My son, if thou wilt receive my words, and hide my commandments with thee;

So that thou incline thine ear unto wisdom, and apply thine heart to understanding;

Yea, if thou criest after knowledge, and liftest up thy voice for understanding;

If thou seekest her as silver, and searchest for her as for hid treasures;

Then shalt thou understand the fear of the Lord, and find the knowledge of God.

For the Lord giveth wisdom: out of his mouth cometh knowledge and understanding.

He layeth up sound wisdom for the righteous: he is a buckler to them that walk uprightly.

He keepeth the paths of judgment, and preserveth the way of his saints.

Then shalt thou understand righteousness, and judgment, and equity; yea, every good path.

10 When wisdom entereth into thine heart, and knowledge is pleasant unto thy soul;

11 Discretion shall preserve thee, understanding shall keep thee:

12 To deliver thee from the way of the evil man, from the man that speaketh froward things;

13 Who leave the paths of uprightness, to walk in the ways of darkness;

14 Who rejoice to do evil, and delight in the frowardness of the wicked;

15 Whose ways are crooked, and they froward in their paths:

16 To deliver thee from the strange woman, even from the stranger which flattereth with her words;

17 Which forsaketh the guide of her youth, and forgetteth the covenant of her God.

18 For her house inclineth unto death, and her paths unto the dead.

19 None that go unto her return again, neither take they hold of the paths of life.

20 That thou mayest walk in the way of good men, and keep the paths of the righteous.

21 For the upright shall dwell in the land, and the perfect shall remain in it.

22 But the wicked shall be cut off from the earth, and the transgressors shall be rooted out of it.

Wijsheid beschermt

Mijn zoon, luister naar mijn woorden.
Vergeet nooit wat ik je heb gezegd.
Verlang ernaar om wijze dingen te horen.
Verlang ernaar om verstandig te worden.
Verlang ernaar om wijs te worden
en verstandige dingen te kunnen zeggen.
Zoek ernaar alsof het zilver is.
Zoek ernaar als naar een verborgen schat.
Want dan zul je begrijpen hoe belangrijk het is
om diep ontzag voor de Heer te hebben.
En je zal begrijpen hoe belangrijk het is om God te kennen.
Want de Heer geeft wijsheid.
Alles wat Hij zegt, is wijs en verstandig.
Hij geeft wijsheid aan de mensen die leven zoals Hij het wil.
Hij is een beschermend schild voor mensen die Hem gehoorzaam zijn.
Hij zorgt ervoor dat ze rechtvaardig zijn.
Hij beschermt zijn vrienden.

En je zal begrijpen wat eerlijk en rechtvaardig is.
Je zal weten hoe je op de goede weg kan blijven.
10 Want als de wijsheid in je hart is gekomen
en je ervan geniet,
11 zul je jezelf kunnen beheersen.
Je wijsheid zal je beschermen.
12 Zo zul je geen verkeerde beslissingen nemen.
Je zal niet gaan meedoen met bedriegers,
13 met mensen die het slechte pad opgaan
en verkeerde dingen doen,
14 die ervan houden om slechte dingen te doen
en genieten van hun misdadige plannen.
15 Hun paden zijn krom.
Ze lopen op dwaalwegen.

16 Als de wijsheid in je hart is gekomen,
zul je je ook niet laten verleiden door de vrouw van een ander,[a]
zelfs niet als ze je nog zo vleit.
17 Die vrouw is ontrouw aan haar man.
Ze houdt zich niet aan haar trouwbeloften, het verbond met haar God.
18 Met haar loopt het slecht af.
Haar manier van leven komt uit bij de dood.
19 Wie naar haar toe gaat,
komt nooit meer terug op de weg van het leven.

20 Blijf dus op het rechte pad.
Blijf bij de mensen die leven zoals God het wil.
21 Want zij zullen in het land blijven wonen.[b]
Wie leven zoals God het wil, zullen daar altijd blijven.
22 Maar de mensen die zich niets van God aantrekken,
zullen worden gedood.
Mensen die niet trouw aan God zijn,
zullen uit het land worden weggerukt.

Footnotes

  1. Spreuken 2:16 Met deze 'andere vrouw' kan de Dwaasheid bedoeld zijn, in tegenstelling tot de Wijsheid die de mensen roept in Spreuken 1:20. Maar het kan ook over de vrouw van iemand anders gaan, met als waarschuwing dat het verkeerd met je afloopt als je ontrouw bent in je huwelijk.
  2. Spreuken 2:21 Dat had God beloofd toen Hij met Israël zijn verbond sloot. Lees Leviticus 20:22.