Jeremia zegt: "Heer, bij U ben ik zo veilig als in een burcht. U beschermt mij. Ik kan naar U toe vluchten in tijd van gevaar. Van over de hele aarde zullen de volken naar U toe komen. Ze zullen zeggen: 'Onze voorouders kenden de waarheid niet. Hun goden waren machteloze goden die ons niet konden helpen.' "
Jeremia zegt daarop: ‘O Here, mijn sterkte en mijn burcht, mijn toevlucht in tijden van nood, alle volken uit de hele wereld zullen naar U toekomen en zeggen: “Onze voorouders zijn dom geweest, want zij aanbaden waardeloze afgoden!”