Add parallel Print Page Options

24 Somos nós aqueles que ele chamou, quer sejamos judeus ou gentios.

25 Lembram-se do que está escrito no profeta Oseias:

“Direi àqueles que não são meus: agora são meu povo;
e amarei aqueles que estavam fora do meu amor”?[a]

26 E diz ainda:

“Em vez de lhes dizer: ‘Não são meu povo’,
serão chamados ‘filhos do Deus vivo.’ ”[b]

Read full chapter

Footnotes

  1. 9.25 Os 2.23.
  2. 9.26 Os 1.10.

24 En dat zijn wij.

Hij heeft die mensen niet alleen geroepen uit de Joden, maar ook uit de andere volken. 25 Dat zegt Hij ook door de profeet Hosea: "Ik zal een volk dat mijn volk niet was, 'mijn volk' gaan noemen. En tegen een volk waarvan Ik niet hield, zal Ik 'mijn liefste' zeggen. 26 En waar gezegd is: 'Jullie zijn mijn volk niet', zullen de mensen 'kinderen van de levende God' worden genoemd."

Read full chapter