1,421 Bible results for “dag” from 
Het Boek.dropdown
 Results 1-25. 
Filter by dropdown
dropdown
results per page
  1. De bouw begon op de tweede dag van de tweede maand in het vierde regeringsjaar van koning Salomo.
  2. “Nooit eerder, al sinds de dag waarop Ik mijn volk uit Egypte bevrijdde, heb Ik in Israël een stad uitgekozen om mijn tempel te laten bouwen om mijn naam daar te laten eren, en nooit eerder koos Ik een koning voor mijn volk Israël. Maar nu heb Ik Jeruzalem gekozen om er te wonen en David uitgekozen als koning.”
  3. Zie dag en nacht vriendelijk neer op deze tempel, op deze plaats waarvan U hebt gezegd dat U hier uw naam zou vestigen. Wilt U altijd de gebeden die ik naar deze tempel gekeerd naar U opzend, horen en beantwoorden? Luister naar de gebeden van mij en van uw volk Israël, als wij naar deze tempel gericht tot U bidden. Ja, luister naar ons vanuit de hemel en als U ons hoort, vergeef ons dan.
  4. Salomo heiligde de binnenhof van de tempel, zodat deze die dag kon worden gebruikt als offerplaats, want het koperen altaar kon de vele offers niet verwerken.
  5. De zeven dagen die volgden, werden gebruikt voor de viering van het loofhuttenfeest. Vanuit heel Israël kwamen grote groepen mensen en onder hen waren er zelfs uit Hamath in het uiterste noorden en uit de buurt van de grens met Egypte in het uiterste zuiden.
  6. Zeven dagen lang werd dit feest van de inwijding van de tempel gevierd, op de achtste dag werd een plechtige bijeenkomst gehouden en vervolgens vierden ze zeven dagen lang het loofhuttenfeest.
  7. Op de drieëntwintigste dag van de zevende maand stuurde Salomo de mensen terug naar huis. Iedereen was blij en opgewekt, omdat de Here zo goed was geweest voor David, Salomo en zijn volk Israël.
  8. De hoeveelheid offers varieerde van dag tot dag, in overeenstemming met de aanwijzingen die Mozes daarvoor had gegeven, op de sabbatten, de vieringen van de nieuwe maan en bij de drie jaarlijkse feesten: Pesach, Wekenfeest en Loofhuttenfeest.
  9. Bij de aanwijzing van de priesters voor de taken in de tempel, volgde hij de voorschriften die zijn vader David hem had gegeven. De Levieten kregen opdracht de Here te loven en de priesters bij hun dagelijkse werk te helpen. De poortwachters kregen hun taak bij de poorten toegewezen. Alles gebeurde precies volgens de aanwijzingen van koning David.
  10. Op die manier bracht Salomo de bouw van de tempel tot een goed einde, vanaf de dag dat de eerste steen van de tempel van de Here werd gelegd tot op de dag van de voltooiing.
  11. Rehabeam antwoordde dat hij hun drie dagen later zijn besluit zou meedelen.
  12. Toen Jerobeam en het volk volgens afspraak drie dagen later terugkeerden om het antwoord van koning Rehabeam te vernemen,
  13. De mannen van Juda doodden die dag vijfhonderdduizend strijdbare Israëlieten. Door op de Here, de God van hun voorouders, te vertrouwen versloegen de mannen van Juda Israël en zetten de achtervolging in op koning Jerobeams troepen. Jerobeam raakte bovendien de steden Betel, Jesana, Efron en de omliggende dorpen aan Juda kwijt.
  14. ‘Dat zult u snel genoeg merken,’ antwoordde Micha, ‘op de dag waarop u van kamer naar kamer moet vluchten om u te verbergen!’
  15. De gevechten werden in de loop van de dag steeds heviger en koning Achab ging terug naar het slagveld om de Syriërs te bestrijden. Hij hield zich met moeite staande in zijn strijdwagen, maar toen de zon onderging, stierf hij.
  16. Vervolgens gingen koning Josafat en zijn mannen het slagveld op om de lijken te plunderen en kwamen terug met bruikbare voorwerpen, kleding en kostbare spullen die zij op de lijken hadden buitgemaakt. Het was zoveel dat zij drie dagen nodig hadden om alles met wagens weg te brengen.
  17. Op de vierde dag verzamelden zij zich in het Dal van de Lofprijzing, zoals het ook nu nog heet, en prezen daar de Here.
  18. Toch is Edom tot op de dag van vandaag erin geslaagd onder het gezag van Juda uit te komen. Ook Libna kwam in opstand omdat Joram zich had afgekeerd van de Here, de God van zijn voorouders.
  19. Toen iedereen precies wist wat hem te doen stond, namen de leiders het bevel over het deel van de priesters dat die sabbat aan het werk ging en het deel dat op die dag zijn weektaak voltooid had. De opperpriester Jojada had hun namelijk geen toestemming gegeven naar huis te gaan.
  20. De Levieten brachten de kist regelmatig naar de financiële ambtenaren van de koning, waar de secretaris van de koning en de vertegenwoordiger van de hogepriester het geld telden, waarna zij de kist weer mee terugnamen naar de tempel. Dit gebeurde elke dag, zo bleef het geld binnenstromen.
  21. Op één dag doodde Remaliaʼs zoon Pekah honderdtwintigduizend van Achazʼ moedigste strijders. En dat kwam alleen doordat zij zich hadden afgekeerd van de Here, de God van hun voorouders.
  22. Daarna begonnen zij op de eerste dag van de eerste maand de tempel opnieuw in te wijden en acht dagen later waren zij daarmee tot bij het voorportaal gevorderd. Ze gingen daarmee nog eens acht dagen door, zodat de hele inwijding zestien dagen in beslag nam.
  23. De koning, zijn helpers en de vertegenwoordigers van de stad Jeruzalem hadden besloten Pesach deze keer in de tweede maand te vieren en niet, zoals gewoonlijk, in de eerste maand. Op de normale datum zouden nog niet genoeg priesters zich geheiligd hebben en zou het voor de meeste mensen te kort dag zijn om op tijd naar Jeruzalem te reizen.
  24. Op de veertiende dag van de tweede maand slachtten de mensen hun paaslammeren. De priesters en de Levieten schaamden zich dat zij zich niet beter hadden voorbereid, zij heiligden zichzelf en brachten de brandoffers de tempel binnen.
  25. Zeven dagen lang vierde het volk Israël in Jeruzalem het Feest van de Ongezuurde Broden. Tegelijkertijd prezen de Levieten en de priesters de Here dag aan dag met zang en muziek.
Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.

9 topical index results for “dag”

ASHDOD : Dagon's temple in, where the ark of the covenant was put temporarily (1 Samuel 5)
GAZA » Also called AZZAH » A temple of Dagon, situated at (Judges 16:23)
MIRACLES » CATALOGUE OF » The falling of the god Dagon (1 Samuel 5:1-4)
SUPERSTITION » INSTANCES OF » Philistines, refusing to step on the threshold of the temple of Dagon after the image of Dagon had repeatedly fallen upon it (1 Samuel 5:5)