Add parallel Print Page Options

Rondgang door de tempel

40 Op de tiende dag van de maand in het vijfentwintigste jaar van onze ballingschap, veertien jaar na de val van Jeruzalem, rustte de kracht van de Here op mij. In een visioen nam Hij mij mee naar het land Israël. Hij zette mij op een hoge berg, waar ik in zuidelijke richting iets meende te zien dat op een stad leek. Toen de Here mij dichterbij bracht, zag ik in de opening van de tempelpoort een man staan die eruitzag alsof hij van brons was. In zijn hand had hij een koord en een meetlat. Hij zei tegen mij: ‘Mensenzoon, kijk toe en luister goed, neem alles wat Ik u laat zien in u op. Want u bent hier gebracht omdat Ik u vele dingen wil laten zien. Daarna moet u teruggaan naar het volk Israël en alles vertellen wat u hebt gezien.’

De man begon de muur rond het tempelgebied op te meten met zijn meetlat, die 2,70 meter lang was. Hij vertelde mij: ‘Deze muur is net zo hoog als hij dik is: 2,70 meter.’ Toen kwam hij bij de poort in de oostelijke muur. Hij ging de trappen op en mat de breedte van de ingang: 2,70 meter. Op de gang van de poort kwamen wachtverblijven uit, die 2,70 meter in het vierkant maten. De afstand tussen de verblijven bedroeg 2,25 meter. Bij de drempel van het voorportaal van de poort was de breedte 2,70 meter. Het voorportaal zelf was aan de binnenkant ook 2,70 meter breed. De lengte bedroeg 3,60 meter en de doorsnee van de muurpilaren was 90 centimeter. 10 Aan weerszijden van de gang lagen drie wachtverblijven, alle met dezelfde afmeting. Ook de muurpilaren hadden alle dezelfde doorsnede. 11 Vervolgens mat hij de totale breedte van de ingang van de poort op: 4,50 meter. De hoogte bedroeg 5,85 meter. 12 Voor de wachtverblijven bevonden zich balustrades, die aan weerszijden 45 centimeter breed waren. Zoals gezegd, waren de verblijven 2,70 meter in het vierkant. 13 Ook mat hij langs het dak de breedte op van de gang van het wachtverblijf aan de ene kant tot aan het tegenoverliggende verblijf: 11,25 meter. 14 Toen mat hij de totale lengte van de gang vanaf de pilaren voor de ingang tot aan de pilaren bij de uitgang, die de begrenzing vormden van de voorhal bij het tempelplein: 27 meter. 15 Van poort tot poort was de lengte 22,50 meter. 16 Aan beide zijden van de gang en langs de muren van de wachtverblijven zaten vensters die naar binnen toe smaller werden. Die vensters zaten ook in de vertrek- en aankomsthallen. De muurpilaren waren versierd met palmmotieven.

17 Zo liepen wij door de gang naar de buitenste voorhof. Langs de muren liep een stenen voetpad en tegen de muren waren dertig kamers gebouwd, met hun ingangen aan het voetpad. 18 Dit werd het ‘lage voetpad’ genoemd. Het voetpad stak, vanaf de muren, net zover de voorhof in als de toegang van de poort. 19 Toen mat hij de afstand tussen deze muur en de muur aan de andere kant van de voorhof (deze ruimte werd de buitenste voorhof van de tempel genoemd) en kwam op een afstand van 45 meter. 20 Hierna volgde ik hem van de oostelijke poort naar die in de noordelijke muur, die hij ook mat. 21 Ook hier lagen aan weerszijden drie wachtverblijven en de afmetingen waren gelijk aan die van de oostelijke gang: 22,50 meter lang en 11,25 meter breed, gemeten van weerszijden over de bovenkant van de wachtverblijven. 22 Ook hier waren vensters, een voorportaal en palmmotieven, net als aan de oostkant. En er waren zeven treden naar de ingang van het voorportaal. 23 Ook hier aan de noordkant—net als aan de oostkant—kwam men, als men door de gang naar de buitenste voorhof liep en dan rechtdoor de voorhof overstak, bij een gang van een binnenmuur die de buitenste voorhof scheidde van een andere voorhof. De afstand tussen beide gangen bedroeg 45 meter. 24 Toen nam hij mij mee naar de zuidelijke poort en mat daar de diverse ruimtes van de gang op. Ook deze waren precies gelijk aan die van de twee andere poorten. 25 Evenals de andere had hij vensters in de muren en een voorportaal. En net als de andere was hij 22,50 meter lang en 11,25 meter breed. 26 Ook hier leidde een trap van zeven treden naar de ingang en waren de pilaren versierd met palmmotieven. 27 Als men door de toegang liep en de voorhof recht overstak, kwam men ook voor de toegang van de binnenste voorhof te staan. De afstand was ook hier 45 meter.

28 Toen nam hij mij mee naar de zuidelijke gang in de binnenste muur. Hij mat deze gang op en kwam tot de slotsom dat deze dezelfde afmetingen had als de doorgangen in de buitenste muur. 29,30 De wachtverblijven, pilaren en het voorportaal waren precies gelijk aan de andere en dat gold eveneens voor de vensters in de muren en de ingang. Evenals de andere was ook deze gang 22,50 meter lang en 11,25 meter breed. 31 Het enige verschil was dat de trap naar de ingang acht in plaats van zeven treden telde. De pilaren waren versierd met palmmotieven, net als de andere. 32 Toen nam hij mij door de voorhof mee naar de oostelijke gang in de binnenste muur en die mat hij ook op. Ook hier weer dezelfde afmetingen als bij de andere. 33 De wachtverblijven, pilaren en het voorportaal waren hier van dezelfde grootte als die in de andere gangen en in de muren en de hal zaten eveneens vensters. De lengte van deze gang was ook 22,50 meter bij een breedte van 11,25 meter. 34 Het voorportaal keek uit op de buitenste voorhof en de pilaren waren versierd met palmmotieven, maar de trap naar de ingang had ook hier acht treden (niet zeven, zoals bij die in de buitenste muur). 35 Hierna volgde ik hem naar de noordelijke gang in de binnenste muur en ook hier leverden zijn metingen dezelfde resultaten op: 36 de wachtverblijven, pilaren en het voorportaal waren gelijk aan de andere, met een lengte van 22,50 meter en een breedte van 11,25 meter. 37 Het voorportaal keek uit op de buitenste voorhof en de muurpilaren aan weerszijden van de gang waren versierd met palmmotieven. De ingang kon men bereiken via een trap met acht treden.

38 Maar hier was een deur in het voorportaal die leidde naar een zijvertrek, waar het vlees voor de offers werd gewassen voordat het naar het altaar werd gebracht. 39 Aan beide zijden van het voorportaal stonden twee tafels waar de offerdieren—bestemd voor de brandoffers, zondoffers en schuldoffers—werden geslacht om daarna in de tempel te worden aangeboden. 40 Buiten het portaal, aan weerszijden van de trap die naar de noordelijke ingang leidde, stonden nog twee tafels. 41 In totaal waren er dus acht tafels, vier binnen en vier buiten, waar de offers werden geslacht en klaargemaakt. 42 Bovendien waren er nog vier stenen tafels, waarop de slagersmessen en andere gereedschappen konden worden neergelegd. Deze tafels waren 67,5 centimeter in het vierkant en 45 centimeter hoog. 43 Aan de muur van het portaal hingen haken van 7,5 centimeter lang en op de tafels kon het offervlees worden neergelegd. 44 In de binnenste voorhof stonden twee gebouwtjes die slechts één kamer telden. Het ene stond naast de noordelijke ingang en keek uit naar het zuiden, het andere stond naast de zuidelijke poort en keek uit in noordelijke richting. 45 En hij zei tegen mij: ‘Het gebouw naast de binnenste noordelijke poort is voor de priesters die in de tempel dienst doen. 46 Het gebouw naast de binnenste zuidelijke poort is voor de priesters die dienst doen bij het altaar—de nakomelingen van Zadok—want zij zijn de enige Levieten die in de nabijheid van de Here mogen komen om Hem te dienen.’ 47 Toen mat hij de binnenste voorhof op en kwam tot de slotsom dat deze 45 meter lang en breed was. In die voorhof stond vóór de tempel het altaar.

48,49 Toen bracht hij mij naar het voorportaal van de tempel. Tien treden leidden vanaf de voorhof omhoog naar die ingang. De muren hiervan rezen in de vorm van pilaren aan beide zijden op en waren 2,25 meter dik. De ingang had muren met een breedte van 1,35 meter. Het hele voorportaal was negen meter lang en 4,95 meter breed.

Het Heilige der Heiligen

41 Hierna bracht hij mij naar de centrale ruimte van de tempel en mat de pilaren op die de toegang vormden. Zij waren 2,70 meter in doorsnee. De ingang van de hal was 4,50 meter breed en ruim 2,25 meter diep. De centrale ruimte zelf was 18 meter lang en 9 meter breed. Toen ging hij de kamer aan het einde van de centrale ruimte binnen en mat de pilaren die daar bij de ingang stonden. Deze waren 90 centimeter dik en de toegang was 2,70 meter breed met een gang van 3,15 meter diep erachter. De kamer zelf was 9 meter lang en 9 meter breed. ‘Dit,’ vertelde hij mij, ‘is het Heilige der Heiligen.’

Toen mat hij de muur van de tempel en kwam op een muurdikte van 2,70 meter, met een rij vertrekken langs de buitenkant. Elk vertrek was 1,80 meter breed. Deze vertrekken waren verdeeld over drie verdiepingen boven elkaar, van elk dertig vertrekken. Het hele bouwsel was voorzien van steunbalken en stond los van de tempelmuur. Elke verdieping was breder dan die eronder, omdat de tempelmuur bovenaan smaller was dan onderaan. Elke verdieping was bereikbaar door een trap aan de kant van de tempel. Ik zag dat de tempel op een verhoogd terras was gebouwd en dat de onderste laag vertrekken een strook van 2,70 meter van het terras besloeg. De buitenmuur van deze vertrekken was 2,25 meter dik en tussen de muur 10 en de andere vertrekken, iets lager in de binnenste voorhof, bevond zich een strook van 9 meter die helemaal rond de tempel liep. 11 Twee deuren leidden vanaf de verdiepingen naar de vrije ruimte van het terras van 2,25 meter. De ene deur aan de noordkant, de andere aan de zuidkant.

12 Aan de westkant stond een groot gebouw dat uitkeek over het tempelplein. Het was 31,50 meter breed en 40,50 meter lang. De muren van dit gebouw waren 2,25 meter dik. 13 Hierna mat hij de tempel en de haar omringende ruimten op. De oppervlakte was 45 meter in het vierkant. 14 De binnenste voorhof aan de oostzijde van de tempel was eveneens 45 meter breed 15,16 en hetzelfde gold voor het gebouw aan de westzijde van de tempel, inclusief de muren ervan. De centrale ruimte van de tempel, het Heilige der Heiligen en de hal waren voorzien van panelen en alle drie hadden zij afgeschermde vensters. De binnenmuren van de tempel waren betimmerd met hout, zowel onder als boven de vensters. 17,18 De muur boven de deur naar het Heilige der Heiligen was ook betimmerd met hout. De muren waren versierd met afbeeldingen van cherubs, ieder met twee gezichten, en met palmbomen tussen de cherubs. 19,20 Een menselijk gezicht keek naar de palmboom aan de ene kant en het andere gezicht—dat van een leeuw—keek naar de palmboom aan de andere kant. Zo was de hele binnenmuur van de tempel versierd met cherubs en palmbomen. 21 De deuren van de centrale ruimte hadden vierkante deurposten en voor het Heilige der Heiligen stond iets dat op een altaar leek, 22 maar het was gemaakt van hout. Dit altaar was 90 centimeter in het vierkant en 1,35 meter hoog, de hoeken, het voetstuk en de zijkanten waren van hout. ‘Dit,’ vertelde hij mij, ‘is de tafel die voor de Here staat.’ 23 Zowel de centrale ruimte als het Heilige der Heiligen hadden dubbele deuren, 24 elk met twee openklappende helften. 25 De deuren die naar de centrale ruimte leidden, waren versierd met cherubs en palmbomen, net als de muren. In de hal was een houten overkapping aangebracht. 26 De muren van de hal waren ook voorzien van versieringen met engelen en palmbomen en ook de vertrekken aan de buitenkant hadden een houten overkapping.

De man met het meetlint en de meetstok

40 In het 25e jaar dat we als gevangenen in Babylonië woonden, kwam op de tiende dag van de eerste maand Gods Geest over mij. Het was die dag precies 14 jaar geleden dat Jeruzalem was verwoest. De Geest van de Heer nam mijn geest mee naar Jeruzalem. Hij bracht me naar het land Israël. Ik stond op een heel hoge berg. Op de zuidhelling van de berg was iets gebouwd dat op een stad leek. In de poort zag ik een man staan die glansde als koper.[a] Hij had een meetlint en een meetstok in zijn hand. De man zei tegen mij: "Mensenzoon, let goed op wat je hier zal zien en horen. Want daarvoor ben je hier gebracht. Vertel later aan het volk Israël alles wat je hier hebt gezien."

De man meet de poorten naar het buitenplein

Ik zag dat rondom het hele gebouw een muur liep. De man had in zijn hand een meetstok van 6 el lang. (Een el op de meetstok was 1 el plus een handbreedte.[b]) Daarmee ging hij de dikte en de hoogte van de muur opmeten. De muur was 6 el (3,18 m) dik en 6 el hoog.

Toen liep hij naar de poort aan de oostkant. Hij ging de traptreden op en ging de ingang van de poort opmeten. De ingang aan de ene kant was 6 el (3,18 m) diep. De ingang aan de andere kant die op het plein uitkwam was ook 6 el diep. In de poort waren kamers. Elke kamer was 6 el (3,18 m) lang en 6 el breed. Tussen de kamers was een muur van 5 el (2,65 m). Daarna kwam er een doorgang naar de voorhal. De voorhal was verdeeld in twee portieken achter elkaar. De doorgang naar de voorhal was 6 el (3,18 m) diep.

De man nam de maten op van het binnenste portiek. Het was 6 el (3,18 m) diep. Van dat portiek ging een doorgang naar het buitenste portiek. Dat portiek was 8 el (4,24 m). De ingang was 2 el (1,06 m) diep.

10 In de poort waren aan elke kant drie kamers. Ze waren allemaal even groot. Ook de muren ertussen waren overal even groot. 11 Toen meette de man de deur van de poort. De deur was 10 el breed (5,3 m). De ruimte van de ene kamer tot de kamer er tegenover was 13 el (6,89 m). 12 Vóór de kamers was links en rechts een muurtje van 1 el (53 cm) hoog. Alle kamers waren vierkant: 6 el (3,18 m) breed en 6 el lang.

13 Daarna meette de man langs het dak de breedte van de poort, vanaf de achterwand van de kamers links tot aan de achterwand van de kamers rechts. Dat was 25 el (13,25 m). De ingangen van de kamers lagen recht tegenover elkaar. 14 Ook meette hij de rij pilaren die aan de ingang stonden aan de binnenzijde van de muur: 60 el (31,8 m). De poort werd omringd door het buitenplein waarop hij uitkwam. 15 De totale lengte van de poort, dus vanaf de buitenkant van de muur tot aan de andere ingang die op het plein uitkwam, was 50 el (26,5 m). 16 In de binnenmuren van de kamers waren dichte ramen gemaakt. Ook de portieken hadden ramen. De pilaren waren versierd met afbeeldingen van palmbomen.

17 Toen bracht de man me het buitenplein op. Langs het buitenplein waren kamers. En op de grond van het plein lagen tegels, het hele plein rond. Langs het plein waren 30 kamers, die uitkwamen op de tegels. 18 De tegels lagen vanaf de zijkanten van de poortgebouwen langs de muren. Zij vormden het beneden-terras.

19 Tegenover de oostpoort was nog een poort, naar het binnenplein. De man meette de afstand tussen die twee poorten: 100 el (53 m).

20 Ook tegenover de poort aan de noordkant was een poort naar het binnenplein. Ook die afstand was 100 el. Toen meette hij de poort aan de noordkant van het buitenplein. 21 Ook deze poort had aan elke kant drie kamers. De kamers, de muren en de voorhal hadden dezelfde maten als in de eerste poort. De poort was 50 el (26,5 m) lang en 25 (13,25 m) el breed. 22 Ook de ramen, de voorhal en de palmbomen hadden dezelfde maten als in de poort aan de oostkant. Er was een trap van zeven treden om in de poort te komen en naar de voorhal te gaan. 23 Net zoals bij de poort aan de oostkant was er op het buitenplein tegenover deze poort nóg een poort, naar het binnenplein. Van de poort in de buitenmuur tot aan de andere poort in de binnenmuur was 100 el (53 m).

24 Daarna nam de man me mee naar de zuidkant. Ook daar was een poort. Hij meette de muren en de voorhal. Ze hadden dezelfde maten als in de andere poorten. 25 Ook in deze poort waren aan alle kanten net zulke ramen als in de andere poorten. De poort was weer 50 el (26,5 m) lang en 25 el (13,25 m) breed. 26 Er was een trap van zeven treden om binnen te komen en naar de voorhal te gaan. Aan beide kanten waren de pilaren versierd met afbeeldingen van palmbomen. 27 Ook tegenover deze poort was er een poort in de muur van het binnenplein. Ook hier was de afstand 100 el (53 m).

De poorten naar het binnenplein

28 De man bracht me door deze poort aan de zuidkant naar het binnenplein. Hij meette de afmetingen van de poort. De maten waren hetzelfde als van de andere poorten. 29 Ook de kamers, muren en voorhal hadden dezelfde maten als in de andere poorten. Ook in deze poort waren aan alle kanten ramen. En ook deze poort was 50 el (26,5 m) lang en 25 el (13,25 m) breed. 30 Net zoals bij de andere poorten was de breedte 25 el (13,25 m) en de ruimte tussen de kamers 5 el (2,65 m). 31 De hal was aan de kant van het buitenplein. De pilaren waren versierd met afbeeldingen van palmbomen. Vóór de poort was een trap van acht treden.

32 Daarna bracht de man me naar de poort die aan de oostkant naar het binnenplein ging. Hij meette de afmetingen van de poort. Ook deze poort had dezelfde maten. 33 Ook de kamers, de muren en de hal hadden dezelfde maten als in de andere poorten. Ook hier waren aan alle kanten ramen. En ook deze poort was 50 el (26,5 m) lang en 25 el (13,25 m) breed. 34 De hal was aan de kant van het buitenplein. De pilaren waren versierd met afbeeldingen van palmbomen. Vóór de poort was een trap van acht treden.

35 Daarna bracht de man me naar de poort aan de noordkant. Hij meette de afmetingen van de poort. Ook deze poort had dezelfde maten. 36 Ook de kamers, muren en voorhal hadden dezelfde maten als in de andere poorten. Ook hier waren aan alle kanten ramen. En ook deze poort was 50 el (26,5 m) lang en 25 el (13,25 m) breed. 37 De voorhal was aan de kant van het buitenplein. Aan beide kanten waren de pilaren versierd met afbeeldingen van palmbomen. Ook voor deze poort was een trap met acht treden.

De kamers en de tafels in en bij de poorten

38 Bij de pilaren van deze poort was links en rechts een kamer die werd gebruikt om het vlees voor de brand-offers af te spoelen. 39 In de voorhal van de poort stonden links en rechts twee tafels. Die waren voor het slachten van de dieren voor de brand-offers, vergevings-offers en schuld-offers. 40 Buiten deze poort, in de richting van de andere poort aan de noordkant, stonden ook aan elke kant van de poort twee tafels tegen de muur van de voorhal. 41 Zo waren er vier tafels aan elke kant van de poort, waarvan er twee binnen stonden en twee buiten. In totaal acht tafels waarop dieren geslacht konden worden. 42 De tafels voor de brand-offers waren van uitgehakte stenen gemaakt. Ze waren 1½ el (79,5 cm) lang, 1½ el breed en 1 el (53 cm) hoog. Daarop lagen de gereedschappen waarmee de dieren werden geslacht. 43 Rondom in de hal hingen haken van 1 hand breed (8,4 cm) aan de muren. De tafels waren om het vlees voor de offers op neer te leggen.

44 Twee kamers van de binnenste poort kwamen uit op het binnenplein. Die waren voor de zangers. Ze waren tegen de noordpoort aan gebouwd. De ene kamer was aan de noordkant van de poort en de andere aan de zuidkant van de poort. De kamer aan de noordkant had de ingang aan de zuidkant. De kamer aan de zuidkant had de ingang aan de noordkant. 45 De man zei tegen mij: "De kamer aan de noordkant is voor de priesters die in de tempel dienst doen. 46 De kamer aan de zuidkant is voor de priesters uit de familie van Zadok.[c] Zij zijn de enige Levieten die de offers mogen brengen."

47 Daarna meette hij het binnenplein. Het was 100 el (53 m) lang en 100 el (53 m) breed, dus vierkant. Op het binnenplein stond het tempelhuis. Vóór het tempelhuis stond het altaar.

Het tempelhuis

48 Toen bracht de man mij naar de voorhal van het tempelhuis. Hij meette een pilaar van de voorhal. Die was 5 el (2,65 m) dik. De pilaar aan de ene kant was 5 el dik en de pilaar aan de andere kant was 5 el dik. De ingang van de poort aan de ene kant was 3 el (1,59 m) breed en de ingang aan de andere kant van de poort was 3 el breed. 49 De hal was 20 el (10,6 m) lang en 11 el (5,83 m) breed. Je kwam er binnen via een aantal traptreden. Aan de linkerkant en aan de rechterkant van de ingang stond tegen de muur een pilaar. (lees verder)

Het tempelhuis (vervolg)

41 Toen bracht de man mij naar de voorzaal in het tempelhuis. Daar meette hij de rij pilaren: 6 el (3,18 m) aan de ene kant en 6 el aan de andere kant. De ingang van de voorzaal was 10 el (5,3 m) breed. (Net zo breed als vroeger de tent van ontmoeting.) Naast de ingang was aan beide kanten een muur van 5 el (2,65 m). De voorzaal was dus 20 el (10,6 m) breed en hij was 40 el (21,2 m) lang.

Daarna liep de man door de voorzaal naar de achterzaal. De pilaar bij de ingang was 2 el (1,06 m) dik. De ingang was 6 el (3,18 m) breed en de muren aan beide kanten van de ingang waren 7 el (3,71 m). De achterzaal was 20 el (10,6 m) lang en 20 el breed. Hij lag helemaal achteraan in de tempel. En de man zei tegen mij: "Deze achterzaal is de allerheiligste kamer."[d]

De gebouwen rond het tempelhuis

Toen meette hij de muur van het tempelhuis. Die was 6 el (3,18 m). Rondom tegen de muur was een rij kamers gebouwd. De kamers waren 4 el (2,12 m) diep. Daarop stonden nog twee verdiepingen met kamers. Elke verdieping had 30 kamers. Langs de kamers liep een galerij waardoor je in de kamers kon komen. De muren van het tempelhuis sprongen bij elke verdieping een eindje in. Zo rustte elke volgende verdieping op de muur van het tempelhuis. De galerijen waren dus niet aan de muur bevestigd, maar rustten er op. Zo waren de galerijen rondom het tempelhuis op elke volgende verdieping iets breder dan op de verdieping eronder. Van de onderste verdieping kon je recht omhoog door de tweede verdieping naar de derde verdieping.[e]

Rond het tempelhuis lag een terras van precies 6 el (3,18 m) hoog. Daarop was het gebouw rond het tempelhuis gebouwd. De muur van het gebouw rond het tempelhuis was 5 el (2,65 m) dik. Het gedeelte van het terras dat onder het gebouw uitkwam, was 5 el (2,65 m) breed. 10 Tussen het gebouw rond het tempelhuis en de kamers van de priesters was een open ruimte van 20 el (10,6 m) breed. 11 Het gebouw rond het tempelhuis had twee ingangen die uitkwamen op die open ruimte. De ene ingang was aan de noordkant en de andere ingang was aan de zuidkant. Het terras langs de open ruimte was 5 el (2,65 m) breed. 12 Aan de westkant van het tempelhuis stond een gebouw van 70 el (37,1 m) breed en 90 el (47,7 m) lang. De muur was overal 5 el (2,65 m) dik.

13 De man meette de lengte van het tempelhuis: 100 el (53 m). Het binnenplein was aan de westkant ook 100 el (53 m) breed. 14 Ook aan de oostkant was het plein met het hele gebouw, dus het tempelhuis met het gebouw van drie verdiepingen er omheen, 100 el breed. 15 Tenslotte meette hij ook de lengte van het gebouw met galerijen dat achter het tempelhuis aan het plein stond. Het was 100 el (53 m) lang.

Binnen in het tempelhuis

16 Het hele tempelhuis, met de voorhal aan het binnenplein, de ingang, de ramen en de galerijen, was met hout afgewerkt. De ramen waren dicht. 17 Ook de ruimte boven de ingang, de muren tot aan de achterzaal en de hele buitenmuur waren met hout bedekt. Het hele gebouw was van binnen en van buiten met hout afgewerkt. 18 Daarop waren afbeeldingen van engelen en palmbomen gemaakt. Steeds waren er om en om een palmboom en een engel afgebeeld. De engelen hadden twee gezichten. 19 Aan de ene kant keek elke engel met het gezicht van een mens naar de palmboom aan die kant. En aan de andere kant keek elke engel met het gezicht van een leeuw naar de palmboom aan de andere kant. In het hele huis waren die afbeeldingen aangebracht. 20 De afbeeldingen waren zo hoog als de muur: van de grond tot aan het plafond. Alle muren waren ermee bedekt, tot boven de deuren. Ook de muren van de tempel. 21 De ingang van de voorhal en de ingang van de voorzaal hadden vierkante deurposten.

22 Het houten altaar[f] dat vóór de ingang tot de achterzaal, de allerheiligste kamer, stond, was 3 el (1,59 m) hoog en 2 el (1,06 m) lang en 2 el breed. Ook de hoeken, het voetstuk en de zijkanten waren van hout. De man zei tegen mij: "Dit is de tafel die vóór de Heer staat."

23 Er waren twee deuren in de ingang van de voorhal naar de voorzaal, en ook twee deuren in de ingang van de voorzaal naar de allerheiligste kamer. 24 Elke deur bestond uit twee delen.[g] Dus de linker deur bestond uit twee delen en de rechter deur bestond uit twee delen. 25 Op deze deuren waren net zulke afbeeldingen van engelen en palmbomen gemaakt als op de muren. Boven de deuren naar de voorzaal was een houten afdak. 26 In de muren zaten dichte ramen. Op de muren naast de deuren en op de muren van de zijkamers en op de afdaken stonden afbeeldingen van palmbomen.

Footnotes

  1. Ezechiël 40:3 Net als de hemelse wezens in Ezechiël 1.
  2. Ezechiël 40:5 Het gaat hier om de zogenaamde 'lange el'. Volgens 'Handboek bij de Bijbel' (pag.105) is 1 el gelijk aan 44,5 cm. Een 'lange el' is 1 el plus een handbreedte. Dat is 44,5 plus 8,4 cm is 52,9 cm. In deze tekst gaat de BasisBijbel daarom uit van 53 cm.
  3. Ezechiël 40:46 Zadok was een van de belangrijkste priesters in de tijd van koning David. Toen er strijd ontstond over de troonopvolging, koos alleen Zadok de kant van Davids zoon Salomo. Salomo maakte hem daarom later hogepriester. Alle hogepriesters stammen van deze Zadok af.
  4. Ezechiël 41:4 De allerheiligste kamer was de ruimte waarin de kist van het verbond stond. Niemand mocht daar binnenkomen. Alleen één keer per jaar de hogepriester, om er bloed te offeren. Lees Leviticus 16:1-5.
  5. Ezechiël 41:7 Er wordt hier geen trap genoemd. De beschrijving kan wijzen op een lift.
  6. Ezechiël 41:22 Vergelijk de beschrijving van het wierook-altaar met die in Exodus 30:1-10. Daar moest het altaar worden bedekt met goud.
  7. Ezechiël 41:24 Waarschijnlijk worden vouwdeuren bedoeld, niet een deur die bestaat uit een onderdeur en een bovendeur.

De grote dag van de Here zal komen

Vrienden, dit is al de tweede brief die ik u schrijf. In beide heb ik uw geheugen willen opfrissen, zodat u helder zult blijven zien waar het om gaat. Ik heb u herinnerd aan de woorden van Gods profeten en apostelen, die u hebben bekendgemaakt wat de Here en Redder van u vraagt. Ik wil u er vooral op wijzen dat er in de laatste dagen mensen zullen komen die met alles spotten en alleen maar hun eigen zin doen. Zij zullen schamper opmerken: ‘Er is toch beloofd dat de Christus zou komen. Waar blijft Hij dan? Onze voorouders zijn gestorven en er is niets veranderd. Vanaf het begin van de wereld is alles gebleven zoals het is geweest.’ Zij gaan er met opzet aan voorbij dat de hemel en de aarde er vroeger al waren. De aarde was uit het water ontstaan en werd door het water omringd. En dat alles werd bijeengehouden door wat God gezegd had. Maar de wereld van die tijd is door een enorme overstroming ten onder gegaan. En God heeft gezegd dat de tegenwoordige hemel en aarde zorgvuldig bewaard worden voor een enorm vuur op de dag van het grote oordeel, als alle mensen die niets van God willen weten, ten onder zullen gaan.

Vrienden, u moet niet vergeten dat voor de Here één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag. Sommigen denken dat Hij treuzelt, maar dat is niet zo. Hij wacht alleen met het vervullen van zijn belofte, omdat Hij zoveel geduld heeft. Hij wil niet dat er iemand verloren gaat, maar dat alle mensen tot bekering komen. 10 De grote dag van de Here komt net zo onverwacht als een dief. Dan zal de hemel met een vreselijk lawaai vergaan, de elementen zullen door vuur worden verteerd, de aarde zal bloot komen te liggen en alles wat erop gebeurd is zal aan het licht komen. 11 Als u eraan denkt dat alles verteerd zal worden, hoe heilig en zuiver moet u dan wel leven! 12 U moet vol verwachting naar die dag toeleven en eraan meewerken dat hij gauw komt. Op die dag zal de hemel door vuur verteerd worden en zullen de elementen door de vlammen smelten.

13 Maar waar wij eigenlijk naar uitkijken, dat zijn de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die God beloofd heeft. Daar zal alles goed en rechtvaardig zijn. 14 Terwijl u hierop wacht, vrienden, moet u uw best doen zo te leven dat er niets op u is aan te merken. Houd vrede met iedereen, zodat de Here tevreden over u kan zijn als Hij komt. 15 En vergeet nooit waarom Hij wacht. Hij geeft ons nog de tijd om andere mensen te vertellen dat Christus hen wil redden. Onze geliefde broeder Paulus heeft daarover in zijn vele brieven ook gesproken naar de wijsheid die God hem gegeven heeft. 16 Sommige dingen die hij zegt, zijn niet gemakkelijk te begrijpen, wat voor bepaalde domme en wispelturige mensen een aanleiding is er een verkeerde draai aan te geven. Dat doen zij niet alleen met de brieven van Paulus, maar ook met de andere Boeken en zij bewerken daarmee hun eigen ondergang.

17 U bent gewaarschuwd, vrienden. Wees daarom op uw hoede. Laat u niet meeslepen door de verkeerde ideeën van mensen die van geen wet willen weten, maar blijf standvastig. 18 U moet in plaats daarvan geestelijk groeien en onze Here en Redder Jezus Christus beter leren kennen. Voor Hem is alle eer, voor nu en eeuwig. Amen.

Het is zeker dat Jezus terugkomt

Dit is de tweede brief die ik jullie schrijf, lieve broeders en zusters. Met deze brieven probeer ik ervoor te zorgen dat jullie helder zullen denken. Ik wil dat jullie zullen denken aan wat Gods profeten vroeger hebben gezegd. Ook aan wat de boodschappers van onze Heer en Redder jullie hebben geleerd. Onthoud vooral goed dat er aan het eind van de tijd mensen zullen komen die er maar op los leven. Ze zullen spottend tegen jullie zeggen: "Waar blijft Hij nou? Hij zou toch komen? Maar er is nog nooit iets veranderd. Alles blijft zoals het altijd is geweest." Want ze willen er expres niet aan denken dat er door het woord van God al eerder een hemel en aarde zijn geweest. En dat die aarde, die uit het water ontstond en door het water bestond, ook weer door het water is vernietigd.[a] Maar de hemel[b] en de aarde van nu worden door datzelfde woord van God als een schat bewaard. Nu niet voor het water, maar voor het vuur. Dat is het vuur van de dag dat God over de mensen zal rechtspreken. Op die dag zullen de mensen die zich niets van God aantrekken, vernietigd worden.

Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. Sommigen van jullie denken dat de Heer vergeet te doen wat Hij heeft beloofd. Maar dat is niet zo. Nee, Hij wacht en stelt het uit omdat Hij geduld heeft met ons. Want Hij wil niet dat er mensen verloren zullen gaan. Hij wil dat alle mensen in Hem zullen gaan geloven en zullen gaan leven zoals Hij het wil.

10 Maar de dag van de Heer zal net zo onverwachts komen als een dief in de nacht. Op die dag zal de hemel dreunend verdwijnen. Alles waaruit de aarde bestaat en alles wat op aarde is gedaan, zal verbranden.

11 Alle dingen zullen dus verdwijnen. Daarom moeten jullie erg je best doen om te leven zoals God het wil en om Hem te dienen. 12 Kijk aldoor vol verwachting uit naar de dag van God. Op die dag zal de hemel verbranden en alles waaruit de aarde bestaat zal in het vuur wegsmelten en verbranden. 13 Maar God heeft beloofd dat Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal geven. Dat zal een aarde zijn waar iedereen leeft zoals Hij het wil. En daar kijken we vol verlangen naar uit.

14 Terwijl we hierop wachten, lieve broeders en zusters, moeten jullie erg je best doen om te leven zoals Hij het wil. Zorg dat jullie geestelijk schoon en zuiver zullen zijn als Hij komt. Leef in vrede met elkaar. 15 Bedenk dat we gered worden dankzij het geduld en de liefde van de Heer. Daar heeft ook onze geliefde broeder Paulus aan jullie over geschreven. Hij schrijft daarover vanuit de wijsheid die hij van God gekregen heeft. 16 Trouwens, in al zijn brieven schrijft hij over deze dingen. Soms zijn die brieven moeilijk te begrijpen. En ze worden verkeerd uitgelegd door mensen die de Heer niet goed kennen en die geen sterk geloof hebben. Zij leggen ze uit op een manier die hen het beste uitkomt. Dat doen ze ook met de andere brieven en met de Boeken. Maar daardoor zal het uiteindelijk slecht met hen aflopen.

Slot

17 Lieve broeders en zusters, omdat jullie deze dingen nu van tevoren weten, kunnen jullie op je hoede zijn. Dan zullen jullie je niet laten meeslepen door de verkeerde dingen die slechte mensen doen, en zullen jullie je geloof niet verliezen. 18 Zorg ervoor dat jullie geestelijk groeien, en dat jullie onze Heer en Redder, Jezus Christus, steeds beter leren kennen. Dan kan de Heer altijd goed voor jullie zijn. Van Hem is alle macht en eer, nu en voor eeuwig.

Footnotes

  1. 2 Petrus 3:6 Petrus bedoelt hiermee de grote overstroming die in de tijd van Noach de aarde vernietigde. Lees Genesis 6 en 7.
  2. 2 Petrus 3:7 Met deze 'hemel' bedoelt Petrus niet de woonplaats van God, maar de hemel zoals wij die boven ons zien. De hemel die de woonplaats van God is, is eeuwig. Die wordt niet vernietigd en ook niet vervangen door een andere.