Print Page Options

Het is nu tijd om naar God te luisteren

Broeders en zusters, God heeft u voor Zichzelf afgezonderd en u uitgekozen om u met ons een hemelse bestemming te geven. Daarom wil ik dat u uw aandacht richt op Jezus, de apostel van God en de hogepriester van ons geloof. Want Jezus is trouw aan God, die Hem als hogepriester heeft aangesteld, zoals ook Mozes trouw was aan zijn opdracht in het huis van God. Maar Jezus heeft een veel grotere heerlijkheid dan Mozes, zoals een man die een mooi huis bouwt meer eer krijgt dan het huis. Mensen kunnen huizen bouwen, maar God heeft alles gemaakt. Nu deed Mozes zijn werk in het huis van God wel goed, maar hij was toch niet meer dan een knecht, zijn werk was vooral een verwijzing naar wat er later zou gebeuren.

Maar Christus, Gods trouwe Zoon, heeft het volledige beheer over het huis van God. En dat huis zijn wij, de christenen, als wij tenminste tot het einde toe volhouden en met blijdschap op de Here blijven vertrouwen.

Omdat Christus zo groot is, zegt de Heilige Geest: ‘Luister vandaag naar wat Hij u zegt en sluit uw hart niet af voor Hem zoals de mensen indertijd in de woestijn deden. Uw voorouders daagden God uit, toen zij veertig jaar in de woestijn verbleven, en zij stelden Mij op de proef, hoewel zij hadden gezien wat Ik voor hen gedaan heb. 10 Daarom ergerde Ik Mij aan hen en zei Ik: “Dit volk loopt steeds weer van Mij weg, het wil Mij niet volgen.” 11 Daarom heb Ik in mijn toorn gezworen dat zij geen rust bij Mij zouden vinden.’

12 Pas er dus voor op, broeders en zusters, dat geen van u slecht en ongelovig wordt, doordat hij zich in zijn hart van de levende God afkeert. 13 U moet hier elke dag met elkaar over spreken, nu er nog de tijd voor is, want niemand van u mag zich door de betovering van de zonde laten verharden, zodat hij niet meer naar God luistert. 14 Als wij Christus van het begin tot het einde trouw blijven, delen wij in alles wat Hij heeft. 15 Maar dat geldt al voor nú! Vergeet nooit deze waarschuwing: ‘Luister vandaag naar wat Hij u zegt en sluit uw hart niet af voor Hem zoals de mensen indertijd deden.’

16 En over welke mensen spreek ik hier? Wie kwamen, nadat zij God hadden horen spreken, tegen Hem in opstand? Dat waren de mensen die onder leiding van Mozes uit Egypte trokken. 17 Wie werden door de toorn van God getroffen, al die veertig jaar? Dezelfde mensen die tegen Hem zondigden en daardoor in de woestijn moesten sterven. 18 En tegen wie sprak God toen Hij onder ede verklaarde dat zij nooit de rust en vrede zouden krijgen die Hij zijn volk beloofd had? Natuurlijk tegen al die mensen die Hem ongehoorzaam waren. 19 En waarom konden zij die rust en vrede niet krijgen? Omdat zij Hem niet wilden vertrouwen.

Jezus is belangrijker dan Mozes

Broeders en zusters, God heeft jullie geroepen om bij Hem te horen. Daarom moeten jullie alleen letten op Jezus Christus.[a] Hij is het die ons het goede nieuws gebracht heeft. En Hij is ook de Hogepriester van ons geloof. Hij is trouw aan God, die Hem die taak gegeven heeft. Net zoals Mozes trouw was aan God in het huis van God.[b] Maar Jezus heeft veel meer eer gekregen dan Mozes. Net zoals iemand die een mooi huis heeft gebouwd, meer wordt geprezen dan het huis. Elk huis wordt door iemand gebouwd, maar degene die dít alles gebouwd heeft, is God. Mozes was een gehoorzaam dienaar in het hele huis van God (de tent van ontmoeting). En wat hij deed, had te maken met dingen die later nog zouden komen. Maar Christus is als Zoon Meester over zijn eigen huis. Wij zijn dat huis.[c] Maar dan moeten we wel tot het einde toe aan ons geloof vasthouden en blij op de Heer blijven vertrouwen.

Vergelijking met het volk van Israël in de woestijn

Daarom waarschuwt de Heilige Geest jullie. Hij zegt: "Als jullie Mij vandaag horen spreken, wees dan niet koppig en ongehoorzaam, zoals de Israëlieten in de woestijn. Want zij maakten Mij daar boos met hun koppigheid en ongehoorzaamheid. Jullie voorouders daagden Mij daar uit. Ze zagen 40 jaar lang wat Ik allemaal voor wonderen voor hen deed. Maar steeds stelden ze mijn geduld op de proef.[d] 10 Daarom was Ik boos op hen. En Ik heb tegen hen gezegd: 'Ze lopen aldoor bij Mij weg. Ze willen nooit doen wat Ik zeg, ook al hebben ze alles gezien wat Ik voor hen heb gedaan.' 11 Daarom heb Ik in mijn boosheid gezworen: 'Zij zullen nooit de rust binnengaan die Ik hun had willen geven.' "

12 Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van jullie besluit om de levende God niet langer te gehoorzamen. Want zo iemand is koppig en ongelovig. 13 Moedig elkaar elke dag aan om God te gehoorzamen, zolang er nog dagen zijn. Dan zal niemand zich door het kwaad laten opstoken om koppig en ongehoorzaam te worden. 14 Want wij hebben Christus gekregen. Tenminste, als we tot het einde toe ons geloof vasthouden.

15 Er wordt dus gezegd: "Als jullie Mij vandaag horen spreken, wees dan niet koppig en ongehoorzaam, zoals de Israëlieten toen ze Mij boos maakten." 16 Wie waren dan die mensen die God boos maakten toen ze Hem hadden horen spreken? Dat waren al die mensen die met Mozes uit Egypte waren vertrokken. 17 En aan wie heeft God zich 40 jaar lang geërgerd? Aan de mensen die God niet hadden willen gehoorzamen. Daardoor stierven ze en lagen hun lijken in de woestijn. 18 En aan wie zwoer God dat zij niet de rust zouden binnengaan die Hij hun had willen geven? Aan de mensen die Hem ongehoorzaam waren geweest. 19 We zien dus dat ze door hun ongeloof Gods rust niet konden binnengaan.

Footnotes

  1. Hebreeën 3:1 'Christus' is niet Jezus' achternaam! Het woord 'Christus' is Grieks en betekent 'Gezalfde'. (Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven). 'De gezalfde' is in de Joodse Boeken de man die speciaal door God met zijn Geest is gevuld ('gezalfd') om Israël te redden. In het Hebreeuws, de taal waarin het Oude Testament is geschreven, werd hij de 'Messias' genoemd, wat hetzelfde betekent.
  2. Hebreeën 3:2 God had lang geleden aan Mozes de taak gegeven om alles voor de tent van ontmoeting te maken. Lees bijvoorbeeld Exodus 40. Mozes had trouw alles gedaan wat de Heer tegen hem zei.
  3. Hebreeën 3:6 Lees ook 1 Korintiërs 3:16.
  4. Hebreeën 3:9 Lees Exodus 17:7

耶穌超越摩西

因此,同蒙天召的聖潔的弟兄姊妹,你們應當仔細思想那位我們公認為特使和大祭司的耶穌。 祂向委任祂的上帝盡忠,就好像摩西向上帝的全家盡忠一樣。 然而祂卻比摩西配得更大的榮耀,因為建造房子的人當然比房子更尊貴。 所有的房子都有建造者,但建造萬物的是上帝。 摩西以僕人的身分向上帝的全家盡忠,為將來要宣告的事做見證。 但基督是以兒子的身分忠心治理上帝的家。我們若堅強勇敢,持定引以為榮的盼望,我們就是祂的家了。

不可存剛硬的心

因此,正如聖靈說:

「你們今天若聽見祂的聲音,
不可心裡頑固,
像從前在曠野試探祂、悖逆祂一樣。
當時,你們的祖先試我、探我,
觀看我的作為達四十年之久。
10 所以,我向那世代的人發怒,
說,『他們總是執迷不悟,
不認識我的道路。』
11 我就在憤怒中起誓說,
『他們絕不可進入我的安息。』」

12 弟兄姊妹,要謹慎,免得你們當中有人心存惡念,不肯相信,背棄了永活的上帝。 13 趁著還有今日,要天天互相勸勉,免得有人被罪迷惑,心裡變得剛硬。 14 如果我們將起初的信念堅持到底,便在基督裡有份了。

15 聖經上說:

「你們今日若聽見祂的聲音,
不可像從前那樣硬著心悖逆祂。」

16 聽見祂的聲音卻又悖逆祂的是誰呢?不就是摩西從埃及領出來的那些人嗎? 17 四十年之久惹上帝發怒的是誰呢?不就是那些犯罪作惡並倒斃在曠野的人嗎? 18 上帝起誓不准誰進入祂的安息呢?不就是那些不肯信從的人嗎? 19 可見,他們不能進入上帝的安息是因為不信的緣故。

Wherefore, holy brethren, partakers of the heavenly calling, consider the Apostle and High Priest of our profession, Christ Jesus;

Who was faithful to him that appointed him, as also Moses was faithful in all his house.

For this man was counted worthy of more glory than Moses, inasmuch as he who hath builded the house hath more honour than the house.

For every house is builded by some man; but he that built all things is God.

And Moses verily was faithful in all his house, as a servant, for a testimony of those things which were to be spoken after;

But Christ as a son over his own house; whose house are we, if we hold fast the confidence and the rejoicing of the hope firm unto the end.

Wherefore (as the Holy Ghost saith, To day if ye will hear his voice,

Harden not your hearts, as in the provocation, in the day of temptation in the wilderness:

When your fathers tempted me, proved me, and saw my works forty years.

10 Wherefore I was grieved with that generation, and said, They do alway err in their heart; and they have not known my ways.

11 So I sware in my wrath, They shall not enter into my rest.)

12 Take heed, brethren, lest there be in any of you an evil heart of unbelief, in departing from the living God.

13 But exhort one another daily, while it is called To day; lest any of you be hardened through the deceitfulness of sin.

14 For we are made partakers of Christ, if we hold the beginning of our confidence stedfast unto the end;

15 While it is said, To day if ye will hear his voice, harden not your hearts, as in the provocation.

16 For some, when they had heard, did provoke: howbeit not all that came out of Egypt by Moses.

17 But with whom was he grieved forty years? was it not with them that had sinned, whose carcases fell in the wilderness?

18 And to whom sware he that they should not enter into his rest, but to them that believed not?

19 So we see that they could not enter in because of unbelief.

Jesus Greater Than Moses

Therefore, holy brothers and sisters,(A) who share in the heavenly calling,(B) fix your thoughts on Jesus, whom we acknowledge(C) as our apostle and high priest.(D) He was faithful to the one who appointed him, just as Moses was faithful in all God’s house.(E) Jesus has been found worthy of greater honor than Moses,(F) just as the builder of a house has greater honor than the house itself. For every house is built by someone, but God is the builder of everything.(G) “Moses was faithful as a servant(H) in all God’s house,”[a](I) bearing witness to what would be spoken by God in the future. But Christ is faithful as the Son(J) over God’s house. And we are his house,(K) if indeed we hold firmly(L) to our confidence and the hope(M) in which we glory.

Warning Against Unbelief

So, as the Holy Spirit says:(N)

“Today, if you hear his voice,
    do not harden your hearts(O)
as you did in the rebellion,
    during the time of testing in the wilderness,
where your ancestors tested and tried me,
    though for forty years they saw what I did.(P)
10 That is why I was angry with that generation;
    I said, ‘Their hearts are always going astray,
    and they have not known my ways.’
11 So I declared on oath in my anger,(Q)
    ‘They shall never enter my rest.’ (R)[b](S)

12 See to it, brothers and sisters, that none of you has a sinful, unbelieving heart that turns away from the living God.(T) 13 But encourage one another daily,(U) as long as it is called “Today,” so that none of you may be hardened by sin’s deceitfulness.(V) 14 We have come to share in Christ, if indeed we hold(W) our original conviction firmly to the very end.(X) 15 As has just been said:

“Today, if you hear his voice,
    do not harden your hearts
    as you did in the rebellion.”[c](Y)

16 Who were they who heard and rebelled? Were they not all those Moses led out of Egypt?(Z) 17 And with whom was he angry for forty years? Was it not with those who sinned, whose bodies perished in the wilderness?(AA) 18 And to whom did God swear that they would never enter his rest(AB) if not to those who disobeyed?(AC) 19 So we see that they were not able to enter, because of their unbelief.(AD)

Footnotes

  1. Hebrews 3:5 Num. 12:7
  2. Hebrews 3:11 Psalm 95:7-11
  3. Hebrews 3:15 Psalm 95:7,8