Add parallel Print Page Options

Beloften van de Heer aan Juda

10 Zacharia zegt: Vraag de Heer om regen in de lente. Dan laat Hij het bliksemen en regenen. Hij zal regen genoeg geven voor alle planten. Vraag niet aan de afgoden om hulp! De afgoden bedriegen. Wat de waarzeggers zeggen is niet waar. Zij kunnen jullie niet helpen. Daardoor dwalen de mensen rond als schapen die geen herder hebben en worden ze mishandeld.

De Heer zegt: "Ik ben woedend op de leiders van mijn volk. Zij zijn slechte herders van mijn kudde. En Ik heb hen gestraft. Maar Ik zal naar mijn kudde toe komen, zegt de Heer van de hemelse legers. Ik zal Juda sterk en moedig maken, een sterk leger, trots en moedig als het paard van de koning in de strijd. Uit Juda zal de belangrijkste bouwsteen van het gebouw ontstaan,[a] de tentpin, de strijdboog, de machtigste heersers. En de mannen van Juda zullen dappere helden zijn. Ze zullen hun vijanden vertrappen als vuil in de straten. Ze zullen strijden, omdat de Heer met hen is. Ze zullen zelfs vijanden te paard overwinnen.

Ik zal het koninkrijk Juda sterk maken. Ik zal het koninkrijk Israël redden. Ik zal hen terugbrengen omdat Ik medelijden met hen heb. Ik zal weer voor hen zorgen. Het zal weer net als vroeger worden, alsof Ik hen nooit heb verlaten. Want Ik ben hun Heer God. Ik zal hen redden als ze Mij om hulp roepen. Ze zullen zijn als een held uit Israël. Ze zullen zo vrolijk zijn alsof ze wijn gedronken hebben. Hun kinderen zullen het zien en blij zijn. Ze zullen juichen van blijdschap over de Heer. Ik zal hen naar Mij toe fluiten en hen verzamelen. Want Ik zal hen bevrijden. Het zal weer net zo'n groot volk worden als eerst.

Ik strooi hen wel eerst als zaad uit onder andere volken. Maar in die verre landen zullen ze zich Mij herinneren. Daardoor zullen zij en hun kinderen gered worden. En ze zullen met hun kinderen terugkomen naar hun eigen land. 10 Ja, Ik zal hen uit Egypte en uit Assur verzamelen. Ik zal hen terugbrengen naar het gebied van Gilead en de Libanon. Maar dat gebied zal niet groot genoeg voor hen zijn. 11 Ik zal voor hen uit gaan door de woeste zee. Ik zal de golven voor hen neerslaan. De rivier zal droogvallen. Ik zal een einde maken aan de trots van Assur. Egypte zal niet langer heersen. 12 Door mijn kracht zal mijn volk sterk zijn. Ik ben hun Heer. Ze zullen met Mij leven, zegt de Heer."

Footnotes

  1. Zacharia 10:4 Met die 'bouwsteen' wordt Jezus bedoeld. In het nieuwe testament wordt Hij zo genoemd. Lees bijvoorbeeld Handelingen 4:10 en 11.

The Lord Will Care for Judah

10 Ask the Lord for rain in the springtime;
    it is the Lord who sends the thunderstorms.
He gives showers of rain(A) to all people,
    and plants of the field(B) to everyone.
The idols(C) speak deceitfully,
    diviners(D) see visions that lie;
they tell dreams(E) that are false,
    they give comfort in vain.(F)
Therefore the people wander like sheep
    oppressed for lack of a shepherd.(G)

“My anger burns against the shepherds,
    and I will punish the leaders;(H)
for the Lord Almighty will care
    for his flock, the people of Judah,
    and make them like a proud horse in battle.(I)
From Judah will come the cornerstone,(J)
    from him the tent peg,(K)
from him the battle bow,(L)
    from him every ruler.
Together they[a] will be like warriors in battle
    trampling their enemy into the mud of the streets.(M)
They will fight because the Lord is with them,
    and they will put the enemy horsemen to shame.(N)

“I will strengthen(O) Judah
    and save the tribes of Joseph.
I will restore them
    because I have compassion(P) on them.(Q)
They will be as though
    I had not rejected them,
for I am the Lord their God
    and I will answer(R) them.
The Ephraimites will become like warriors,
    and their hearts will be glad as with wine.(S)
Their children will see it and be joyful;
    their hearts will rejoice(T) in the Lord.
I will signal(U) for them
    and gather them in.
Surely I will redeem them;
    they will be as numerous(V) as before.
Though I scatter them among the peoples,
    yet in distant lands they will remember me.(W)
They and their children will survive,
    and they will return.
10 I will bring them back from Egypt
    and gather them from Assyria.(X)
I will bring them to Gilead(Y) and Lebanon,
    and there will not be room(Z) enough for them.
11 They will pass through the sea of trouble;
    the surging sea will be subdued
    and all the depths of the Nile will dry up.(AA)
Assyria’s pride(AB) will be brought down
    and Egypt’s scepter(AC) will pass away.(AD)
12 I will strengthen(AE) them in the Lord
    and in his name they will live securely,(AF)
declares the Lord.

Footnotes

  1. Zechariah 10:5 Or ruler, all of them together. / They