Add parallel Print Page Options

Waarschuwing tegen zogenaamde leraren

Maar zoals er vroeger mensen waren die niet echt namens God spraken, zo zullen er ook onder u mensen komen die dingen leren die niet waar zijn. Op een heel slimme manier vertellen zij leugens over God, zij willen zelfs niets meer weten van hun Meester die hen heeft vrijgekocht. Maar daardoor hollen zij hun ondergang tegemoet. Zij zullen veel mensen zover weten te krijgen dat zij er ook maar op los gaan leven en dat zij het leven met Christus belachelijk maken. Deze zogenaamde leraren zijn zo hebzuchtig dat zij u van alles zullen wijsmaken om maar geld van u los te krijgen. Maar God heeft hen al veroordeeld en hun straf zal niet lang op zich laten wachten. God heeft zelfs opstandige, ongehoorzame engelen niet gespaard, maar in de afgrond gegooid waar zij in donkere holen opgesloten blijven tot de dag van het grote oordeel. Hij spaarde ook de mensen niet die vlak voor de grote overstroming leefden, behalve Noach die de mensen opriep voor God te gaan leven en zijn zeven familieleden. Maar God liet alle andere mensen, die niets van Hem wilden weten, door de grote overstroming verdrinken. Later keerde Hij de steden Sodom en Gomorra ondersteboven en bedekte ze met as, zij werden volledig verwoest. Daarmee stelde Hij een voorbeeld voor alle mensen die niets van Hem willen weten. Maar de Here redde Lot uit Sodom, omdat die aan zijn kant stond. Lot, een mens met een rechtvaardige ziel, werd gekweld door de uitspattingen en de losbandigheid die hij dagelijks om zich heen zag. De Here kan de mensen die doen wat Hij wil en Hem liefhebben, helpen de verleidingen te weerstaan en Hij kan zijn straf bewaren tot de grote oordeelsdag voor de mensen die zich niets van Hem aantrekken.

10 Dat laatste geldt vooral voor hen die zich aan hun schaamteloze hartstochten overgeven, voor hen die trots en eigenzinnig zijn, die zich van enig gezag niets aantrekken en zonder blikken of blozen met geestelijke machten durven te spotten. 11 Zelfs de engelen, die in de nabijheid van God leven en veel groter en machtiger zijn dan deze zogenaamde leraren, zullen deze machten niet beledigen of beschuldigen. 12 Deze zogenaamde leraren hebben niet meer verstand dan wilde dieren, die geboren zijn om gevangen en verslonden te worden. Zij lachen om wat ze niet eens kennen. Maar zij zullen door hun eigen verderfelijke gedrag omkomen. 13 Zij zullen het loon krijgen dat zij verdienen voor al het kwaad dat zij hebben gedaan. Zij vinden het heerlijk zich overdag aan van alles te buiten te gaan. Zij zijn een schande voor God en voor u. Terwijl zij bij u aan tafel zitten, bedenken zij wat hun volgende sluwe streek zal zijn. 14 Zij zijn altijd op zoek naar vrouwen die met hen naar bed willen, zij krijgen nooit genoeg van de zonde, zij verleiden mensen die niet zo vast in hun schoenen staan, hun hele leven wordt beheerst door de hebzucht, maar zij zullen niet aan de straf ontkomen. 15 Zij zijn van de rechte weg afgedwaald en volgen het dwaalspoor van Bileam, de zoon van Beor, die het niet erg vond iets verkeerds te doen, zolang hij er maar voor betaald werd. 16 Maar hij werd terechtgewezen door zijn ezel, die met de stem van een mens tegen hem sprak. Dat stomme dier weerhield hem ervan domme dingen te doen.

17 Deze mensen zijn net opgedroogde bronnen, zij beloven veel, maar geven weinig. Zij zijn net wolken die door de wind worden voortgejaagd. Wat hun te wachten staat, is de zwarte duisternis. 18 Zij pochen over hun veroveringen en zonden. Door een beroep te doen op de hartstochten, weten zij mensen te verleiden die pas hun oude, verkeerde leven de rug hebben toegekeerd. 19 Zij spiegelen hun vrijheid voor, terwijl zij zelf slaven van het verderf zijn, want als de mens zich aan iets overgeeft, is hij er een slaaf van.

20 Als iemand, door de Here en Redder Jezus Christus te aanvaarden, aan de verkeerde levenswijze van de wereld is ontsnapt, maar er zich later weer door laat inpalmen en overmeesteren, is hij er slechter aan toe dan ooit tevoren. 21 Het zou beter zijn geweest als hij nooit had geweten hoe hij rechtvaardig leven moest. Maar nu hij het heilige gebod kent en er niets meer van wil weten, 22 geldt voor hem dit oude spreekwoord: ‘Een hond keert terug naar zijn eigen braaksel,’ en ook: ‘Een gewassen varken wentelt zich toch weer in de modder.’

假老师

过去,上帝的子民中间出现过假先知,现在也是如此,你们当中也会有一些假教师。他们引进毁灭性的异端邪说,并且否认救赎他们的主。他们会迅速地自取灭亡。 很多人会追随他们去放纵情欲。由于他们,真理会受到诽谤。 因为他们的贪婪,他们会用编造的假话向你们榨取钱财。但是,很久以前,上帝对他们判决不是无效的,他们的毁灭已就绪,正等待着他们。

上帝没有饶恕犯罪的天使,而是把他们扔进了地狱阴暗的地牢里,直到审判的来临。 上帝也没有饶恕古人而是用洪水淹没了那个充满不虔敬的人的世界,只救了宣讲正义的诺亚和其他七个人。 上帝还惩罚了所多玛和俄摩拉 [a]这两座城市,降火把它们化为灰烬,以此告诫反对他的人所要遭受到的下场。 但是,上帝却从中营救了好人罗得,他为不法之徒们所过的淫乱生活而忧伤。 (罗得是个好人,他生活在他们之中,每日耳闻目睹他们的不法行为,使他的好心受到折磨。) 上帝知道如何从磨难中营救虔诚的人,也知道如何把坏人,尤其是那些放纵肉体情欲、蔑视上帝权威的人留到审判的日子,让他们受到惩罚。这些人胆大妄为,妄自尊大,竞敢诽谤荣耀的天使。 11 而比假教师更强大、更有权势的天使,都不在主的面前用亵渎的话来控告他们。 12 但是,这些假教师就像没有理性的野兽一样,靠本能行事,生来就是被捕捉和屠宰的动物。他们亵渎他们一无所知的事情。他们将像野兽一样被毁灭。 13 他们伤天害理,必将得到报应,自食其果。他们以在光天化日之下放纵情欲和行恶为乐。他们就像你们中间的污点和瑕疵。他们和你们一起共餐时,耽于诡诈之中。 14 他们看到女人就起淫欲,止不住犯罪,他们引诱软弱的人误入罪恶的圈套;他们教唆自己有了一颗自私的心。他们受到了诅咒! 15 他们离开正道,步入岐途,走上了比饵之子巴兰所走过的路。巴兰木喜爱他做恶所得的报酬。 16 但是他却为自己的错误行为遭到了谴责。虽然驴不能说话,但是那头驴却发出了人的声音,阻止了这个先知的狂妄。

17 这些假教师尤如无水之源,尤如被风吹散的云雾,等待他们的是最黑暗的地方。 18 他们言语虚夸;并用情欲来引诱那些刚刚脱离错误生活的人。 19 他们许诺给那些人自由,但是他们自己却是腐败成性的奴隶。因为人受什么控制,就是什么的奴隶。 20 如果那些人因为认识主-救世主耶稣基督而摆脱了世俗的污染,但后来又重新被污染征服,那么,他们后来的结局比以前的更糟。 21 他们倒不如从来就不知道正路,也比知道了正路又偏离了赐给他们的神圣教导要强。 22 这正如俗话所说∶“狗回头吃它所吐的东西;洗过澡的猪跑回泥沼去打滚。” [b]他们的情景正是如此。

Footnotes

  1. 彼 得 後 書 2:6 所多玛和俄摩拉: 为了惩罚邪恶的人,上帝毁了这两个城镇。
  2. 彼 得 後 書 2:22 旧约《箴言》26:1。

Profetas y maestros falsos

Pero se levantaron falsos profetas(A) entre el pueblo, así como habrá también falsos maestros(B) entre ustedes(C), los cuales encubiertamente introducirán(D) herejías destructoras(E), negando incluso al Señor(F) que los compró[a](G), trayendo sobre sí una destrucción repentina. Muchos seguirán su sensualidad(H), y por causa de ellos, el camino de la verdad(I) será blasfemado(J). En su avaricia(K) los explotarán(L) con palabras falsas(M). El juicio de ellos, desde hace mucho tiempo no está ocioso(N), ni su perdición dormida.

Porque[b] Dios no perdonó a los ángeles cuando pecaron, sino que los arrojó al infierno(O) y los entregó a fosos de tinieblas(P), reservados para juicio. Tampoco perdonó al mundo antiguo(Q), sino que guardó a Noé, un predicador de justicia, con otros siete[c](R), cuando trajo el diluvio sobre el mundo(S) de los impíos. También condenó a la destrucción las ciudades de Sodoma y Gomorra, reduciéndolas a cenizas(T), poniéndolas de ejemplo(U) para los que habrían de vivir impíamente después(V). Además rescató al justo Lot(W), abrumado por la conducta sensual(X) de hombres libertinos[d](Y) (porque ese justo(Z), por lo que veía y oía mientras vivía entre ellos, diariamente sentía su alma justa atormentada por las iniquidades de ellos).

El Señor, pues, sabe rescatar de tentación a los piadosos(AA), y reservar a los injustos bajo castigo para el día del juicio(AB), 10 especialmente a los que andan tras la carne en sus deseos corrompidos(AC) y desprecian la autoridad. Atrevidos y obstinados(AD), no tiemblan cuando blasfeman de las majestades angélicas[e](AE), 11 cuando los ángeles, que son mayores en fuerza y en potencia, no pronuncian juicio injurioso contra ellos delante del Señor(AF).

12 Pero estos, como animales irracionales(AG), nacidos como criaturas de instinto para ser capturados y destruidos[f](AH), blasfemando de lo que ignoran, serán también destruidos con la destrucción de esas criaturas[g], 13 sufriendo el mal como pago de su iniquidad(AI). Cuentan por deleite andar en placeres disolutos durante el día(AJ). Son manchas e inmundicias, deleitándose(AK) en sus engaños[h] mientras banquetean con ustedes(AL). 14 Tienen los ojos llenos de adulterio y nunca cesan de pecar. Seducen(AM) a las almas inestables(AN). Tienen un corazón ejercitado en la avaricia(AO); son hijos de maldición(AP).

15 Abandonando el camino recto, se han extraviado(AQ), siguiendo el camino de Balaam, el hijo de Beor(AR), quien amó el pago de la iniquidad(AS), 16 pero fue reprendido por su transgresión, pues una muda bestia de carga, hablando con voz humana, reprimió la locura del profeta(AT). 17 Estos son manantiales sin agua(AU), bruma impulsada por una tormenta, para quienes está reservada la oscuridad de las tinieblas(AV). 18 Pues hablando con arrogancia(AW) y vanidad(AX), seducen(AY) mediante deseos carnales, por sensualidad(AZ), a los que hace poco escaparon(BA) de los que viven en el error. 19 Les prometen libertad, mientras que ellos mismos son esclavos de la corrupción, pues uno es esclavo de aquello que lo ha vencido(BB).

20 Porque si después de haber escapado(BC) de las contaminaciones del mundo por el conocimiento(BD) de nuestro Señor y Salvador Jesucristo(BE), de nuevo son enredados en ellas(BF) y vencidos, su condición postrera viene a ser peor que la primera(BG). 21 Pues hubiera sido mejor para ellos no haber conocido el camino de la justicia, que habiéndolo conocido, apartarse(BH) del santo mandamiento(BI) que les fue dado(BJ). 22 Les ha sucedido a ellos según el proverbio verdadero: «El perro vuelve a su propio vómito(BK)», y: «La puerca lavada, vuelve a revolcarse en el cieno».

Footnotes

  1. 2:1 O rescató.
  2. 2:4 Lit. Porque si.
  3. 2:5 Lit. como el octavo.
  4. 2:7 O sin principios morales.
  5. 2:10 Lit. de las glorias.
  6. 2:12 Lit. para presa y destrucción.
  7. 2:12 O perecerán del todo en su propia destrucción.
  8. 2:13 Algunos mss. antiguos dicen: ágapes.