Add parallel Print Page Options

18 Koning Joas nam echter alle heilige voorwerpen die zijn voorouders—Josafat, Joram en Ahazia, de koningen van Juda—hadden gewijd, samen met wat hijzelf aan de Here had gewijd en al het goud uit de schatkamers van de tempel en het paleis en stuurde dat naar Hazaël. Die zag toen van verdere belegering af.

Read full chapter