愛之深責之切

我已經決定了,下次到你們那裡時不再使大家憂傷。 如果我使你們憂傷,那麼除了因我而憂傷的你們,還有誰能使我喜樂呢? 我曾為這事寫信給你們,免得我到你們那裡時,那些本該使我喜樂的人反而使我憂傷。我也深信你們會以我的喜樂為你們的喜樂。 我萬分難過、淚流滿面地給你們寫了前一封信,並非要使你們憂傷,而是要你們明白我是多麼疼愛你們。

要饒恕犯罪的人

那個令人痛心的人與其說使我憂傷,倒不如說使你們大家都有幾分憂傷。我只說幾分憂傷,是怕說得太重,他受不了。 這樣的人受了眾人的譴責也就夠了。 你們現在要饒恕他、安慰他,免得他憂傷過度而一蹶不振。 我勸你們要讓他確實知道你們仍然愛他。 為此,我也曾寫信給你們,想知道你們是否凡事順服。 10 你們饒恕誰,我也饒恕誰。我若饒恕,是為了你們的緣故在基督面前饒恕的, 11 免得撒旦乘虛而入,因為我們並非不知道牠的詭計。

基督的香氣

12 我前往特羅亞傳揚基督的福音時,主為我打開了傳福音的大門。 13 那時,因為沒有找到提多弟兄,我心裡不安,便辭別眾人來到馬其頓。

14 感謝上帝!祂常常在基督裡率領我們走在凱旋的行列中,又藉著我們到處散發那因認識基督而有的香氣。 15 不論是在得救的人當中還是在滅亡的人當中,對上帝來說,我們都是基督的馨香之氣。 16 對滅亡的人而言,這香氣是叫人死亡的香氣;對得救的人來說,這香氣卻是叫人得生命的香氣。誰能擔當這樣的重任呢? 17 我們並不像許多人為了謀利而出賣上帝的道。我們是上帝差遣的,在上帝面前靠著基督誠誠實實地講道。

所以我下定决心,下一次去拜访你们时,不再让你们悲伤。 如果我让你们悲伤,那么谁能使我幸福呢?只有你们才能让我高兴—而我却引起你们的悲伤。 我为此原因写过信给你们,以便我到你们那里时不会让那些应该使我幸福的人令我悲伤。我肯定你们所有的人都会分享我的快乐。 我以前给你们写信时,心里充满了痛苦和忧伤,流了许多眼泪。但我写信不是要使你们悲伤,而是要使你们知道我是多么地爱你们。

宽恕犯错的人

如果有人令人悲伤,他不是针对我,而是针对你们大家的,至少在某种程度上是这样。 你们大部分人给他的惩罚已经够了。 现在应该宽恕他、鼓励他,免得他承受太大的痛苦,使他彻底绝望。 所以我请求你们向他证实你们对他的爱。 我给你们写信的原因就是要看你们是否经得起考验,是否事事顺从。 10 如果你们宽恕谁,我就宽恕谁。如果我有所宽恕,那是我在基督面前为你们而宽恕的, 11 我这么做,为的是不让撒旦占上风,因为我们对他的企图很清楚。

上帝引导我们战胜困难

12 我去特罗亚传播基督福音时,尽管主在那里为我敞开了道路, 13 但是,我还是很不安,因为我没有在那里找到我的兄弟提多。于是,我就告辞,前往马其顿去了。

14 但是,感谢上帝。通过基督上帝总是引导我们走在胜利的行列中,并且通过我们,把关于对他的认识就像芬芳的香气传遍各地。 15 我们是基督奉献给上帝的芬芳香气,弥漫在得救和趋向毁灭的人之中。 16 对于那些趋向毁灭的人来说,我们是导致死亡的臭气,但是对于那些得救的人,我们是带来生命的馨香。那么谁能胜任这项工作呢? 17 我们没有像许多人那样以出卖上帝的信息来赢利,绝对没有!而是像上帝派遣的人那样,在基督里在上帝面前、在真理之中讲话。

Het doel van Paulusʼ brieven

‘Nee,’ zei ik bij mijzelf, ‘ik zal hen niet weer ongelukkig maken door zoʼn pijnlijk bezoek.’ Als ik u bedroefd maak, wie zal mij dan blij maken? De enigen die dat kunnen doen, bent u. Maar dat gaat niet als ik u verdriet bezorg. Ik heb u in mijn laatste brief een en ander geschreven om te voorkomen dat zij die mij juist grote blijdschap zouden moeten geven, mij verdriet doen. Ik had de stellige overtuiging dat uw geluk afhangt van het mijne.

Ik vond het vreselijk die brief te schrijven! Mijn hart brak en ik huilde van verdriet. Ik wilde u helemaal geen pijn doen, maar ik wilde u wel laten weten hoeveel ik van u houd. Besef goed dat de man over wie ik schreef, die al die problemen veroorzaakte, niet zozeer mij verdriet heeft gedaan, als wel u, hoewel ik mijn deel ook heb gehad. Ik wil hem nu niet te zwaar treffen. Hij is door uw gezamenlijke afkeuring al genoeg gestraft. Het is nu tijd om hem te vergeven en te bemoedigen. Anders wordt hij zo verbitterd en ontmoedigd dat hij er nooit meer bovenop komt. Daarom vraag ik u hem te laten merken dat u nog altijd van hem houdt.

Ik heb die vorige brief ook geschreven om te zien hoe ver uw gehoorzaamheid aan mij zou gaan. 10 En nu, wanneer u iemand vergeeft, doe ik het ook. Als ik iemand iets vergeef, vooropgesteld dat ik iets te vergeven heb, doe ik dat als vertegenwoordiger van Christus, ter wille van u. 11 Anders zou Satan wel eens voordeel op ons kunnen behalen, wij kennen zijn streken maar al te goed.

12 Toen ik de stad Troas bereikte, gaf de Here mij een prachtige kans er het goede nieuws te brengen. Maar ik trof mijn broeder Titus daar niet aan en had geen rust. Ik vroeg me af waar hij kon zijn. 13 Daarom nam ik snel weer afscheid en ging direct naar Macedonië om hem te zoeken.

14 God zij dank, door Jezus Christus voert Hij ons mee in zijn overwinning en gebruikt Hij ons om Zich overal bekend te maken en het goede nieuws als een aangename geur te verspreiden. 15 Wij zijn voor God een aangename geur. Het is de geur van Christus voor mensen die gered worden én voor mensen die niet gered worden. 16 Voor hen die niet gered worden, zijn wij een geur van dood en verderf. Voor hen die wel gered worden, zijn wij een geur van Christus, die leven geeft. Wie kan zoʼn taak aan? 17 Wij doen dit werk met zuivere bedoelingen en niet zoals vele anderen, die Gods boodschap uitdragen om er zelf beter van te worden. Wij werken in opdracht van God, in verbondenheid met Christus, en God ziet alles wat wij doen.