Add parallel Print Page Options

11-18 U mag alle vogels eten, behalve de arend, de lammergier, de zeearend, de wouw, de gier, alle soorten kraaien en raven, de struisvogel, de katuil, de meeuw en alle soorten sperwers, de steenuil, de oehoe en de witte uil, de pelikaan, de aasgier en de aalscholver, de ooievaar en alle soorten reigers, de hop en de vleermuis.

Read full chapter