Add parallel Print Page Options

Het allerbelangrijkste is, om van God te houden

Dit zijn de wetten en leefregels die ik jullie van de Heer God moet leren. Daar moeten jullie je aan houden als jullie straks in het land wonen dat jullie nu gaan veroveren. Want dan zullen jullie diep ontzag hebben voor jullie Heer God. En jullie zullen ontzag hebben voor al zijn wetten die ik jullie geef. Jullie, jullie kinderen en jullie kleinkinderen moeten zich daaraan houden, alle dagen van je leven. Want dan zullen jullie lang leven.

Luister dus, Israël, en houd je hier ijverig aan. Dan zal het goed met jullie gaan. Dan zullen jullie een heel groot volk worden in een prachtig en vruchtbaar land. Want dat heeft de Heer, de God van jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob, beloofd.

Luister, Israël, de Heer is onze God. De Heer is Eén.[a] Houd van Hem met je hele hart, je hele ziel en alles wat je hebt. Bewaar in je hart wat ik jullie vandaag leer. Leer het aan je kinderen. Praat er met hen over als je thuis bent, als je onderweg bent, als je opstaat en als je naar bed gaat. Bind het als een teken om je pols en als een herinnering om je voorhoofd. Schrijf het op de deurposten van jullie huizen en op de poorten van jullie steden.

10 Jullie Heer God zal jullie in het land brengen, zoals Hij aan jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob heeft beloofd. Hij zal jullie grote, goede steden geven die jullie niet hebben gebouwd. 11 En huizen vol met allerlei spullen die jullie daar niet hebben neergezet. En waterputten die jullie niet hebben uitgehakt. En wijngaarden en olijfbomen die jullie niet hebben geplant. Jullie zullen meer dan genoeg te eten hebben. 12 Wanneer het dan zo goed met jullie gaat, pas er dan voor op dat jullie de Heer niet vergeten. Want Hij heeft jullie uit de slavernij in Egypte bevrijd. 13 Blijf diep ontzag voor Hem hebben. Dien alleen Hem en zweer alleen bij Hem. 14 Ga niet de goden van de volken om jullie heen aanbidden. 15 Want jullie Heer God is een jaloers God en Hij wil niet dat jullie andere goden aanbidden. Zorg ervoor dat Hij niet zó boos op jullie wordt, dat Hij jullie van de aardbodem wegveegt.

16 Daag jullie Heer God niet uit, zoals jullie bij Massa hebben gedaan.[b] 17 Houd je heel precies aan de wetten en leefregels die de Heer God aan jullie heeft gegeven. 18 Leef zoals de Heer het wil. Dan zal het goed met jullie gaan. Dan zullen jullie het prachtige land binnengaan dat de Heer aan jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob heeft beloofd. En het zal van jullie zijn. 19 Jullie zullen alle vijanden kunnen wegjagen, zoals de Heer heeft beloofd.

20 Als jullie kinderen later aan jullie vragen: 'Wat zijn dat voor wetten en leefregels die onze Heer God aan jullie heeft gegeven?' 21 dan moeten jullie antwoorden: 'We waren slaven van de farao in Egypte. Maar de Heer heeft ons daar op een machtige manier bevrijd. 22 Hij heeft ons grote wonderen laten zien: rampen die Egypte, de farao en zijn hele familie vernietigden. 23 Maar ons heeft Hij van daar meegenomen. Hij heeft ons naar het land gebracht dat Hij aan onze voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob had beloofd. En Hij heeft dat land aan ons gegeven. 24 De Heer beval ons om ons aan al deze wetten en leefregels te houden. We moeten diep ontzag voor Hem hebben. Dan zal het voor altijd goed met ons gaan. En Hij zal ervoor zorgen dat we in leven blijven, zoals we vandaag ook in leven zijn. 25 Als we ons heel precies aan al die wetten houden, leven we zoals Hij het wil. Dan zullen we dicht bij onze Heer God zijn. Dat heeft Hij ons beloofd.'

Footnotes

  1. Deuteronomium 6:4 'God is Eén' betekent dat God betrouwbaar is en altijd dezelfde is. Als Hij iets zegt, is het zo. Als Hij iets belooft, doet Hij het ook. Hij heeft altijd dezelfde mening. Lees ook Jakobus 1:17.
  2. Deuteronomium 6:16 Lees Exodus 17:1-7.

Wetten voor groot en klein

‘De Here, uw God, droeg mij op u al deze geboden te geven, die u moet gehoorzamen in het land dat u spoedig zult binnentrekken en waar u zult leven. Het doel van deze wetten is dat u, uw kinderen en uw kleinkinderen de Here, uw God, eer bewijzen door al zijn aanwijzingen uw leven lang op te volgen. Als u dat doet, hebt u een lang en voorspoedig leven in het vooruitzicht. Daarom, Israël, luister goed naar elk gebod en gehoorzaam het nauwgezet, zodat het u goed zal gaan en u vele kinderen zult hebben. Als u deze geboden gehoorzaamt, zult u een groot volk worden in een heerlijk land dat overvloeit van melk en honing, net zoals de God van uw voorouders het u heeft beloofd.

Israël, luister: de Here is onze God, de Here is één. Heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, en geheel uw ziel en al uw krachten. En u moet de geboden die ik u vandaag geef, voortdurend in gedachten houden. U moet ze uw kinderen inprenten en erover praten als u thuis bent of buiten loopt. Ja, ook tijdens het opstaan en naar bed gaan. Bind ze aan uw hand, draag ze op uw voorhoofd en schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van uw steden. 10-12 Wanneer de Here, uw God, u in het land heeft gebracht dat Hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob beloofde en u grote steden vol met goede dingen heeft gegeven—steden die u niet zelf hebt gebouwd, bronnen die u niet hebt gegraven en wijngaarden en olijfbomen die u niet hebt geplant—en wanneer u uw buik vol hebt gegeten, zorg er dan voor dat u de Here, die u uit Egypte—het land van de slavernij—heeft bevrijd, niet vergeet. 13 Als u voldaan bent, vergeet dan niet Hem dankbaar te zijn en Hem te dienen en alleen zijn naam te gebruiken voor het bekrachtigen van uw beloften. 14 U mag de afgoden van de naburige volken niet vereren, 15 want de Here, uw God, die bij u woont, is een jaloerse God. Zijn toorn zou dan wel eens tegen u kunnen ontbranden, zodat Hij u van de aardbodem wegvaagt.

16 U moet de Here, uw God, niet op de proef stellen, zoals u deed toen u zich tegen Hem beklaagde bij Massa. 17 U moet al zijn geboden met woord en daad gehoorzamen. 18 Alleen dan zult u doen wat rechtvaardig en goed is in de ogen van de Here. Als u Hem gehoorzaamt, zal het u goed gaan en zult u het land kunnen binnentrekken en in bezit nemen dat de Here uw voorouders beloofde. 19 Ook zult u in staat zijn uw vijanden die in uw land leven te verdrijven, want de Here heeft dat al bepaald.

20 Als uw zoon later aan u vraagt: “Wat is het nut van de wetten die de Here, onze God, ons heeft gegeven?”, 21 moet u hem antwoorden: “In Egypte waren wij slaven van de farao en de Here voerde ons met grote kracht 22 en machtige wonderen uit Egypte, wonderen die onheil brachten over Egypte, de farao en zijn hele volk. Wij hebben dat met onze eigen ogen gezien. 23 Hij leidde ons uit Egypte om ons het land te geven dat Hij onze voorouders had beloofd. 24 Hij heeft ons bevolen al deze wetten te gehoorzamen en Hem hoog in ere te houden, zodat Hij ons kan laten leven zoals Hij tot nu toe heeft gedaan. 25 Zolang wij alle wetten van de Here onze God gehoorzamen, zullen wij rechtvaardig tegenover God zijn, omdat wij doen wat Hij ons heeft geboden.” ’