En je dacht nog wel: 'Ik zal opstijgen naar de hemel, en hoog boven de sterren van God mijn troon neerzetten. Ik zal op mijn troon zitten op de berg waar de engelen voor de troon van God samenkomen, ver in het noorden.
Want u zei bij uzelf: ‘Ik zal de hemel bestormen en hoger dan de sterren heersen. Ik zal de hoogste troon bestijgen. Ik zal zetelen op de berg van de samenkomst, ver weg in het noorden.