1,421 Bible results for “dag” from 
Het Boek.dropdown
 Results 26-50. 
Filter by dropdown
dropdown
results per page
  1. Zolang de aarde blijft bestaan, zullen zaaitijd en oogsttijd, koude en warmte, winter en zomer, dag en nacht niet ophouden.’
  2. Noach werd boer, plantte een wijngaard en maakte wijn. Op een dag was hij dronken en lag naakt in zijn tent.
  3. Op een goede dag brak Terach op vanuit Ur der Chaldeeën om samen met Abram, Harans zoon Lot en Abrams vrouw Sarai naar het land Kanaän te gaan. Onderweg bleven zij echter in de stad Haran en vestigden zich daar.
  4. Die dag sloot de Here een verbond met Abram en zei: ‘Ik zal dit land aan uw nakomelingen geven, van de Nijl tot de rivier de Eufraat.
  5. Ieder jongetje moet acht dagen na zijn geboorte worden besneden. Dat geldt zowel voor een buitenlandse slaaf als voor iemand die in uw huis is geboren.
  6. Diezelfde dag nog besneed Abraham Ismaël en alle andere mannelijke huisgenoten—daar geboren of ergens gekocht—zoals God hem had opgedragen.
  7. Beiden werden op dezelfde dag besneden,
  8. Abraham pleit voor Sodom

    De Here verscheen opnieuw aan Abraham, die op dat moment bij het eikenbos van Mamre woonde. Op het heetst van de dag zat Abraham in de opening van zijn tent
  9. Bij het aanbreken van de volgende dag kregen de engelen haast. ‘Schiet op,’ zeiden zij tegen Lot. ‘Maak dat u wegkomt met uw vrouw en uw twee dochters die hier in huis zijn, nu het nog kan. Anders wordt u ook het slachtoffer van de vernietiging van de stad!’
  10. Op een dag zei Lots oudste dochter tegen haar zuster: ‘Hier in deze streek is geen enkele man met wie vader ons zal laten trouwen. Zelf zal hij al gauw niet meer in staat zijn kinderen te verwekken.
  11. en acht dagen later besneed hij hem, zoals God had bepaald.
  12. Wie had kunnen dromen dat ik nog een baby zou krijgen? En toch heeft Abraham op zijn oude dag nog een zoon van mij gekregen.’
  13. Het kind groeide op en de dag kwam dat hij geen borstvoeding meer nodig had. Bij die gelegenheid hield Abraham een groot feestmaal.
  14. Na drie dagen reizen zag Abraham in de verte de plaats die God hem had gezegd.
  15. Op een dag zei Abraham tegen zijn oudste dienaar, die zijn bezit beheerde:
  16. ‘Maar we willen Rebekka nog graag een dag of tien bij ons houden,’ protesteerden haar moeder en haar broer, ‘daarna kan zij met u meegaan.’
  17. Op een dag kwam Esau thuis van de jacht. Hij was moe en trof Jakob aan, die bezig was linzenmoes te maken.
  18. Op een dag kreeg Isaak bezoekers uit Gerar, koning Abimelech, diens vriend Achuzzat en legerbevelhebber Pichol.
  19. Diezelfde dag kwamen Isaaks dienaren hem vertellen dat zij water hadden gevonden in een nieuwe put.
  20. Jakob bedriegt Isaak

    Isaak werd op zijn oude dag half blind. Op een dag riep hij zijn oudste zoon Esau bij zich. ‘Mijn zoon,’ zei Isaak,
  21. ‘ik ben al oud en elke dag kan mijn laatste zijn. Neem je boog en je pijlen en schiet een stuk wild voor mij. Maak het dan voor me klaar, zoals ik het graag lust en breng het hier, zodat ik ervan kan eten. Daarna zal ik je als mijn oudste zoon zegenen nog vóór ik sterf.’
  22. Toen haalde ze Esauʼs beste kleren voor de dag—die lagen daar in huis—en liet Jakob die aantrekken.
  23. Dan zal ik iemand naar je toe sturen. Waarom zou ik jullie allebei op één dag moeten kwijtraken?’
  24. ‘Waarom drenken jullie de schapen niet, zodat ze weer verder kunnen grazen?’ vroeg Jakob. ‘Ze zullen honger hebben als jullie zo vroeg op de dag stoppen.’
  25. ‘Werkelijk, je bent mijn eigen vlees en bloed!’ riep Laban uit. Nadat Jakob ongeveer een maand bij Laban was geweest, zei deze op een dag:
Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.

9 topical index results for “dag”

ASHDOD : Dagon's temple in, where the ark of the covenant was put temporarily (1 Samuel 5)
GAZA » Also called AZZAH » A temple of Dagon, situated at (Judges 16:23)
MIRACLES » CATALOGUE OF » The falling of the god Dagon (1 Samuel 5:1-4)
SUPERSTITION » INSTANCES OF » Philistines, refusing to step on the threshold of the temple of Dagon after the image of Dagon had repeatedly fallen upon it (1 Samuel 5:5)