Add parallel Print Page Options

16 Een mens kan van alles van plan zijn, maar de Here bepaalt de loop van de gebeurtenissen.
Een mens doet wat hem het beste lijkt, maar de Here weet wat daarbij in hem omgaat.
Leg uw werk in de handen van de Here, dan zullen uw plannen werkelijkheid worden.
De Here heeft alles met een doel gemaakt, ook de goddeloze voor de dag van de straf.
De Here verafschuwt alle hooghartigen, zij en hun nakomelingen zullen hun straf niet ontlopen.
Door liefde en trouw wordt de misdaad vergeven en uit ontzag voor de Here mijdt men het kwaad.
Als iemand leeft zoals de Here wil, laat Hij het zelfs in orde komen met zijn vijanden.
Beter weinig, maar met oprechtheid, dan oneerlijk verkregen rijkdom.
Een mens bepaalt in zijn hart wat hij wil doen, maar de Here heeft het laatste woord.
10 De koning is scherpzinnig en zijn vonnissen zijn goed.
11 De Here hanteert de weegschaal van het recht, de gewichten komen uit zijn handen.
12 Koningen moeten een afkeer hebben van goddeloosheid, want alleen oprechtheid is een goede basis voor de troon.
13 Koningen moeten rechtvaardige uitspraken liefhebben, zij houden van mensen die de waarheid spreken.
14 De woede van de koning leidt tot de dood, wie wijs is, weet die woede te stillen.
15 De vriendelijkheid van de koning geeft leven, zijn gunst is als een langverwachte regen.
16 Het is beter wijsheid te krijgen dan puur goud, beter uitnemend inzicht te hebben dan zilver.
17 De oprechte mens moet een weg volgen waarop geen kwaad ligt. Wie goed uitkijkt waar hij gaat, beschermt zijn leven.
18 Trots komt voor de vernietiging en hoogmoed voor de val.
19 Het is beter bescheiden te zijn met vriendelijke mensen dan de buit te delen met trotse mensen.
20 Wie Gods woord ter harte neemt, zal het goede vinden, gelukkig is hij die op de Here vertrouwt.
21 Iemand met een wijs hart zal verstandig worden genoemd en zijn woorden zullen goede lessen in zich bergen.
22 Het verstand van goede leermeesters is een bron van leven, maar de lessen van de dwazen leiden naar de dood.
23 Het hart van een verstandig mens laat hem wijze woorden spreken, en die vormen een overvloed van wijze lessen.
24 Vriendelijke uitspraken zijn als een honingraat, zoet voor de ziel en medicijn voor het lichaam.
25 Iemand kan van zichzelf denken dat hij goed leeft, maar toch leidt zijn levensweg naar de dood.
26 Een arbeider moet hard werken omdat hij anders niets te eten heeft. Zijn maag zet hem tot werken aan.
27 Een boosdoener heeft altijd kwaad in de zin, zijn woorden kwetsen, alsof het brandende pijlen waren.
28 Een slecht mens is een constante bron van ruzie en een stiekeme roddelaar weet zelfs de beste vriendschap kapot te maken.
29 Een gewelddadig mens tracht ook de ander aan te steken en leidt hem zo op de verkeerde weg.
30 Hij sluit zijn ogen om zich beter te kunnen concentreren op zijn slechte plannen en voert ze ook uit, met samengeknepen lippen.
31 Grijze haren zijn het sieraad van hen die de goede weg bewandelen.
32 Een geduldig mens is beter dan een sterk mens, en wie zichzelf goed in bedwang heeft, is sterker dan de man die steden inneemt.
33 Het lot wordt weliswaar ongezien geworpen, maar de Here bepaalt hoe het valt.

17 Een stuk droog brood, in alle rust gegeten, is beter dan een overvloedige maaltijd waar ruzie heerst.
Een verstandige knecht heeft zeggenschap over een onverstandige zoon en wordt beloond met een deel van de erfenis.
Zilver wordt gezuiverd in een smeltkroes, goud in een smeltoven, maar alleen de Here weet wat in een mensenhart leeft.
Een boosdoener luistert naar kwade plannen en een leugenaar naar leugens.
Wie een arme in het nauw drijft of bespot, kwetst op die manier diens Schepper, leedvermaak blijft niet ongestraft.
Het sieraad van oude mensen zijn hun kleinkinderen en het sieraad van de kinderen zijn hun ouders.
Zoals goede woorden niet passen bij een dwaas, past ook de leugen niet bij een prins.
Een geschenk is prettig voor degene die het krijgt, maar ook de gever heeft er voordeel van.
Wie fouten vergeeft, maakt vrienden. Maar wie oude koeien uit de sloot haalt, raakt zelfs zijn beste vriend kwijt.
10 Het levert meer op een verstandige te berispen dan een dwaas honderdmaal te slaan.
11 Een onhandelbaar mens koestert kwade plannen, daarom stort God hem in het verderf.
12 Je kunt beter een berin tegenkomen die haar jong kwijt is, dan een dwaas die zijn woede de vrije loop laat.
13 Wie goed met kwaad vergeldt, brengt straf over zichzelf en zijn familie.
14 Het begin van een ruzie is als een dijk die doorbreekt, bemoei u er dus niet mee, voordat u en anderen er in worden gemengd.
15 De Here verafschuwt wie de goddeloze rechtvaardigt en ook wie de rechtvaardige schuldig verklaart.
16 De dwaas heeft weliswaar geld genoeg om wijsheid te kunnen kopen, maar hij heeft er niets aan. Het ontbreekt hem gewoon aan verstand.
17 Een echte vriend blijft altijd een vriend en in de tegenspoed blijkt de ware vriendschap.
18 Alleen een onverstandige stelt zich met een handslag borg voor zijn naaste.
19 Wie van ruzie en onenigheid houdt, geeft blijk van liefde voor de zonde. Wie boven zijn stand leeft, staat een diepe val te wachten.
20 Wie onbetrouwbaar is, kan niet gelukkig worden. Wie zondigt door wat hij zegt, stort zich in het ongeluk.
21 Wie een zot verwekt, zal dat berouwen en er is weinig vreugde weggelegd voor de vader van een dwaas.
22 Een blij hart doet het lichaam goed, maar een ontmoedigde geest maakt ziek.
23 De goddeloze laat zich omkopen om het recht geweld aan te doen.
24 Een verstandig mens is aan zijn gezicht te herkennen, maar de ogen van een dwaas dwalen alle kanten op.
25 Een onverstandige zoon doet zijn vader verdriet, hij is een bitter verdriet voor haar die hem ter wereld bracht.
26 Het is al niet in de haak een rechtvaardige te beboeten, laat staan een prins te laten slaan.
27 Iemand die zijn verstand goed gebruikt, houdt zijn tong in bedwang, hij is bedachtzaam en scherpzinnig.
28 Want een dwaas die zijn mond houdt, wordt voor wijs gehouden. Zolang hij zijn mond houdt, denkt men dat hij verstandig is.

18 Iemand die meent het alleen te weten, zoekt zijn eigen voordeel, hij verwerpt de wijze raad van anderen.
De dwaas heeft geen behoefte aan verstand, zijn dwaze hart ligt open.
Met de goddeloze komt ook de verachting en met de misdaden komt de schande.
Een verstandig man zegt diepzinnige dingen, de bron van wijsheid voedt een beek die nooit droog valt.
Het is niet goed om in een rechtszaak een schuldige onschuldig te verklaren en daardoor een oprecht mens te benadelen.
De dwaas veroorzaakt ruzie, zijn woorden hitsen op tot handgemeen.
Zijn grote mond breekt hem op en hij raakt verstrikt in zijn eigen woorden.
Naar de woorden van een roddelaar wordt gretig geluisterd, zij glijden zachtjes naar binnen en zetten zich vast in het gemoed van de toehoorders.
Een luiaard is net zo erg als een man die zijn geld over de balk smijt.
10 De Here is een sterke toren, zijn naam is kracht. De rechtvaardige zal bij Hem zijn toevlucht zoeken en veilig zijn.
11 Een rijke voelt zich sterk door zijn bezit, hij maakt zichzelf wijs dat zijn geld hem beschermt zoals een hoge muur.
12 Wie hooghartig is, komt ten val, maar nederigheid wordt altijd gevolgd door eer.
13 Wie antwoord geeft voordat de vraag is uitgesproken, wordt als een dwaas beschouwd.
14 Een moedig hart is de mens tot steun, zowel in geestelijk als lichamelijk lijden, maar wie zal een ontmoedigd hart tot steun zijn?
15 Wie verstandig is, wil toenemen in kennis, hij is gespitst op wijze woorden.
16 Een goed geschenk geeft iemand de ruimte en opent deuren naar vooraanstaanden.
17 De eerste pleiter in een rechtszaak schijnt gelijk te hebben, maar de woorden van de wederpartij werpen pas volledig licht op de zaak.
18 Het werpen van het lot maakt een einde aan geschillen en brengt scheiding tussen de partijen.
19 Een broeder die zich onrechtvaardig behandeld voelt, is een hardnekkiger tegenpartij dan een sterke en opstandige stad. Geschillen tussen broeders sluiten deuren, zoals grendels de paleispoorten afsluiten.
20 Iemands woorden vullen zijn hart, met goede dingen als het goede woorden zijn, met kwade dingen als het kwade woorden zijn.
21 Op de tong liggen zowel dood als leven: wie aan een van beide de voorkeur geeft, zal de vruchten daarvan plukken.
22 Vindt u een goede vrouw, dan hebt u het goed getroffen, beschouw haar als een geschenk van de Here.
23 De arme smeekt, maar de rijke spreekt harde woorden.
24 Wie veel vrienden heeft, raakt geruïneerd, maar een echte vriend is meer waard dan een broer.