Add parallel Print Page Options

Mijn woorden getuigen van wijsheid, mijn zoon, dus luister goed naar mijn verstandige lessen.
Dan leer je bedachtzaam te leven en kun je mijn wijsheid met anderen delen.
Want de vrouw die niet de jouwe is, fluistert lieve woordjes met haar gladde tong.
Maar trap je erin, dan leer je dat schijn bedriegt, want wat ten slotte overblijft, is bitterheid.
Zij volgt een weg die naar de dood leidt, haar voeten brengen haar rechtstreeks naar de hel.
Haar woorden en daden draaien je een rad voor de ogen, zodat je haast ongemerkt de levensweg verlaat.
Maar, kinderen, luister naar mij en houd je aan wat ik zeg.
Blijf bij haar vandaan en ga niet naar haar huis.
Laat je eer en aanzien niet bij haar achter, stel je beste jaren niet in de waagschaal en lever jezelf niet uit aan meedogenloze mensen.
10 Geef vreemden niet de kans om op jouw zak te teren en je zuurverdiende geld erdoor te jagen.
11 Zodat je het ten slotte, wanneer je lichamelijk en geestelijk aan het eind bent,
12 niet uitschreeuwt: ‘Waarom haatte ik die wijze lessen?
13 Waarom luisterde ik niet naar vermaning en vergat wat mijn leermeesters mij leerden?
14 Ik had mij bijna diep schuldig gemaakt voor ieders ogen.’
15 Drink water uit je eigen voorraadvat, helder vocht uit je eigen bron.
16 Laten je fonteinen niet naar buiten spuiten, noch je waterstromen de straten overspoelen.
17 Laat ze alleen van jou zijn en deel ze niet met een vreemde.
18 Je waterbron zal gezegend zijn en wees blij en tevreden met je jonge vrouw.
19 Zij is lieflijk en charmant. Laten haar borsten je steeds weer het hoofd op hol brengen en laat je overspoelen door haar liefde.
20 Mijn zoon, waarom zou je het bij een vreemde zoeken en liefde bedrijven met een onbekende?
21 Want de Here ontgaat niets en zijn ogen volgen iedereen, waar hij ook gaat.
22 De goddeloze zal in zijn eigen kwaad verstrikt raken, zijn zonden zullen hem als boeien omknellen.
23 Hij zal sterven, omdat hij waarschuwing en wijsheid afwees, en ronddwalen in de doolhof van zijn dwaasheden.

Waarschuwing om trouw te zijn aan je eigen vrouw

Mijn zoon, luister naar mijn wijsheid.
Houd je oren open voor mijn wijze woorden.
Dan kun je verstandig worden
en kun je ervoor zorgen dat je verstandige dingen zegt.
Luister: de lippen van een vrouw die de jouwe niet is,
zijn zo zoet als honing.
Haar woorden zijn gladder dan olie.
Maar uiteindelijk wordt die vrouw zo bitter als gal voor je,
zo scherp als een zwaard.
Ze sleept je de dood in.
Door haar kom je in het graf terecht.
Ze wil niet dat jij het goede kiest, zodat je zal leven.
Ze laat je verdwalen, zonder dat je het merkt.

Mijn zonen, luister daarom naar mij.
Doe iets met wat ik jullie zeg.
Blijf ver bij haar vandaan.
Kom niet in de buurt van de deur van haar huis.
Want bij haar zul je je eer verliezen.
Je komt in haar macht en ze zal je niet meer laten gaan.
10 Dan zullen andere mensen genieten
van alles waar jij zo hard voor hebt gewerkt.
Want alles wat je bezit, zal in haar huis terecht komen.
11 En als er tenslotte niets meer van je over is,
zul je kreunen:
12 'Waarom heb ik niet gedaan wat mijn vader mij heeft geleerd?
Had ik maar naar hem geluisterd!
13 Had ik maar geluisterd naar wat wijze mensen mij zeiden!
Waarom heb ik mijn oren gesloten voor wat ze mij leerden?
14 Ik heb allemaal verkeerde dingen gedaan!
En iedereen heeft het gezien!'

15 Drink liever water uit je eigen regenton.
Drink bronwater uit je eigen bron.
16 Moet jouw bron soms op straat overstromen?
Moet jouw beek over het plein stromen?
17 Je bron moet voor jou alleen zijn.
Niet ook voor anderen.
18 Laat je bron gezegend zijn.
Wees blij met de vrouw waar je vroeger mee bent getrouwd.
19 Zij is zo mooi en zo sierlijk als een hertje.
Geniet elke keer weer met volle teugen van haar liefde.
20 Waarom, mijn zoon, zou je dan afdwalen naar een andere vrouw?
Waarom zou je een andere vrouw omarmen?

21 Niets is verborgen voor de ogen van de Heer.
Hij beoordeelt alles wat je doet.
22 Slechte mensen komen ten val.
Hun eigen slechtheid maakt dat het verkeerd met hen afloopt.
23 Als ze niet willen luisteren naar wat anderen hun leren,
verdwalen ze in hun eigen dwaasheid.
Hun dwaasheid wordt hun dood.