Daarom moest Jezus in alles helemaal gelijk worden aan de mensen. Alleen zó kon Hij een trouw Hogepriester worden voor God, een Hogepriester die de mensen helemaal begrijpt. En zo kon Hij de mensen hun ongehoorzaamheid aan God vergeven.
Het was nodig dat Jezus Christus, aan ons, zijn broeders en zusters, gelijk werd. Anders had Hij niet onze genadige en trouwe hogepriester voor God kunnen worden, een priester die, als Hij met onze zonden afrekent, zowel genadig voor ons als trouw aan God is.