1,421 Bible results for “dag” from 
Het Boek.dropdown
 Results 1-25. 
Filter by dropdown
dropdown
results per page
  1. Na afloop van deze festiviteiten gaf de koning een apart feest voor alle mannelijke leden van zijn hofhouding, van kamerheer tot keukenknecht. Zeven dagen lang vierden ze feest in de voorhof van de paleistuin.
  2. Op de laatste dag van het feest riep de halfdronken koning zijn zeven persoonlijke bedienden Mehuman, Bizta, Harbona, Bigta, Abagta, Zethar en Karkas bij zich.
  3. Nog voor deze dag om is, horen de vrouwen van alle ministers in het rijk hoe de koningin zich heeft misdragen. Zij zullen een voorbeeld aan haar nemen en hun echtgenoten net zo behandelen. Dit zal veel minachting en woede opwekken.
  4. Haar pleegvader kwam elke dag naar de voorhof van de harem om te informeren hoe Esther het maakte en wat er met haar zou gebeuren.
  5. Toen Mordechai op zekere dag in het paleis aan het werk was, smeedden twee verbitterde poortwachters van het paleis een samenzwering. Het waren Bigtan en Teres. Zij wilden de koning vermoorden.
  6. vroegen de anderen hem elke dag weer. Maar hij bleef weigeren te buigen. Ten slotte vertelden zij het Haman om te zien of Mordechai zijn gedrag kon volhouden, want hij had als excuus aangevoerd dat hij een Jood was.
  7. Op de dertiende dag van de eerste maand liet Haman alle koninklijke secretarissen bij zich komen. Hij dicteerde hun brieven voor de gouverneurs en regeringsvertegenwoordigers in het hele rijk. De brieven waren voor elk gewest gesteld in hun eigen taal. Zij werden namens koning Ahasveros getekend en met zijn zegelring verzegeld.
  8. Koeriers brachten de brieven naar alle gewesten van het rijk. Zo werd overal dit bevel bekend: ‘Alle Joden, jong en oud, vrouwen en kinderen, moeten worden gedood op de dertiende dag van de twaalfde maand van het volgende jaar. Hun bezittingen mogen in beslag worden genomen.’
  9. In de brief stond dat een afschrift van de brief als wet moest worden uitgevaardigd in elk gewest. Elk volk moest het horen. Dan zou iedereen weten wat hem die dag te doen stond.
  10. ‘Roep alle Joden uit Susan bij elkaar en ga voor mij vasten. Eet of drink niet gedurende drie dagen en nachten. Mijn dienaressen en ik zullen hetzelfde doen. Daarna zal ik, ondanks het verbod, naar de koning gaan. Als ik dan moet sterven, dan zij het zo.’
  11. Esther verschijnt voor de koning

    Drie dagen later trok Esther haar koninklijke gewaad aan en betrad de binnenste voorhof tegenover de koningszaal. De koning zat op zijn troon tegenover de ingang van de zaal.
  12. Eindelijk kwam de koningin met haar vraag voor de dag: ‘Als u mij een gunst wilt bewijzen, koning, en als het uwe majesteit behaagt, red dan mijn leven en dat van mijn volk!
  13. Het koninklijk besluit

    Diezelfde dag schonk koning Ahasveros alle bezittingen van Haman, de jodenhater, aan koningin Esther. Mordechai werd bij de koning geroepen, want Esther had de koning verteld dat hij haar neef en pleegvader was.
  14. Onmiddellijk werden de secretarissen van de koning ontboden, op de drieëntwintigste dag van de derde maand. Mordechai dicteerde hun de brieven aan de Joden, de gouverneurs en andere regeringsvertegenwoordigers van alle honderdzevenentwintig gewesten, van India tot Ethiopië. Voor elk volk, ook voor de Joden, werden de brieven geschreven in hun eigen taal.
  15. De dag die hiervoor voor alle gewesten van koning Ahasveros was uitgekozen, was de dertiende van de twaalfde maand.
  16. Een afschrift van dit schrijven moest overal als wet worden uitgevaardigd. Elk volk moest ervan op de hoogte worden gebracht. De Joden kregen de opdracht die dag klaar te staan om zich op hun vijanden te wreken.
  17. In elke stad en elk gewest waar het koninklijk besluit werd bekend gemaakt, juichten de Joden van blijdschap. Zij gaven een feestmaal en riepen die dag tot feestdag uit. Talloze mensen deden alsof zij Joden waren, uit angst dat de Joden hun iets zouden aandoen.
  18. De overwinning van de Joden

    De dag brak aan waarop de twee besluiten van de koning van kracht werden. De vijanden van de Joden hadden gehoopt hen die dag te kunnen vermoorden. Maar de rollen werden omgekeerd: de Joden overweldigden hun belagers!
  19. Op die bewuste dag doodden de Joden al hun vijanden, ze konden doen wat ze wilden.
  20. De volgende dag verzamelden de Joden zich weer in Susan en doodden nog eens driehonderd man. Maar van de buit bleven zij af.
  21. Dit gebeurde op de dertiende dag van de maand Adar. De volgende dag rustten zij uit en vierden vrolijk feest.
  22. Maar de Joden in Susan gingen ook de tweede dag nog door met het doden van hun vijanden. Zij rustten pas de dag erna en vierden toen feest.
  23. Daarom vieren de Joden die niet in een ommuurde stad wonen, jaarlijks die tweede dag als feestdag. Dat is een blijde dag waarop zij elkaar geschenken sturen.
  24. Daarin spoorde hij hen aan jaarlijks de veertiende en de vijftiende dag van die maand tot feestdagen uit te roepen.
  25. Dit waren de dagen waarop de Joden werden verlost van hun vijanden. In deze maand werden rouw en verdriet veranderd in vreugde. De Joden moesten feestvieren, elkaar geschenken sturen en giften geven aan de armen.
Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.

9 topical index results for “dag”

ASHDOD : Dagon's temple in, where the ark of the covenant was put temporarily (1 Samuel 5)
GAZA » Also called AZZAH » A temple of Dagon, situated at (Judges 16:23)
MIRACLES » CATALOGUE OF » The falling of the god Dagon (1 Samuel 5:1-4)
SUPERSTITION » INSTANCES OF » Philistines, refusing to step on the threshold of the temple of Dagon after the image of Dagon had repeatedly fallen upon it (1 Samuel 5:5)