝;当我独在异乡时,你们邀请我到你们家里; 36 当我衣不蔽体时,你们给我衣服穿;当我生病时,你们照料我;当我坐牢时,你们来看望我。’
37 “正直的人会对他说∶‘主啊,我们什么时候看见您饿了给您吃的?什么时候看见您渴了给您喝的? 38 什么时候看见您独在异乡时留您住宿了呢?什么时候看见您衣不蔽体而给您衣服穿了呢? 39 我们又在什么时候看见您病了或者坐牢而来看望过您呢?’
40 “王回答他们说∶‘我实话告诉你们,不论什么时候,你们帮助我这些最卑微的兄弟中的任何一个人,你们就是在帮助我。’
41 “接着,王对他左边的人说∶‘走开,你们这些上帝决定要惩罚的人,到那永不熄灭的烈火中去吧,那是为魔鬼和他们的天使准备的。 42 因为我饥饿时,你们没有给我食物;我口渴时,你们没有给我水喝; 43 我独在异乡时,你们没有留我住宿,我衣不蔽体时,你们没有给我衣服穿;我生病和坐牢时,你们没有来照顾我。’
44 “那些人回答说∶‘主啊,我们什么时候看见您饿了、渴了,独在异乡,没有衣服穿,生病或坐牢而没有帮助您呢?’
45 “王会对他们说∶‘我实话告诉你们,不论什么时候,你们拒绝帮助这些最卑微的人中的任何一个,就是在拒绝帮助我。’
46 “于是,那些邪恶之人将去得到永久的惩罚,而正直的人将获得永生。”
Footnotes
- 馬 太 福 音 25:15 五袋银币: 直译五个塔兰特。一个塔兰特相当于30000个迪纳里,一个迪纳里相当于一个劳力一天的工钱。
Chinese Contemporary Bible Copyright © 1979, 2005, 2007, 2011 by Biblica® Used by permission. All rights reserved worldwide.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Copyright © 2004 by World Bible Translation Center